Collectieve sector: Overheid in Ruime zin + Sociale Zekerheid (Publieke Sector) 7.2 Particuliere sector (Private Sector) = Consumenten en Ondernemingen
Collectieve sector doet 2 soorten uitgaven: 1 Overdrachtsuitgaven = Uitkeringen en subsidies
2 Overheidsbestedingen (Iets maken) In overheidsbestedingen zit ingesloten: Overheidsconsumptie: Verwarming van overheidsgebouwen etc. (Zie blz 124) 7.3 Marktmechanisme: Vraag en Aanbod bepalen de prijs / productie
Voorbeeld: Spijberbroek Markmechanisme
ZuiverCollectieve goederen: Kenmerken: Niemand van consumptie uitgesloten Consumenten hinderen elkaar niet in gebruik
Voorbeeld: Defensie en wegen Geen Marktmechanisme (Te duur voor ondernmr) Wordt betaald door belastingen
QuasiCollectieve goederen: Kenmerken: Uitsluiten mogelijk maar moeilijk Consumptie verhindert niet
Voorbeeld: Onderwijs Gas water electriciteit
2 NietBelastingmiddelen (Aardgas, boetes) Collectieve lasten: Ontvangesten van de collectieve sector zonder tegenprestatie
Bestaat uit:Belastingen , Sommige niet belastingmiddellen, Socialeverzekering premies 7.8 3 Manieren om belasting te ontduiken: Afwentelen (Een ander laten betalen Ontduiken (Zwart werken) Ontwijken (Tanken in Duitsland) Laffer Curve: Hogere lasten druk hoeft niet altijd te resulteren in meer inkomen, als de lasten druk te hoog is gaan mensen zwart werken en krijgt de overheid dus minder inkomen 7.9 3 Regels bij het vaststellen van Belastingen: Doelmatigheidsbeginsel = Mag niet nadelig zijn voor de welvaart van iets of iemand
Profijtbeginsel = Biblioteek kosten, schoolkosten 7.10 Rijksbegroting: Wetsvoorstel van de regering aan het parlment
Miljoenennota: Samenvatting van Rijksbegroting + Hoe RijksBg past in Nederland. Macro-Economische Verkenning: Voorspellingen over de economie in het komende jaar
WiebelTax: 5% verhoggen of te verlagen om tekorten tegentegaan 7.11 Uitgaven – ontvangsten = Begrotingstekort – Aflossing staatschuld = Financieringstekort 7.12 Een lidstaat kan alleen deelnemen aan de EMU als hij: Financirings tekort niet hoger dan #% van BBP
Overheidsschuld 60% BBP
Inflatie minder dan 1.5% hoger dan geringste geld ontwaarding in 3 eu landen. 7.13 Tekort financieren kan op 3 manieren
2 Onderhands lenen bij beleggers
3 Lenen op geld markt 8.1 Open economie: Intensief handel en betalingsverkeer onderhouden met het buitenland, Dus de binnenlandse situatie staat sterk onder invloed van de buitenlandse. Globalisering: Dat er veel goederen op de wereldmarkt komen door de snelle ontwikkeling van communicatie technieken, waardoor de concurrentie toeneemt. Deviezen: Deviezen zijn internationaal aanvaarde betaalmiddelen. Dollar, euro, yen. Internationale arbeidsverdeling: Zich landelijk specialiseren in een bepaald product, zodat ze een voorsprong hebben op de wereldmarkt. Dit kan komen door het klimaat delfstoffen etc. Vrijhandel: Vrij handelsverkeer tussen landen. Zodat internationale arbeidsverdeling kan bestaan. 8.2 Protectie: Het beschermen van binnenlandse producten tegen de concurrerende wereldmarkt. Dit komt voor in vorm van invoerrechten. 1 Een belasting op ingevoerde goederen, een zogenaamd invoerrecht. Zo worden de ingevoerde producten duurder dan de producten in het binnenland geproduceerd. 2 Een subsidie op uitgevoerde goederen exportsubsidie. 3(quotering) Invoercontigenten, de overheid stelt een maximum aan de hoeveel of waarde van een bepaald goed uit het buitenland geïmporteerd. 4 Non-tarifaire belemmeringen, zoals ingewikkelde douane formaliteiten of kwaliteit eisen waar de buitenlandse producten aan moeten voldoen. Dumping: Goederen aanbieden lager dan de kostprijs. 8.3 Betalingsbalans: Systematisch overzicht van alle economische transacties met het buitenland. Toelichting zie pagina 150. Lopende rekening: Goederenrekening+dienstenrekening+inkomstenrekening
1 Buitenlandse onderneming breidt vestigingen uit in NL
2 Buitenlandse beleggers die Nederlandse aandelen kopen. 3 En Nederlandse importeur ontvangt krediet van buitenlandse leverancier. Speculatief kapitaal verkeer: Tijdelijk kapitaaluitvoer uit Nederland. Bijvoorbeeld bij een goedkope dollar snel aandelen in Amerika kopen. 8.4 Materiaal overwicht: Als het saldo van goud en deviezen niet of nauwelijks verandert. Fundamenteel evenwicht: Als de lopende rekening en structurele kapitaalverkeer samen in evenwicht zijn. Zonder het kortlopende speculatieve betaalverkeer. 8.5 Een tekort op de betalingsbalans is een probleem want dan verdient het buitenland meer aan ons. Concurrentie positie: De lonen en prijzen stijgen meer dan bij de handelspartners de export van Nederland wordt duurder. En ingevoerde producten worden na verhouding goedkoper. Overbesteding in binnenland: De vraag na goederen en diensten is groter dan de productie capaciteit. Meer vraag na ingevoerde producten
Onderbesteding: In het buitenland neemt de vraag af. Daardoor neemt onze uitvoer terug. Technische ontwikkeling: Sommige landen lopen voorop met betere machines en anderen achterop, omdat ze minder ontwikkelen. Debiteurlanden: Landen met grote schulden bij andere landen, waardoor ze veel rente moeten betalen. Incidentele oorzaken: rampen, misoogsten, overstromingen, oorlog etc. Ruilvoet De verhouding tussen de prijzen van goederen die een land uitvoert en de prijzen van goederen die invoert. Ruilvoet = Indexcijfer van het prijspijl van de export: Indexcijfer van het prijspijl van de import= x 100 = ruilvoet
1 voorzien in internationale liquiditeiten. 2finnanciele steun verlenen aan landen met betalingsproblemen. Dit is ook de belangrijkste taak van het IMF krediet verlenen aan landen die het moeilijk hebben. Dit kan doordat bij de oprichting van het IMF elk land een bepaalde hoeveelheid geld hebben gestort op hun rekening. Trekkingsrecht: De mogelijkheid om bij het IMF te lenen.Dit bestaat uit reserves die de landen zelf hebben aangelegd
Krediettranches: Hiervan kunnen ontwikkelingslanden meesmikkelen Hoe meer een land leent hoe harder de voorwaarden worden om de binnenlandse economie te veranderen. Wereldbank: Verleend op lange termijn geld aan ontwikkelingslanden.
2 Er is in algemeen weinig industrialisatie
3 economische groei is gering
4 Het land krijgt zijn exportopbrengsten uit een bepaald aantal grondstoffen. 5 Op het gebied van onderwijs en kennis is er een achterstand.
REACTIES
1 seconde geleden