Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Markten en welvaart - Hoofdstuk 3

Beoordeling 5.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 6e klas vwo | 368 woorden
  • 13 februari 2017
  • 5 keer beoordeeld
Cijfer 5.1
5 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Hoofdstuk 3
Marktvorm-> Volkomen concurrentie Monopolistische concurrentie Oligopolie Monopolie
Aantal aanbieders heel veel aanbieders beperkt aantal aanbieders enkele aanbieders (5-10) één aanbieder
Aard van goederen homogene goederen heterogene goederen homo en heterogene goederen homo en heterogene goederen
Doorzichtigheid van de goederen  volkomen transparant niet transparant  niet transparant niet transparant
Toetreding  makkelijk  relatief moeilijk moeilijk  zeer moeilijk

Invloed op de prijs geen invloed grote invloed beperkte invloed zeer grote invloed
één markt of deelmarkten één markt deel markten beide  beide
Prijsafzetlijn  horizontaal dalend licht dalend sterk dalend
Voorbeelden groente en fruit teelt smartphones en besturingssystemen  providers en banken  NS en Microsoft
TO = P x Q totale opbrengst=omzet TK = TCK(licht) + TVK(afhankelijk v. productie)
TW(totale winst) = TO - TK  GTK = TK / Q
GCK = TCK / Q GVK = TVK / Q
GO = TO / Q = P(rijs) MO = MK geeft maximale winst
MO = P                  TO=maximaal → MO=0 BEP: TO = TK geen winst geen verlies
Homogeen product = voor de afnemer precies hetzelfde.
Heterogeen product = de aanschaf door de afnemer wordt mede bepaald door verschillen in de aard van het product.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) = staat voor een balans tussen mensen, milieu en winst.
Prijsdiscriminatie = een bedrijf vraagt verschillende prijzen voor hetzelfde product.

Prijsdifferentiatie = een bedrijf vraagt verschillende prijzen voor aanverwante producten. Het gevangenendilemma:
vb: prijsverlaging wel of niet doen, in klanten.
 B kolomspeler 
A rijspeler wel  niet
wel 30;30 60;0
niet 0;60 0;0
Dominante strategie A is wel want dat levert hem het meeste op ongeacht wat de ander doet. (rood)
Dominante strategie B is wel want dat levert hem het meeste op ongeacht wat de ander doet. (blauw)
Het nash evenwicht is waar 2 streepjes staan. In dit geval is dat bekennen voor beide.
Nash evenwicht = evenwicht waar het voor beide spelers niet loont om af te wijken van het evenwicht.  

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.