Economie hoofdstuk 1. Produceren en inkomen in Nederland
Een tabel kan dingen anders laten lijken dan ze zijn.
Nationaal inkomen - wat een land verdiend
Koopkracht - wat je van je inkomen kan kopen
Nederland - te duur voor makkelijke arbeidsintensieve massaproductie
Arbeidsverdeling - proces van specialisatie
Economische activiteiten (sectoren)
o Primaire sector - landbouw
o Secundaire sector - industrie
o Tertiaire sector - commerciële dienstverlening
o Quartaire sector - niet commerciële dienstverlening
Privatiseren -taken van de overheid worden particulier
Bruto Binnenlands Product (BBP) - productie van bedrijven+overheid
Arbeidsproductiviteit (apt) - omvang productie/aantal werknemers
Productiefactoren:
o Kapitaal - winst
o Arbeid - loon
o Natuur - rente
o Ondernemingsschap - huur
Arbeidsintensieve of kapitaalintensieve productie
Informele economie - vrijwilligerswerk, zwartwerk
Toegevoegde waarde van bedrijven = omzet – ingekochte grond- en hulpstoffen.
Toegevoegde waarde van de overheid - ambtenarensalarissen
Afschrijven - waardevermindering machines
BBP – afschrijvingen van de overheid en bedrijven = NBP
Objectieve methode - binnenlandsproduct berekenen door het optellen van de toegevoegde waardes van overheid en bedrijven (CBS)
Subjectieve methode - NBP berekenen via de inkomens
Netto Binnenlands Inkomen = Netto Binnenlands Product
Bruto Binnenlands Inkomen = Bruto Binnenlands Product
Welvaart in enge zin - de koopkracht van de burger
(BBP per hoofd v.d. bevolking gecorrigeerd voor de prijsstijging)
Welvaart in ruime zin - de koopkracht + vrije tijd, ruimte, schoon milieu
De nominale stijging van inkomen en BBP is de stijging van het geldbedrag
De reële stijging van inkomen en BBP is de stijging van de koopkracht
Nominaal inkomensindexcijfer/ prijsindexcijfer x 100 =
reële inkomensindexcijfer
Inflatie - hoeveel het leven voor de gemiddelde NLder duurder wordt
Consumentenprijsindex (CPI) - inflatie cijfer
Wegingsfactoren - welk deel van je inkomen je waar aan besteed
Budgetonderzoek - soort enquête over bestedingsgewoonten
Wegingsfactoren x prijsindexcijfers/som v.d. wegingfactoren = CPI
Nivelleren - inkomens komen in verhouding dichterbij elkaar
Denivelleren - inkomensverschillen worden in verhouding kleiner
Personele inkomensverdeling - verdeling van inkomens over personen
Verschillen tussen arm en rijk, grafisch weergeven - Lorenzcurve
Cumulatief - opgeteld
Een tabel kan dingen anders laten lijken dan ze zijn.
Nationaal inkomen - wat een land verdiend
Koopkracht - wat je van je inkomen kan kopen
Nederland - te duur voor makkelijke arbeidsintensieve massaproductie
Arbeidsverdeling - proces van specialisatie
Economische activiteiten (sectoren)
o Primaire sector - landbouw
o Secundaire sector - industrie
o Tertiaire sector - commerciële dienstverlening
Privatiseren -taken van de overheid worden particulier
Bruto Binnenlands Product (BBP) - productie van bedrijven+overheid
Arbeidsproductiviteit (apt) - omvang productie/aantal werknemers
Productiefactoren:
o Kapitaal - winst
o Arbeid - loon
o Natuur - rente
o Ondernemingsschap - huur
Arbeidsintensieve of kapitaalintensieve productie
Informele economie - vrijwilligerswerk, zwartwerk
Toegevoegde waarde van bedrijven = omzet – ingekochte grond- en hulpstoffen.
Toegevoegde waarde van de overheid - ambtenarensalarissen
Afschrijven - waardevermindering machines
BBP – afschrijvingen van de overheid en bedrijven = NBP
Objectieve methode - binnenlandsproduct berekenen door het optellen van de toegevoegde waardes van overheid en bedrijven (CBS)
Subjectieve methode - NBP berekenen via de inkomens
Bruto Binnenlands Inkomen = Bruto Binnenlands Product
Welvaart in enge zin - de koopkracht van de burger
(BBP per hoofd v.d. bevolking gecorrigeerd voor de prijsstijging)
Welvaart in ruime zin - de koopkracht + vrije tijd, ruimte, schoon milieu
De nominale stijging van inkomen en BBP is de stijging van het geldbedrag
De reële stijging van inkomen en BBP is de stijging van de koopkracht
Nominaal inkomensindexcijfer/ prijsindexcijfer x 100 =
reële inkomensindexcijfer
Inflatie - hoeveel het leven voor de gemiddelde NLder duurder wordt
Consumentenprijsindex (CPI) - inflatie cijfer
Wegingsfactoren - welk deel van je inkomen je waar aan besteed
Budgetonderzoek - soort enquête over bestedingsgewoonten
Wegingsfactoren x prijsindexcijfers/som v.d. wegingfactoren = CPI
Nivelleren - inkomens komen in verhouding dichterbij elkaar
Denivelleren - inkomensverschillen worden in verhouding kleiner
Verschillen tussen arm en rijk, grafisch weergeven - Lorenzcurve
Cumulatief - opgeteld
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden