Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Hoofdstuk 4 kopen is kiezen

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas vwo | 757 woorden
  • 28 januari 2010
  • 18 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
18 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Economie Hoofdstuk 4
Kopen is kiezen

§4.1 Kopen en betalen
Vaak hebben jongeren een betaalrekening en/of spaarrekening. Overeenkomst: als je geld niet uitgeeft blijft het staan. Verschillen: met de betaalrekening kun je betalen met de spaarrekening niet, dan zul je eerst geld moeten overschrijven naar de betaalrekening. Op een betaalrekening krijg je geen/weinig rente, op een spaarrekening wel.

Je kan op verschillende manieren betalen: contant of chartaal doe je met munten of bankbiljetten. Giraal betalen: doe je met een overschrijvingsopdracht of acceptgiro. Je haalt dan geld van jou bank en zet dat op de bank van degene die je moet betalen. Ook kun je giraal betalen als je je pinpas gebruikt. Als je dan de pincode intoetst wordt via dat apparaat verbonden met een computer alle gezamenlijke banken heeft. Het bedrag wordt meteen afgeschreven. Chipknip: is een plastic kaartje met een chip erin. Het is een soort kleine elektronische portemonnee waarmee je kleine bedragen betaald. Als je ermee betaald wordt het meteen afgeschreven en op de rekening van de winkel gezet. Je kan de chipknip via de telefoon of een bezoekje aan de bank, geld erop zetten. Als je met de creditcard betaald, wordt het geld na 1 tot 4 weken afgeschreven en in een vorm van een rekening naar de bank gestuurd.

§4.2 Consumeren en behoeften
Goederen en diensten worden geleverd door producenten en worden gebruikt of verbruikt door consumenten. Consumenten consumeren = is het kopen van goederen en diensten door gezinshuishoudingen om in de behoefte van de verbruiker te voorzien. Goederen zijn stoffelijk(kan ze vastpakken) diensten zijn onstoffelijk(lessen van je leraar). Consumeren gaat om besteding van huishoudens. De besteding van bedrijven heten investeringen= het kopen door bedrijven van goederen en diensten die nodig zijn voor de productie. Je hebt 2 vormen van consumeren eerste levensbehoeften en luxe behoeften.


§4.3 Keuren, kiezen en kopen
Soms heb je een bepaald product nodig waarvan je nog niet zeker weet welke je nou moet kiezen. Dan kun je kijken in de consumentengids.

§4.4 Wat ik koop beslis ik zelf
Consumenten bepalen wat er hoeveel er geproduceerd wordt. Dat wordt consumentensoevereiniteit genoemd. Als een fabrikant een product op de markt wil brengen moet hij rekening houden met de wensen van de consument. Als een fabrikant de verkeerde keuzes maakt kan dat slecht aflopen. Marketing is een belangrijk onderdeel van een nieuw product. Reclame is daar een onderdeel van. De fabrikant doet een Marktonderzoek daaruit moet de fabrikant kunnen afleiden waar de consument behoefte aan heeft. Je bedenkt een doelgroep voor wie het product geschikt is. Er wordt ook gekeken naar de 4p’s.
Product: gaat over de technische eigenschappen, uiterlijk en kwaliteit van een product. Merk is ook belangrijk een product kan dan profiteren van het image van een merk.
Prijs: is heel belangrijk. Je kan een hele dure prijs nemen maar minder mensen zullen het kopen. Dan kun je beter een lagere prijs nemen en dan uiteindelijk meer winst maken. Verder moet je goed kijken naar de concurrentie, want als de prijs te hoog is dan kun je het wel vergeten.
Plaats: welke winkels jou product moeten verkopen. Ook vechten fabrikanten om het beste schap in de supermarkt.
Promotie: reclame maken, hoe zorg je ervoor dat klanten weten van je product.
Merchandising: aparte koelkasten of planken voor bepaalde producten. Vaak worden dezelfde producten bij elkaar gezet. Ook bij de kassa als je staat te wachten is er nog veel om in je wagentje gooien.

§4.5 reclame op tv
Doormiddel van gebruik van massamedia zoals tv, radio en krant. Kan de fabrikant de mensen snel informeren over producten. De meeste omroepen verdienen veel geld met reclame. Verborgen reclame= als je een programma kijkt en er wordt stiekem reclame gemaakt zonder dat je het meteen door hebt.
Ideële reclame= reclame maken met een boodschap over gedrag, niet om een product te verkopen.( je bent een rund als je met vuurwerk stunt).


Fabrikanten proberen vooral de jeugd te overtuigen. Omdat zij de toekomst zijn. Er zijn wel veel regels en wetten zoals wet misleidende reclame. Je mag niet zeggen over een product dat het je beter maakt als dat niet zo is. In de Nederlandse Reclame Code staan alle regels en wetten om de minderjarige te beschermen. Als iemand vind dat die regel wordt overtreden dan kun je dat melden bij Reclame Code Commissie. Als de consument gelijk heeft wordt de reclame verboden of verplicht veranderd.

§4.6 Gevolgen van consumentengedrag
Om de consumenten te helpen bij het bepalen van een productkeuze zijn er keurmerken. Dat zijn extra etiketten om de consument snel te informeren over producteigenschap. Bekende keurmerken zijn EKO, KEMA en Max Havelaar.

REACTIES

M.

M.

Paragraaf 4.4 Wat ik koop beslis ik zelf.

Kijk bij Plaats en huiver: 'jou product' OUCH

'jouw product' duh.

9 jaar geleden

K.

K.

soow pietlut, maar ja het klopt wel ja...

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.