Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Hoofdstuk 8

Beoordeling 6.7
Foto van Bart
  • Samenvatting door Bart
  • 3e klas vwo | 343 woorden
  • 6 juni 2013
  • 2 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
2 keer beoordeeld

H8 samenvatting

Consumenten kopen goederen en diensten om daarmee aan hun behoeften te voldoen. Producenten zijn particuliere bedrijven die goederen en diensten leveren. Goederen zijn tastbare of stoffelijke producten, zoals auto’s, koelkasten, smartphones en kerstkaarten. Diensten zijn ontastbare of onstoffelijke producten zoals huisarts, auto-instructeur en het verzenden van een sms’je. De vraaglijn geeft het verband aan tussen de prijs van een product en het aantal gevraagde producten. De betalingsbereidheid is de prijs die vragers maximaal bereid zijn om te betalen voor een product. Bijvoorbeeld: Qa= 40P – 500, Qa= aangeboden hoeveelheid producten, P=prijs van product. Aanbodlijn geeft aan hoeveel producten er geleverd of aangeboden worden tegen een bepaalde prijs. Een markt is een plaats waar vragers en aanbieders elkaar treffen. Er zijn verschillende soorten markten zoals:

de markten voor goederen en diensten, waarbij de prijs door vraag en aanbod wordt bepaald.

De arbeidsmarkt, waar vraag en aanbod de prijs van arbeid bepaalt. De prijs van arbeid is het loon. Arbeid wordt gevraagd door werkgevers en werknemers zijn aanbieders van arbeid.

De vermogensmarkt, waar geld wordt aangeboden en geld wordt gevraagd. De aanbieders op deze markt zijn bijv. de banken en de vragers zijn consumenten die geld willen lenen om een huis of een auto te kopen en producenten die geld nodig hebben om de productiecapaciteit ui te breiden. De prijs van geld lenen en uitlenen is de rente.

De valutamarkt, waar vragers en aanbieders van valuta (bijv. dollars, yens of euro's) de wisselkoers (=prijs) van een valuta bepalen.

Een model is een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid. Homogene goederen zijn goederen die in de ogen van de consument identiek dus hetzelfde zijn. Heterogene goederen zijn goederen die in de ogen van de consument verschillen en dus niet identiek zijn. Volkomen concurrentie is een marktvorm met veel aanbieders en een homogeen product. Een monopolie is een marktvorm waarbij maar 1 aanbieder is, zoals NS: alleen de NS mag intercitypersonenvervoer op het spoor aanbieden. Een oligopolie is een marktvorm waarbij er maar een paar aanbieders zijn van een homo of heterogeen product.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Ook geschreven door Bart