Carte Orange H4

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas havo | 697 woorden
  • 10 augustus 2010
  • 5 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
5 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
(Voor originele tabellen zie bijlage!)

Persoonlijk voornaamwoord met nadruk

Worden gebruikt bij:
o    Als er een voorzetsel voor staat
o    Als er geen werkwoord bij staat
o    Als er c’est voor staat

Fa        NL
Moi         mij, ik
Toi        jou, jij
Lui        hem,hij
Elle        haar,zij
Nous        ons,wij
Vous        jullie, u   
Eux        hen, zij (mmv)
Elles        hen, zij (vmv)


De imparfait maken

Pak van de présent de nous vorm
en haal –ons er van af en vervang
ze door de volgende uitgangen:
Je –ais
Tu –ais
Il –ait
Nous –ions
Vous –iez
Ils -aient

Imparfait onregelmatige ww
alleen je vorm


Être  étais = was
Avoir avais = had
Faire faisais = deed/maakte
Voulairvoulais = wilde
Allerallais = ging
Pouvairpouvais = kon
Danserdansais = danste
Mangermangais = at
Tapertapais = intypte
Regarderregardais = keek


Werkwoorden


Voir (zien)
Présent    Imparfait    Passé composé    futur
Je voir    Voyais    J`ai vu    Verrai
Tu vois    Voyais    Tu as vu    Verras
Il voit    Voyait    Il a vu    Verra
Nous voyons    Voyions    Nous avons vu    Verrons
Vous voyez    Voyiez    Vous avez vu    Verrez
Ils voient    Voyaient    Ils ont vu    Verront
connaître (kennen)
Présent    Imparfait    Passé composé    futur
Je connais    connaissais    J`ai connu    Connaîtrai
Tu connais    Connaissais    Tu as connu    Connaîtras
Il connaît    Connaissait    Il a connu    Connaîtra
Nous connaissons    Connaissions    Nous avons connu    Connaîtrons
Vous cnaissez    Conaissiez    Vous avez connu    Connaîtrez
Ils connaissent    Connaissaient    Ils ont connu    connaîtront
venir(komen)
Présent    Imparfait    Passé composé    futur
Je viens    Venais    Je suis venue    Vendrai
Tu viens    Venais    Tu es venue    Vendras
Il vient    Venait    Il est venu    Vendra
Nous venons    Venions    Nous sommes venues    Vendrons
Vous venez    Veniez    Vous êtes venues    Vendrez
Ils viennent    Venaient    Ils sont venu    Vendront
Elles viennent    Venaient    Elles sont venues    vendront
!!!!pas op!!! Bij de p.c. van venir komt er een extra e bij als de vrouwlijke vorm is en een extra s bij vous als het meervoud is.

Kreten en reacties (opdracht 21B)
Ze staan al in de goede combinatie.

Franse kreet                franse reactie        Nederlandse vertaling reactie
1    J`ai 15 ans aujourd`hui!    f    Bon anniversaire!    Prettige verjaardag
2    Je vais passer le permis de conduire.    o    Bonne chance!    Veel geluk
3    J`ai réussi le bac.    g    Félicitations!    Gefeliciteerd!
4    Tu viens ce soir?    a    Ce soir? Volontiers, je veux bien.    Vanavond? Ik kom graag.
5    Je suis enrhumé! Atchoum!    j    A tes souhaits!    Gezondheid!
6    Merci beaucoup    n    Pas de qoui!    Geen dank
7    Oh! Paron! Je t`ai fait mal?    c    Non, ce n`est pas grave.    Nee, het is niet erg.
8    Voici un petit cadeau.    m    Merci, c`est gentil.    Dankje, dat is aardig.
9    A vortre santé!    d    Tchin, tchin!    Proost
10    Je vais à une soirée chez Max    b    Amuse-toi bien!    Amuseer je goed!
11    Rendez-vous mardi midi?    h    D`accord, à mardi!    Ok, tot dinsdag!
12    Viens passer le week-end à la maison.    l    Désolé, je ne suis pas libre le week-end prochain.    Sorry, ik ben volgend weekend niet vrij.
13    Je suis malade.    k    Meilleure santé.    Beterschap
14    Il n`y a plus de place pour le concert.    i    Tant pis! On ira un autre fois.    Jammer, we gaan een andere keer.
15    Dimanche, on part en vacances!    p    Vivement dimanche prochain!    Leven volgende week zondag.
16    Je passe te prendre en voiture?    e    Non, merci, ce n`est pas la peine    Nee, bedankt het is de moeite niet


Zinnen Nederlands –Frans
apprendre 5


Wil je met me meegaan?
Tu voudrais venir avec moi?

Ja, graag
Oui, je veux bien.

Wanneer is dat concert?
C`est quand ce concert?

Waar zien we elkaar?
On se voit où?

Hij heeft me uitgenodigd
Il m`a invite.

Kunnen we de afspraak uitsellen?
On peut remettre le rendez-vous?

Ik ben verhinderd
J`ai un empêchement.

Ik kom je afhalen om zeven uur.
Je passe te prendre à sept heures.

Tot volgende week
A la semaine prochaine

Wanneer gaan we die film zien?
Quand est-ce qu`on va voir ce film?

Ik ben doodzenuwachtig.                  =

Zinnen Nederlands –Frans
Apprendre 7


Ik organiseer een feest voor ..
J`organise une fête pour ..

Ik kan  niet
Je ne peux pas

Jullie zijn uitgenodigd
Vous êtes invités

Hoe laat begint het?
Ça commence à quelle heure?

Hoe laat is het afgelopen?
A quelle heure ça finit?

Je zou het kunnen afzeggen.
Tu pourrais annuler.

Ik heb een afspraak met …
J`ai rendez-vous avec …

Nodig jan ook uit
Invite aussi jan.

Mag ik een vriend meenemen?
Je peux amener un copain?

Moeten we iets meenemen?
Est-ce qu`on apporte quelque chose?

Je flippe à mort.

REACTIES

L.

L.

GOED ZO

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.