Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 4 Productie door de overheid

Beoordeling 8.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 719 woorden
  • 18 januari 2005
  • 12 keer beoordeeld
Cijfer 8.6
12 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
H4 Productie door de overheid §1 Collectieve sector: overheid: het Rijk lagere overheden (provincie, gemeente, waterschappen) sociale verzekeringsfondsen
Overheid betaald uitgaven door: belastingontvangsten niet-belastingontvangsten leningen (bij een tekort) Sociale verzekeringsfondsen betaald door: sociale premies. 2 soorten: 1. volksverzekering; voor iedere legale inwoner in Nederland, wetten met een A (behalve ABW) 2. werknemersverzekering; voor werknemers in loondienst
Collectieve lasten: alle betalingen v/d burgers a/d overheid en de sociale fondsen

Collectieve lastendruk= belastingdruk (ook niet-belasting erbij) = premiedruk: totale ontvangsten v/d collectieve sector/ bbp
Collectieve uitgavenquote= totale uitgave v/d collectieve sector/ bbp §2 De toegevoegde waarde bij de overheid stellen we gelijk a/d beloningen v/d ambtenaren. Economische indeling v/d overheidsuitgaven: overheidsuitgaven: overheidsbestedingen inkomensoverdrachten van de overheid
overheidsbestedingen: ambtenarensalarissen, materiële overheidsconsumptie (papier, spullen bij defensie), overheidsinvesteringen (wegen, bruggen, gebouwen). inkomensoverdrachten door de overheid: in geld (kinderbijslag, huursubsidie), in natura (onderwijs, bieb, musea). §3 Belastingen: gedwongen afdrachten a/d overheid, zonder dat daar in het individuele geval direct aanwijsbare tegenprestaties tegenover staan. De officiële naam van omzetbelasting = belasting over toegevoegde waarde. Over elk gekocht artikel wordt belasting geheven; luxe goederen 19%, noodzakelijke goederen 6%. Directe belastingen: belastingen op inkomen, winst en vermogen; degene die de belasting betaald draagt deze rechtstreeks af aan de belastingdienst. Indirecte belasting: kostprijs verhogende belasting; degene die de belasting betaald is niet dezelfde persoon die de belasting afdraagt a/d staat. 2 indelingen van belasting: 1. kostprijsverhogende belastingen; btw, accijns, invoerrechten
2. belastingen op inkomen, winst vermogen; vennootschapsbelasting, loon- inkomstenbelasting
Loonheffing: afhankelijk van je inkomen wordt berekend hoeveel belasting en sociale premies de werknemer moet betalen. Dit wordt direct ingehouden op je loon. Als je later het belastingsformulier invult wordt gekeken of je genoeg hebt betaald. Te weinig; bijbetalen. Te veel; krijg je terug. Progressief; naarmate je inkomen stijgt moet je verhouding meer belasting betalen. Vennootschapsbelasting: belasting op de winst van N.V's en B.V.'s. Indirecte belastingen zijn voor iedereen even hoog. De belastingdruk is dus hoger voor iemand met een laag inkomen, dan voor iemand met een hoog inkomen. Accijns gaat per hoeveelheid, BTW is een percentage. Accijnzen op 4 soorten: alcohol tabak benzine suiker (geld binnenhalen) Niet-belastingontvangsten: overheidsinkomsten die niet direct, indirect zijn: retributies (collegegeld, parkeergeld aardgas, aandelen (Schiphol) Retributies: betalingen a/d overheid als vergoeding voor geleverde overheidsdiensten aan particulieren (boetes, loterij). Afwentelen: je probeert belastingen die je zelf moet betalen door een ander te laten vergoeden. Draagkrachtbeginsel: degene die het meest verdient/ het meeste vermogen heeft, betaalt relatief ook de meeste belasting
Profijtbeginsel: degene die van een overheidsdienst gebruik maakt, moet er ook voor betalen.
§4 Financieringsbehoefte= begrotingstekort= overheidsuitgaven - overheidsinkomsten
Financieringstekort= toename van de staatsschuld= financieringsbehoefte - aflossing op de staatsschuld. Financieringssaldo= begrotingstekort - aflossing v/d staatsschuld
Begrotingssaldo= verschil tussen overheidsuitgaven en overheidsinkomsten
staatsschuldquote= staatsschuld/ bbp x100% EMU= Europese Monetaire Unie. Je telt hier ook het saldo van de lagere overheden en de sociale verzekeringsfondsen bij op, dus is het niet gelijk aan het financieringstekort. Gevolgen van een te hoge staatsschuld (max. 60%): rente wordt zo hoog, dat andere uitgaven niet kunnen als de overheid veel geld leent, stijgt de rente, zodat gezinnen en bedrijven minder lenen en zo worden bedrijven verdreven v/d kapitaalmarkt: crowdingout stijgende rente zorgt voor hogere kosten voor bedrijven wat weer zorgt voor hogere prijzen: inflatie. Crowdingout: het verschijnsel dat de overheid op de kapitaalmarkt zoveel leent, dat er nauwelijks ruimte overblijft voor gezinnen en bedrijven. Anticyclisch begrotingsbeleid, door John Mayard Keynes. Goede en slechte tijden wisselen elkaar af. Bij slechte tijden een groot tekort, want dan moet je de economie stimuleren. In een goede tijden een beperkt tekort. Tegen de conjunctuurgolf in dus. Dit leidde tot enorme tekorten §5 Econoom Laffer stelt dat een belastingverlaging kan lijden tot meer belastingopbrengsten, omdat: 1. men is minder geneigd de belastingdruk te verminderen. 2. de economie wordt gestimuleerd, waardoor er meer belasting binnenkomt. Bij een te hoge belastingdruk proberen mensen de belasting te verminderen door: ontwijken; je doet dan handelingen waarover belasting betaald moet worden niet ontvluchten; je verplaatst belastbare handelingen naar het buitenland ontduiken; zwart, illegaal afwentelen; hogere lonen eisen
Door de theorie van Laffer, die nooit is bewezen, is de overheid terug gaan treden: minder overheidsuitgaven deregulering: het verminderen en/of vereenvoudigen v/d overheidsregels, voor het particuliere bedrijfsleven kan dit kostenverlagend werken privatisering: het overbrengen van overheidstaken naar de particuliere sector, dit is vaak efficiënter en dus goedkoper en zorgt voor minder overheidsuitgaven.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.