regels van de gerund (infinitive + ing)

infinitive of gerund?

Met de ‘gerund’ bedoelen we dat je een werkwoord + ing gebruikt. Let op: dit is NIET hetzelfde als de present- of past continuous. à Dit zijn twee verschillende dingen.

Wanneer gebruik je nu die ‘gerund’?

Bij de volgende regels:

1. Als je van het werkwoord een zelfstandig naamwoord maakt en het daardoor het onderwerp van de zin wordt.

• under 18 is illegal.               à       Drink+ing    à Drinking
• is bad for you.                        à       smoke+ing   à Smoking

1. Als het werkwoord + ing (Gerund) een lijdend voorwerp wordt.

He prefers sleeping over working.

1. Na specifieke werkwoorden.

to avoid, to enjoy, to fancy, to feel like, to finish,

to imagine, to practise, to spend time, to suggest.

• See SB p. 105.

Do you fancy going to the cinema tonight?

He finished working around midnight.

1. Na specifieke uitdrukkingen.

I don’t mind…… telling my story to you.

It’s no use…

I can’t help… / I couldn’t help…

I can’t stand… / I couldn’t stand…

It’s no good…

1. Na voorzetsels.

He always talks about moving to Amsterdam.

Don’t cross a road without looking.

I see no point in inventing new things.

Wat nu bij deze werkwoorden…?

to begin, to continue, to hate, to like, to love, to prefer, to start.

• See SB p. 105.

Deze werkwoorden kunnen namelijk een to-infinitive of een Gerund hebben.

To-infinitive:

Je gebruikt de to-infinitive als je het over een specifieke gebeurtenis hebt.

            I hate to ask you, but could you please help me?

Gerund:

Je gebruikt de Gerund als je het over een algemene gebeurtenis hebt.

I hate doing the dishes at home.