Welvaart is de mate waarin behoefte kunnen worden bevredigd met de beschikbare middelen. Vrije tijd vergroot ook je welvaart. Nederland is koptijd van deeltijd werken omdat:
- In Nederland zijn er meer mogelijkheden om in deeltijd te werken
- Nederlanders gevin in vergelijking met buitenlan
ders een grotere voorkeur aan vrije tijd boven werk
- Veel Nederlanders verdelen de zorgtaken, mannen verzorgen bijvoorbeeld ook de kinderen en maken schoon.
Dat de mogelijkheid er is om in deeltijd te werken komt omdat er relatief veel mensen werken in Nederland. Een volledige baan wordt een arbeidsjaar genoemd, maar dat kan bijvoorbeeld twee deeltijdbanen zijn. De werkgelegenheid noem je ook wel het arbeidsvolume. Het p/a-ratio is het aantal personen gedeeld door de arbeidsjaren. Als het p/a-ratio stijgt betekent dat er meer mensen in deeltijd werkt.
De participatiegraad is het percentage dat aangeeft hoeveel mensen van 15-65 bij de beroepsbevolking hoort. Beroepsbevolking = werkenden + werkelozen. De beroepsbevolking + de niet beroepsvolking noem je de potentiele beroepsbevolking.
Participatiegraad = beroepsbevolking / potentiele beroepsbevolking x 100%
Door de babyboom in Nederland na de 2e wereldoorlog is er nu veel vergrijzing, veel mensen zijn ouder dan 65 jaar wat gevolgen heeft voor de zorgkosten. Om de steeds oudere bevolking betaalbaar te houden wordt er gekenen hoe de arbeidsparticipatie omhoog kan gaan.
65 + en mensen met een uitkering noemen we inactieven, mensen die deel uit maken van de arbeidsmarkt noemen we actieven. Actieven betalen belasting en premies waaruit de inactieven worden betaald.
i/a-ratio = aantal inactieven : aantal actieven x 100
Bij actieven wordt van een voltijdbaan uitgegeaan en inactieven een volledige uitekering. Door toenamen van inactieven stijgt het i/a-ratio. De nadelen:
- Minder actieven moeten voor meer inactieven betalen
- De belastingen en premies gaan omhoog wat leidt tot een lager netto inkomen
- Een andere mogelijkheid is dat de uitkeringen worden verlaagd.
De productie van alle mensen samen uit een land noemen we nationaal product. Het inkomen van alle mensen is het nationaal inkomen.
Oplossingen voor de stijging van het i/a-ratio :
- Actieven meer uren per jaar laten werken, de productie wordt verhoogd
- De arbeidsproductieviteit per uur te verhogen. ( arbeidsproductiviteit is de productie per werkende per tijdseenheid)
- Pensioensleeftijd verhogen
- Verlagen van de hoogte van uitkeringen
- Verbeteren van kinderopvang waardoor een nietwerkende ouder weer kan gaan werken.
Stijging van arbeidsproductiviteit:
- Betere machines
- Betere opleidingen
- Betere organistatie van het arbeidsprocess, door specialisatie en arbeidsdeling
Op de arbeidsmarkt komen vraag naar arbeid en aanbod van arbeid samen. Alle mensen die kunnen en willen werken tussen 15 – 65 noemen we aanbod van arbeid (beroepsbevolking).
Een verklaring van de groei van de beroepsbevolking kan zijn dat vrouwen steeds meer gaan werken, jonge vrouwen, maar ook oudere vrouwen ‘die uit de kinderen zijn’.
Wetgeving en het dalend aantal banen beinvloed het arbeidsaanbod. Bijv. De pensioensleeftijd en leerplicht.
De vraag naar arbeid wordt uitgeoefend door bedrijven en de overheid. Dit zijn werkgevers, zij vragen om werknemers. Vraag naar arbeid à vraag naar werknermers, de vraag naar arbeidskracht van zelfstandigen en vacatures.
Schommelingen in de productie als gevolg van veranderingen van bestedingen noemen conjuctuurschommelingen. Als bestedingen boven de trendlijn liggen noemen we het hoogconjuctuur.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden