Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 3

Beoordeling 0
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 1073 woorden
  • 29 september 2014
  • nog niet beoordeeld
Cijfer
nog niet beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie


1. De ideale samenleving

Utopia
-Utopie: ideale samenleving (eutopia) maar nooit bereikbaar (outopia). Die ideale samenleving wordt ook -Humanist Thomas More wel utopie (1516): eiland vol overvloed, geen afgunst en precieze voorschriften. -Francis Bacon utopie (1627): nieuw Atlantis gekenmerkt door technologische vooruitgang.
-20e eeuw anti-utopie: utopie ontaard in onderdrukkend regime waarin mensen niks meer te zeggen op de manier waarop ze willen leven. Georgle Orwell: 1984, kritiek op totalitaire staat.
-Na instorten communisme eind utopie inzicht. Popper: poging hemel op aarde te maken, brengt hel naar voren.

Plato
-Utopie: driedeling volk: werkende klasse (levensonderhoud), verdedigende klasse (wachters) en heersende klasse (beslissingen maken) → rechtvaardige samenleving.
-In de staat moet wijsheid aan de macht zijn → filosofen koning.

Het maatschappelijk contract
-Moderne sociale filosofie → sociaal contract: overeenstemming om je te onderwerpen aan een staat.  
Voor sociaalcontract is de mens in natuurtoestand.
- 3 theorieën over natuurtoestand en hoe het sociaal contract tot stand komt.
1 Thomas Hobbes: natuur toestand → pessimistisch mensbeeld → egoïstisch → algemene schaarste → oorlog ‘allen tegen allen’ → mensen meer baad bij vrede → maatschappelijk contract. Heerser mogelijk slecht maar beter dan geen. Opstand is niet wettig.
2 John Locke: natuurtoestand → moreel → natuurrechten (vrijheid, leven, gezondheid en bezit) → maatschappelijk contract om rechten te beschermen. Schaad je recht van een ander verspil je je eigen. Verschil met Hobbes: geen absoluut staatsgezag: scheiding wetgevers/uitvoerders & opstanden zijn soms gerechtvaardigd & overvloed (niet dingen opslaan).
Sociale theorie: Met lichaam kan je je bezit uitbreidden.
3 Jean-Jacques Rousseau: natuurtoestand → paradijs, mens vrij → verstoort door privé bezit → egoïsme → onnatuurlijke levensstijl met zwakke mensen → kinderen leidden onder deze sfeer.
Maatschappelijk contract: einde egoïsme, burgers besturen zichzelf door algemene wil. Utopie: kleine democratie waarin algemene wil makkelijk te bepalen en natuurlijke goedheid kan zegevieren.

Aristoteles
-Utopie: gemengde constitutie: geen gevaar dat massa de macht overneemt, goed opgeleide middenklasse neemt belangrijkste posities in.

Positieve en negatieve vrijheid
-Isaiah Berlin verschillende begrippen aan vrijheid.
-Hobbes: negatieve vrijheid: geen hindernissen (vrij van).
-Rousseau: positieve vrijheid: de mogelijkheid om te kiezen en het eigen leven in te richten.

Correlatiethese
-Negatief recht: het recht om vrij te zijn om iets te doen of te laten. Bv. Vrije meningsuiting, vrije godsdienst: niet belemmerd om je recht op vrijheid uit te oefen. (hoe minder regels, hoe meer)
-Positief recht: recht op bepaalde goederen, diensten of kansen. Bv. Voedsel, scholing, medische hulp. Anderen zijn verplicht iets te doen voor mij.
-Correlatiethese: het recht van de één brengt plicht voor de ander.
-Positieve recht op voedsel en onderdak wiens plicht is het?
-Botsing negatieve rechten: vrijheid van meningsuiting en discriminatie.

2. Een rechtvaardige samenleving
-Distributieve rechtvaardigheid: eerlijke verdeling van goederen en rechten. Eerlijk is subjectief.
-Correctieve rechtvaardigheid: herstellen van onrechtvaardigheid. (boete of straf)

Brede en smalle moraal
-Brede moraal: wat de overheid moet doen om geluk van haar burgers te bevorderen. (Nussbaum → taak overheid: mogelijkheden tot zelf ontplooiing.)
-Smalle moraal: overheid bemoeit zich niet met de manier van leven van burgers. Slechts voorwaarden scheppen zodat burgers daarbinnen hun leven kunnen creëren.
John Ralws, voorstander smalle moraal: mensen hebben 3 dingen nodig om leven in te richten: vrijheid, keuzemogelijkheden en welvaart. Theorie van rechtvaardigheid → sluier van onwetendheid.

Niccolò Machiavelli
Mens is alleen gericht op macht. Politici hoeven alleen te doen alsof ze goed zijn en doen er alles aan om hun macht te behouden. Leider immoreel → moet orde en rust garanderen → alles bij geoorloofd.

Liberalisme of communitarisme
-Liberalisme: smalle moraal.  Weinig mogelijk overheidsbemoeienis, wel voorwaarden scheppen voor vrijheid → negatieve rechten.
Grondlegger John Stuart Mill (utilitarisme): jou vrijheid stopt waar andere begint.
Lock → nachtwakers staat → leven, goede en have beschermt.
-Communitarisme: brede moraal. Charles Taylor → mens haalt identiteit uit gemeenschap. Vrijheid niet vanzelfsprekend geluk → gelijkheid, vrede en solidariteit → grote overheid.

