Hoofdstuk 4 Zekerheid voor alles.

Beoordeling 7.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas vmbo | 1093 woorden
  • 6 maart 2012
  • 75 keer beoordeeld
Cijfer 7.1
75 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Economie Samenvatting hoofdstuk 4

Paragraaf 1.

Je kunt je tegen risico’s verzekeren door een verzekering af te sluiten.
De verzekeringsmaatschappij of verzekeraar neemt het risico over van de verzekerde.
Premie = een bedrag dat je aan de verzekeraar betaalt, omdat die de financiële gevolgen van een schade van jou overneemt.
Verzekeren = dat de verzekeraar de financiële gevolgen van schade overneemt van de verzekerde. De verzekerde moet hoervoor een premie betalen.

Verzekeraars willen winst maken. Ze berekenen daarom heel precies hoeveel

premie-inkomsten ze nodig hebben om alle schades te kunnen betalen en er zelf ook nog wat aan over te houden. Hoe groter het risico voor de verzekeringsmaatschappij dat ze schade moeten uitkeren, hoe hoger de premie zal zijn.

Premie bestaat uit:
- Winst
- Reservering
- Diverse kosten
- Schade uitkering

Bij veel verzekeringen kun je een eigen risico afsluiten.
Eigen risico = dat je zelf een deel van je schade betaalt.
Soms kun je zelf kiezen hoe hoog je eigen risico is.

Polis = een schriftelijkbewijs van een verzekeringsovereenkomst.
Op de polis staat ook welke dekking de verzekering heeft = wat er is verzekerd en voor welk bedrag. bij een polis horen verzekeringsvoorwaarden: hierin staan de rechten en plichten van de verzekerde en de verzekeraar. Deze voorwaarden zitten achter de polis of ze staan op website van de verzekeraar.

Voor je scooter of bromfiets ben je volgens de wet verplicht om een verzekering af te sluiten tegen schade die je met je scooter of brommer aan een ander toe kan brengen. Je noemt dit een WA-verzekering voor motorvoertuigen. WA = Wettelijk Aansprakelijkheid.

Volgens de wet moet deze verzekering minimaal €5.000.000 schade aan personen dekken en voor minimaal €1.000.000 aan materiële schade. Voor schade aan je eigen scooter of bromfiets kun je naast de WA- verzekering een cascoverzekering afsluiten.
De cascoverzekering: keert aan jou een bedrag uit bij diefstal of beschadiging van jouw voertuig.

Om de totale verzekeringskosten te berekenen, moet je naast de premie ook rekening houden met de poliskosten. Daarbovenop komt nog een 7,5% assurantiebelasting over het totaalbedrag aan premie en kosten.
Verzekeringskosten = (premie + polis-/administratiekosten) +
assurantiebelasting

Paragraaf 2.
Je bent aansprakelijk als je iemand anders lichamelijk of materiële schade toebrengt. Die schade moet jij betalen. Je kunt je hiertegen verzekeren door een
AVP = Aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren af te sluiten. Een AVP verzekert je tegen financiële gevolgen aan een schade die je zonder opzet aan anderen toebrengt. Bij een AVP gezin zijn ook de partner, de kinderen, minderjarige logés en huisdieren meeverzekerd.

Als kinderen van onder de 14 jaar aan anderen schade toebrengen, zijn hun ouders daarvoor aansprakelijk.

Als je 14 of 15 bent, zijn je ouders in principe aansprakelijk, tenzij zij echt niet konden verhinderen dat jij schade zou veroorzaken.
Vanaf je 16e ben je in de eerste plaats zelf aansprakelijk.

Reisverzekering: vergoedt de schade die je tijdens een reis kunt oplopen.
De hoogte van de premie hangt af van de dekking. Ook het land of werelddeel waar je naartoe gaat, bepaalt de hoogte van de premie.

Annuleringsverzekering: vergoedt de kosten als een reis niet door kan gaan door bijzondere omstandigheden. Ook als je tijdens een vakantie door bijvoorbeeld onverwachte familieomstandigheden naar huis moet, vergoedt de annuleringsverzekering de niet opgemaakte vakantiedagen.

