Present
• Present Simple
Wanneer? Feit/gewoonte
Hoe? Hele werkwoord, bij he/she/it +s
Signaalwoorden: always, never, ever, usually, often, always.
• Present Continious
Wanneer? Nu of heel binnenkort
Hoe? Vorm van to be + werkwoord + ing
Signaalwoorden?
• Present Perfect
Wanneer?
1. In het verleden begonnen en nog steeds bezig
2. Resultaat vanuit het verleden
3. Altijd al willen doen
Hoe? Has/have + werkwoord + ed of 3e rijtje Signaalwoorden: since, for, how long, not yet, just, never, ever, always
Past
• Past Simple
Wanneer? Als het in het verleden is gebeurd en is afgelopen
Hoe? Werkwoord + ed of 2e rijtje
Signaalwoorden: yesterday, last.... , in…. , the other day, …. minutes ago
• Past Continuous
Wanneer? Als er iets in het verleden voor een ander verleden gebeurde
Hoe? Vorm van to be in het verleden + ww + ing
Signaalwoorden: when, were
• Past Perfect
Wanneer? Als iets in het verleden is gebeurd vlak voor iets anders gebeurdde
Hoe? Had + werkwoord + ed of 3e rijtje
Signaalwoorden: -
Toekomst
1. Will + hele werkwoord
2. To be going to + hele werkwoord (verwachting of van plan zijn)
3. Present Continuous (heel binnenkort)
4. Present Simple (vaste tijden)
5. Shall (aanbieden, kan alleen met I/we)
• Present Simple
Wanneer? Feit/gewoonte
Hoe? Hele werkwoord, bij he/she/it +s
Signaalwoorden: always, never, ever, usually, often, always.
• Present Continious
Wanneer? Nu of heel binnenkort
Hoe? Vorm van to be + werkwoord + ing
Signaalwoorden?
• Present Perfect
Wanneer?
1. In het verleden begonnen en nog steeds bezig
2. Resultaat vanuit het verleden
3. Altijd al willen doen
Hoe? Has/have + werkwoord + ed of 3e rijtje Signaalwoorden: since, for, how long, not yet, just, never, ever, always
Past
Wanneer? Als het in het verleden is gebeurd en is afgelopen
Hoe? Werkwoord + ed of 2e rijtje
Signaalwoorden: yesterday, last.... , in…. , the other day, …. minutes ago
• Past Continuous
Wanneer? Als er iets in het verleden voor een ander verleden gebeurde
Hoe? Vorm van to be in het verleden + ww + ing
Signaalwoorden: when, were
• Past Perfect
Wanneer? Als iets in het verleden is gebeurd vlak voor iets anders gebeurdde
Hoe? Had + werkwoord + ed of 3e rijtje
Signaalwoorden: -
Toekomst
1. Will + hele werkwoord
2. To be going to + hele werkwoord (verwachting of van plan zijn)
3. Present Continuous (heel binnenkort)
4. Present Simple (vaste tijden)
5. Shall (aanbieden, kan alleen met I/we)
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
L.
L.
past perfect heeft ook signaalwoorden bv when
7 jaar geleden
Antwoorden