Democratie: de meest rechtvaardige staatsvorm?
-Democratie: het volk (demos) heeft macht (kratos).
-Rousseau: tegen indirecte democratie → burgers moeten over alle zaken stemmen → middel grote stad geen democratie.
-Montesquieu: trias politica → scheiding der machten.
-Zwakte democratie: als meerderheid kiest voor leider die democratie afschaft.
-Aristoteles: democratie is instabiel → elke paar jaar veranderen de plannen weer. Deskundigheid niet te garanderen van leiders.


 

Anarchisme
-Anarchisme: pleiten voor autoriteit loze en geweldloze samenleving; → harmonie.
Iedere vorm van autoriteit is onderdrukking. Uitgangspunt is dat mensen sociale wezens zijn die problemen gezamenlijk oplossen. Mensen vrij en gelijk.
-Pierre-Joseph Proudhon: alle eigendom is diefstal. (rente)

Communisme en socialisme
-Karl Marx: kapitalisme → vervreemding. Religie → vervreemding → menselijke eigenschappen toeschrijven aan een God maakt ons armer. Utopie: klasseloze, areligieuze samenleving waarin het volk productiemiddelen heeft zonder uitbuiting en onderdrukking.
-Communistisch Manifest: arbeiders in opstand → fase van socialisme → communisme.
-Lenin: nam theorieën van Marx over → totalitair regime.

3. Macht en markt

De vrije markt als fundament
-Marx: economie fundament samenleving. Kritiek kapitalisme → productie bepaald wie de macht heeft.
-Adam Smith: vrije markt in belang samenleving. Eigen voordeel → algemeen welzijn → onzichtbare hand.
Overheid tegen corruptie, voor gemeenschapsgevoel en onderwijs.

Valse behoeften
-Frankfurter Schule: voornamelijk marxisten, kritische filosofische beweging. →
-Herbert Marcuse: Combineert Marx en Freud
Marx → markt bepaald alles → mens slechts consument.
Freud → mens wordt gedreven door Eros, verlangen/levensdrift en Thanatos, vernietiging/ doodsdrift.           Thanatos kan niet worden geuit in moderne samenleving → natuur beheersen door technologie.
                Maar het verlangen naar een natuurlijk/vrij bestaan blijft bestaan dus voel men zich ‘onbehagen        in de cultuur’.
Kapitalistische samenleving → valse behoeften → als niet door late beïnvloeden → Eros (creativiteit).
Niet laten onderwerpen aan systeem.
-René Girard: mimetische begeerte (het zelfde willen hebben als anderen) → makkelijk beïnvloedbaar.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Communisme en socialisme
-Karl Marx: kapitalisme → vervreemding. Religie → vervreemding → menselijke eigenschappen toeschrijven aan een God maakt ons armer. Utopie: klasseloze, areligieuze samenleving waarin het volk productiemiddelen heeft zonder uitbuiting en onderdrukking.
-Communistisch Manifest: arbeiders in opstand → fase van socialisme → communisme.
-Lenin: nam theorieën van Marx over → totalitair regime.

3. Macht en markt

De vrije markt als fundament
-Marx: economie fundament samenleving. Kritiek kapitalisme → productie bepaald wie de macht heeft.
-Adam Smith: vrije markt in belang samenleving. Eigen voordeel → algemeen welzijn → onzichtbare hand.
Overheid tegen corruptie, voor gemeenschapsgevoel en onderwijs.

Valse behoeften
-Frankfurter Schule: voornamelijk marxisten, kritische filosofische beweging. →
-Herbert Marcuse: Combineert Marx en Freud
Marx → markt bepaald alles → mens slechts consument.
Freud → mens wordt gedreven door Eros, verlangen/levensdrift en Thanatos, vernietiging/ doodsdrift.           Thanatos kan niet worden geuit in moderne samenleving → natuur beheersen door technologie.
                Maar het verlangen naar een natuurlijk/vrij bestaan blijft bestaan dus voel men zich ‘onbehagen        in de cultuur’.
Kapitalistische samenleving → valse behoeften → als niet door late beïnvloeden → Eros (creativiteit).
Niet laten onderwerpen aan systeem.
-René Girard: mimetische begeerte (het zelfde willen hebben als anderen) → makkelijk beïnvloedbaar.

Macht  is overal
-Michel Foucault: macht niet centraal maar overal bv. sociale controle, reclame en leraar/leerling.
-De macht tussen mensen is gericht op uitsluiting (niet doen zoals de rest).
-Koepelgevangenis: disciplinering gevangene gaat door onafhankelijk bewaker. (Camera’s)
 
Globalisering
-Globalisering: angst culturele verschillen verdwijnen & multinationals schaden: milieu, armoede en mensenrechten.
-Ghanese president Kufuor: globalisering = kolonisering = overheersing rijke landen.
-Global village: kleine handelingen hebben invloed op plekken die we niet kennen. Bv. Fair trade.
-Realiseren rechtvaardige samenleving moeilijk → global justice nog moeilijker.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.