Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1
Actieven en inactieven:
- Actieven; mensen die betaald werk verrichten
- Mannen/vrouwen
- Parttimers/fulltimers
- Autochtonen/allochtonen
- Kostverdieners/tweeverdieners
- Minimumloners/miljonairs
- Inactieven; krijgen een uitkering
- Werklozen
- Arbeidsongeschikten
- 65-plussers
- Is sterk toegenomen
- Krijgen AOW + pensioen dat ze gespaard hebben
- Een pensioenfonds beheert deze en belegd ze
- I/A ratio
- Inactieven / actieven
- Hoe groter de ratio, hoe lastiger de betaalbaarheid
- Premiedruk
- De werkenden van nu moeten meer geld afstaan voor de ouderen van nu à hierdoor stijgt de premiedruk
- Kosten inactieven/ inkomens actieven * 100%
- De kosten van de inactieven bereken je door de uitkering * aantal inactieven
- Stelsels
- Omslagstelsel
- De werkenden van nu betalen de sociale premies voor de inactieven van nu
- Kapitaaldekkingsstelsel
- De werkende betaalt premie en spaart daarmee voor zijn eigen pensioen
De AOW
- De werkende betaalt premie en spaart daarmee voor zijn eigen pensioen
- Omslagstelsel
- Is een volksverzekering à dat betekend dat het voor ELKE Nederlander geldt
- De AOW wordt, normaal gesproken, jaarlijks aangepast
- Welvaartsvast
- Als de kosten omhoog gaan met 2% en de lonen met 3.5% dan gaat de AOW met 3.5% omhoog
- Waardevast
- Als de kosten omhoog gaan met 2% en de lonen met 3.5% dan gaat de AOW met 2% omhoog
- In Nederland hebben we een waardevaste AOW i.v.m. de snelle vergrijzing
- Welvaartsvast
- De vergrijzing wordt steeds groter dus gaat steeds meer geld kosten
- Economische voorspoed/groei is vereist
- Oplossingen:
- Pensioenleeftijd omhoog
- Hoogte AOW aanpassen
- Bezuiniging door de overheid
De WIG
- Oplossingen:
- Een wig drijven tussen is een uitdrukking die aangeeft dat mensen verder van elkaar verwijdert raken
- Alle premies zorgen ervoor dat werkenden een steeds groter deel van hun inkomen afstaan
- Zorgt voor een verschil tussen de loonkosten van de werkgever en het nettoloon van de werknemer
- In €’s of procenten van het brutoloon
- Een te grote wig heeft negatieve effecten op onze economie
- De WIG is hoog tijdens een lage conjunctuur
- De WIG is laag tijdens een hoge conjunctuur
Structuur en conjunctuur
- Conjunctuur
- Vraagkant van de economie
- Besteding van gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland
- Structuur
- Aanbodkant van de economie
- Productiefactoren
- Kapitaal (rente)
- Arbeid (loon)
- Natuur (huur)
- Ondernemersschap (winst)
- Bezettingsgraad (outputgap)
- Werkelijke productie / maximale productie * 100%
- Werkelijke productie / maximale productie * 100%
- Hoogconjunctuur (aanzuigend)
- Weinig inactieven (kleine arbeidsreserve) lonen stijgen kans op inflatie
- Aanzuigeffect
- Lage i/a ratio
- Laagconjunctuur (ontmoedigend)
- Veel inactieven (grote arbeidsreserve) lonen dalen
- Ontmoedigingseffect
- Hoge i/a ratio
- De overheid moet ingrijpen
- Belasting omlaag
- Overheidsbestedingen omhoog
- Rente aanpassen
Samenvatting Economie Werk & Inkomen H2
Vraag en aanbod
- Vraag
- Van bedrijven en de overheid
- De bezette arbeidsplaatsen en de vacatures
- De potentiële werkgelegenheid
- Aanbod
- Mensen die willen en kunnen werken
- Vanaf 15-65 jaar die minstens 12 uur per week willen werken
Surplus
- Consumenten surplus
- Werkgevers
- Vraag
- De evenwichtsprijs is €10, maar ze bieden er wel €17. Dan is het consumenten surplus €7
- Producenten surplus
- Werknemers
- Aanbod
- De evenwichtsprijs is €10, maar ze willen er ook wel €4 voor. Dan is het producenten surplus €6
- Het consumenten en producenten surplus samen is de totale welvaart
Lonen
- Collectieve arbeidsovereenkomst
- Overleg vakbonden en werkgeversbonden
- Binnen de wet
- Bepaald door economische situatie
- Laagconjunctuur?
- Hoogconjunctuur?
- De minimum prijs is hoger dan de evenwichtsprijs
- Als de vraag minder is, zijn de lonen te hoog
- Meer werkeloosheid
- Als het aanbod groeit, willen mensen meer verdienen
- Loonruimte
- De mogelijke loonsverhoging waarbij het aandeel in de winst NIET daalt
- Je doet het inflatie% + stijging AP
Gevangenis dilemma
- Moet je de lonen verhogen?
- Zelfbinding
- 1 v/d partijen gaat sowieso keuze A kiezen, ongeacht wat de andere partij kiest.
-
Marktvormen
- Volkomen concurrentie
- 1 homogeen product
- Prijs bepaald door collectieve aanbod en vraag
- Monopolie
- 1 product
- Prijs bepaald door enige aanbieder
- Oligopolie
- Klein aantal grote bedrijven
- Angst prijzenoorlog
- Monopolistische concurrentie
- Heterogene producten
- Vrije toetreding
- Niet de werkelijkheid…
- 1. Geen homogeen product
- ‘Een werkloze schoenmaker kan niet direct een vacature van niet timmerman vervullen’
- 2. Geen vrije toetreding
- 3. Prijsvorming niet tot stand door markt
- Aanbieders vertegenwoordigd door vakbonden
- 4. Niet transparant
- 1. Geen homogeen product
- Krappe arbeidsmarkt
- ‘Er is meer vraag naar arbeid dan aanbod van arbeid’ à arbeid is moeilijk te vinden à lonen omhoog
- Aanzuigende werking
- Ruime arbeidsmarkt
- ‘Er is meer aanbod van arbeid dan vraag naar arbeid’ à arbeid is niet moeilijk te vinden à lonen omlaag
- Ontmoedigende werking
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden