Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Soorten ethiek, praktische filosofie

Beoordeling 5.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 881 woorden
  • 12 februari 2005
  • 57 keer beoordeeld
Cijfer 5.6
57 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
§ 4 Soorten Ethiek Er is een tweedeling tussen de benadering van de moraal: 1. de normatieve benadering; je kiest een positie en bekijkt de moraal
2. de niet-normatieve benadering; je stelt je zo neutraal mogelijk op t.o.v. de moraal
De normatieve benadering kan je indelen in: · algemene normatieve ethiek; houdt zich bezig met normatieve ethische theoriën: gevolgenethiek, deugdethiek en plichtethiek. Er worden fundamentele morele principes geformuleerd · toegepaste ethiek; het afwegen van het een boven het ander op ethische wijze
Deze niet-normatieve benaderingen kan je indelen in: · discriptieve ethiek; beschrijven en verklaren van moreel gedrag en morele opvattingen · meta-ethiek; analyseren van de morele taal.
§ 4.1 Gevolgenethiek De consequentialistische of theologische theorie wordt geformuleerd en gevolgen en doelen. Een van deze theoriën is het utilisme (ook wel utilitarisme); of een handeling goed is ligt aan het gevolg van de handeling. Het geluksutilisme houdt in dat als de ene handeling meer geluk opbrengt dan de ander, dat je die dan moet uitvoeren. Moreel goed is in deze theorie maximalisatie van geluk. Het voorkeursutilisme zegt dat je de handeling moet doen die de wensen & verlangens van de meeste mensen zou behartigen. Deze is ontstaan omdat geluk zo moeilijk te meten is. Nadeel: moeten alle voorkeuren even zwaar wegen? Voordeel aan utilisme: je kan makkelijk zeggen of iets moreel goed is. (doel heiligt de middelen) § 4.2 J.S. Mill; lust en vrijheid 1806-1873, hij werd beïnvoeld door Jeremy Bentham die de ‘vader’ van het utilisme is. Bentham wilde een zo groot mogelijk geluk voor zoveel mogelijk mensen. Volgens Mill noemt de mens iets waardevol als het hem lust verschaft. Je moet alleen niet naar deze dingen streven, maar naar de lust die het ons opbrengt. Hij zei dat het goede (waarheid; gerechtigheid en geluk) pas ontstaat als er ruimte voor is (als er voldoende vrijheid is). “er is maar een reden gegrond genoeg om iemands vrijheid in te perken: de mogelijke belemmering van de vrijheid van anderen.” § 4.3 Plichtethiek Volgens deze (deontologische) theorie is moreel goed iets wat overeenstemt met een morele plicht. Het lijkt een beetje op het utilisme, het hangt namelijk ook af van handelingen, alleen niet van de morele gevolgen, maar van de morele plicht. Het vervullen van een plicht is een doel, geen middel. Morele verplichting kan uit verschillende bronnen ontstaan; een ‘contract’ uit het verleden of een relatie tussen mensen. Beiden zijn absolute verplichtingen (ze gelden altijd en zijn niet afhankelijk). Volgens sommigen moet je handelen volgens generaliseerbare stelregels, dat zijn regels die je eigenlijk als algemene wet kan beschouwen. Voordeel: De centrale plaats van de morele principes. Een deontoloog zou altijd vanuit principes handelen en dus rechtvaardiger (volgens de wet) dan een utilist die alleen maar naar het grootst mogelijke geluk kijkt. Nadeel: je kan nooit weten welke principes moreel zijn en welke niet -> er is geen ‘objectief criterium’. Soms botsen ook twee morele principes (WW2, joden in NL), dit geeft aan dat sommige principes voorrang hebben op andere. Ook een nadeel schijnt dat het een ‘verborgen consequentialistisch’ iets is. Ze beroepen zich op de nadelige gevolgen van handelen zonder morele principes. § 4.4 Kant; de plicht roept 1724-1804, volgens hem werkt onze ‘rede’ op twee verschillende manieren: 1. theoretisch/ op kennis gericht
2. praktisch/ vanuit handelen
Ook Kant was op zoek naar eeuwige morele wetten, hij vond dat deze voorafgaand aan iedere ervaring moeten bestaan. Ook is hij op zoek naar de hoogste morele wet, de wet waar alle anderen van afgeleid zijn. “handel slechts volgens die regel, waarvan je zou willen dat het een algemene wet wordt en behandel ieder mens altijd al doel op zichzelf” § 4.5 Deugdethiek Volgens een bepaalde wijsgerige ethiek geeft een handeling niet aan of iemand een moreel goed dan wel moreel slecht mens is. Men moet kijken naar het waarom van deze handelingen. Waarom deed deze persoon dat, dat geeft aan of de mens moreel goed of moreel slecht is. Je moet dus naast de handeling ook naar het karakter, de motieven en de intenties kijken. Maar wat maakt een mens goed? Volgens deze filosofen is een deugdzaam mens een goed mens. De mens moet dus goede eigenschappen zoals moed en eerlijkheid hebben. De Griekse Aristoteles was de eerste deugdethicus. Hij zei dat de deugd niet iets was wat men heeft, maar iets wat men moet trainen om te verwerven.
§ 4.6 Thomas van Aquino; rede en openbaring Hij leefde van 1224-1274 en is dus een Middeleeuwse filosoof. In die tijd was het heel hip om de filosoofse ideeën van vroeger een christelijk jasje te geven (dit omdat de theologen altijd filosofen waren en vice versa). Augustinus heeft bvb Plato gekerstend. Hij zei dat de Platoonse Ideeën al bestonden in Gods gedachten voordat God de wereld schiep. Thomas maakt een scherp onderscheid tussen het geloof en de kennis. Bij de kennis gaat het om de objectieve werkelijkheid die verkregen wordt dmv de rede. Bij het geloof gaat het om ‘bovennatuurlijke kennis’. Naast wijsheid, rechtvaardigheid, moed en matigheid voegt Thomas drie christelijke deugden toe aan de belangrijkste deugden van de Grieken: hoop, geloof en liefde. Overeenkomsten met Aristoteles: 1. De mens is op de eerste plaats een redelijk wezen
2. Begeerten moeten in toom worden gehouden mbv de rede
3. De mens is vooral een sociaal wezen
Als voorwaarde voor moreel handelen zegt Thomas dat ‘vrijheid van de wil’ het allerbelangrijkste is.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.