Paragraaf 3.
Inboedelverzekering: dekt de schade die je door inbraak, brand of wateroverlast hebt aan spullen in je huis. Denk hierbij aan meubels, elektronische apparaten, kleding, sieraden en boeken. Deze spullen zijn verzekerd tegen nieuwwaarde. Dat is de waarde die nodig is om dezelfde spullen nieuw aan te schaffen.

Opstalverzekering of woonhuisverzekering = een verzekering voor brand- of stormschade aan het huis zelf.
Herbouwwaarde = het bedrag waarvoor je huis is verzekerd, dit is het bedrag dat je nodig is om een huis dat volledig is verwoest, weer op te bouwen

Een huis of inboedel is onverzekerd als het verzekerde bedrag lager is dan de werkelijke waarde van het huis of inboedel. Het gevolg is dat de schadevergoeding door de verzekeraar ook lager is, in diezelfde verhouding.
Verzekerde waarde

Schadevergoeding = Werkelijke waarde X Schadebedrag

Het omgekeerde van onderverzekering is oververzekering. De verzekerde waarde van je huis of inboedel is dan hoger dar de werkelijke waarde. Oververzekeren heeft geen zin: in geval van schade krijg je nooit meer vergoed dan de werkelijke schade.


Paragraaf 4.

Huurovereenkomst = een schriftelijke overeenkomst tussen huurder en de verhuurder van een huis.
Bij het verhuren van een huis gelden de volgende regels van aanvullend recht.
Dat betekent dat die regels alleen gelden als je geen andere afspraken hebt gemaakt.
- Groot onderhoud is voor rekening van de verhuurder
- Klein onderhoud is voor rekening van de huurder
- Onderverhuur is toegestaan (= dat huurders een deel van de woning aan anderen
mogen verhuren)
- Bij kamerverhuur geldt een proeftijd van negen maanden (dit geldt dus niet voor verhuur van een woonhuis aan een gezin)

Woningcorporatie = een organisatie die zich richt op het bouwen, beheren en verhuren van betaalbare woonruimte. Bij het verhuren van woonruimte gaat het bij woningcorporaties niet om winst maken. Daardoor kunnen de huren vaak betaalbaar blijven.
Voor woninghuur geeft de wet ook een aantal regels van dwingend recht. Dit zijn regels waarvan je niet mag afwijken.

- Binnen het huis heeft de huurder het recht verbeteringen aan te brengen.
- Dood breekt geen huur (als de verhuurder overlijdt, blijft het huurcontract staan)
- Koop breekt geen huur (als de woning wordt verkocht, blijft het huurcontract bestaan)
- Een huurovereenkomst moet schriftelijk worden vastgelegd.

Als je een bestaande woning koopt, moet je ook nog kosten kopen (k.k.) betalen.
Kosten koper: bestaan onder andere uit overdrachtsbelasting, makelaarskosten en kosten voor de notaris. In totaal ben je nog zo’n 8% van de koopprijs kwijt aan deze bijkomende kosten.

Als de koper en de verkoper het eens zijn met de prijs, wordt er een voorlopig koopcontract opgemaakt. Dat betekent dat de koop gesloten is, want het is een officieel koopcontract. In de wet is geregeld dat de koper na het afsluiten van de koop nog drie dagen bedenktijd heeft. Daarna is de koop definitief. De koper mag binnen drie dagen zonder opgaaf van reden de koop afzien.

Vaak wordt een ontbindende voorwaarde in het voorlopig koopcontract opgenomen, bijvoorbeeld dat de koop niet doorgaat als de koper niet genoeg hypotheek bij de bank kan krijgen. Je moet dit als koper wel kunnen aantonen.

Nadat het voorlopig koopcontract is getekend, stelt een notaris een zogenaamde transportakte op.
Transportakte = het officiële verkoopbewijs.
Als zowel de koper als de verkoper deze ondertekend heeft, zorgt de notaris ervoor dat de transportakte in het kadaster ingeschreven wordt.
Het kadaster = een instelling die bijhoudt wie eigenaar is van onroerende zaken. Pas als de transportakte is ingeschreven in het kadaster, is het huis eigendom van de koper.

REACTIES

Matteo

Matteo

Dit is een zeer goeie samenvatting, bedankt

6 jaar geleden

Robbie

Robbie

Van welke editie is jouw boek? Of maakt dat niet uit?

2 maanden geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.