Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Hoofdstuk 5 en 6

Beoordeling 6.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas havo/vwo | 595 woorden
  • 29 mei 2006
  • 9 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
9 keer beoordeeld

Economie Hoofdstuk 5 Het VMBO-diploma geeft toegang tot middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Sectoren: economie, techniek, agrarisch, dienstverlening, gezondheidszorg. Het HAVO-diploma geeft toegang tot hoger beroepsonderwijs (HBO). opleiding: technisch, economisch, administratieve, paramedische, agrarische, kunstzinnige, pedagogisch. Het VWO-diploma geeft toegang tot de universiteit, of wetenschappelijk onderwijs. Opleidingen: letteren, rechten, techniek, informatica, bedrijfskunde, chemie, economie. Na 3e klas havo/4e klas vwo kun je kiezen uit 4 profielen: * Economie en maatschappij * Cultuur en maatschappij * Natuur en techniek * Natuur en gezondheid. Er is werk waar je een hoge opleiding voor nodig hebt: hooggeschoolde arbeid. Er is werk waar je weinig of geen opleiding voor nodig hebt: laaggeschoolde arbeid. * Bij laaggeschoolde arbeid doe je vaak het zelfde, bij hooggeschoolde heb je meer afwisseling. * Bij hooggeschoolde moet je vaak zelf oplossingen bedenken, je draagt ook een grotere verantwoordelijkheid. Uitvoerende arbeid: mensen vertellen je wat je moet doen. Leidinggevende arbeid/managers: zij vinden het leuk om leiding te geven, en te organiseren etc. Wat zijn je kwaliteiten? Hier moet je aan denken: 1. werk je liever alleen, of werk je liever samen? 2. heb je liever een baas, of ben je je eigen baas? 3. ben je iemand die van precisie, of vind je het gauw wel goed? 4. ben je iemand die graag in het openbaar praat? 5. houd je van werken met cijfers? 6. ben je iemand die graag dingen doet, of dingen bedenkt? Hoe kan je zoeken naar werk? * In de krant kijken, naar advertenties zoeken. * Zelf een bedrijf bellen, of schrijven (open sollicitatie) * Aan mensen vragen die je kent om een baantje. * Naar een uitzendbureau gaan. * Naar een arbeidsbureau gaan. * Via internet, of teletekst. Wet gelijke behandeling: niet discrimineren. Ongewenste intimiteiten: beledigende seksistische opmerkingen etc. Wet op het minimumloon: recht op een bepaald loon. Minimum jeugdloon: loon tot en met 23 jaar. Stilzwijgend toestemming: toestemming zonder het echt te zeggen(ouders). Economie Hoofdstuk 6 Het verschil tussen abstracte en concrete markt is dat ‘abstract’ inhoud dat de vrager en de aanbieders elkaar niet persoonlijk treffen, zoals een huizenmarkt, een arbeidsmarkt of een internetmarkt. Concreet wil zeggen dat ze elkaar juist wel ontmoeten, zoals een rommelmarkt of een weekmarkt. Het totaal aanbod van arbeid in een land is gelijk aan de beroepsbevolking. De beroepsbevolking bestaat uit werkenden en werklozen. Verandering van de omvang van de beroepsbevolking, factoren: Vergrijzing; veel oudere mensen. Dit zorgt ervoor dat de beroepsbevolking kleiner wordt. Arbeid door vrouwen; steeds meer vrouwen in NL gaan werken, dit zorgt voor vergroting v/d beroepsbevolking. Buitenlandse arbeidskrachten; mensen die naar NL toekomen om te werken zorgen voor ’n vergroting v/d beroepsbevolking. Indeling van vragers naar arbeid: Primaire sector; dicht bij natuur: landbouw, mijnbouw en visserij. Secundaire sector; industrie + ambacht: meelfabriek, schoenmaker, bakker, slager. Tertiaire sector; commerciële dienstverlening (winst maken): bank, kapper, verzekeringsmaatschappij. Kwartaire sector; niet-commerciële diensten: onderwijs, overheid, ambtenaar. De werkgelegenheid bestaat uit alle bezette arbeidsplaatsen plus alle vacatures. CAO = Collectieve Arbeids-overeenkomst. Dit is een afspraak tussen werkgeversorganisaties en werknemersorganisaties over een groot aantal arbeidsvoorwaarden, zoals loon en vakantiedagen. Er zijn primaire arbeidsvoorwaarden, zoals lonen en werktijden. En secundaire arbeidsvoorwaarden, zoals verlofdagen en pensioenregelingen. Loonheffing bestaat uit loonbelasting en premies volksverzekering. De premies volksverzekering wordt betaald door de AOW (Algemeen Ouderdomswet). Premies werknemersverzekeringen, worden o.a. betaald voor de Werkloosheidswet (WW) en de Wet Arbeidsongeschiktheid (WAO). Het nettoloon is dan het brutoloon minus loonbelasting en sociale premies. De werkgever moet de werkgeverslasten betalen. Het verschil tussen de loonkosten voor de werkgever en het nettoloon noemen we wig. Deze betaalt elke werkende en elke werkgever in NL om onze verzorgingsstaat (= samenleving waarin ook mensen zonder inkomen worden ‘verzorgd’ door middel van een uitkering) in stand te houden.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.