Economie H4
4.1 - Specialisatie
● Geld tussenschakel in het ruil verkeer gemakkelijker. Markten; ontmoetingsplaats voor gezinnen met overschotten en tekorten, het ontstaan heeft de mensen ook gestimuleerd om goederen te maken waar ze de grootste vaardigheid in hadden dit heet ook wel specialisatie. Ontstaat; 1. Behendigheid 2. Arbeidsproductiviteit gaat omhoog en een betere kwaliteit geleverd.
● Arbeidsproductiviteit: productie per werknemer in een bepaalde periode (jaar, week of een uur).
● Hoe meer specialisatie: beter ruilverkeer geregeld moet zijn.
● Specialisatie vormen: externe arbeidsverdeling (tussen ondernemingen), interne arbeidsverdeling(binnen ondernemingen) en geografische arbeidsverdeling(per land of regio verschilt dan het soort werk dat mensen doen) voorbeeld: Frankrijk wijn en Nederland bollenkwekers.
4.2 - Transactiekosten
● Specialisatie verder gaat ontstaat een ambachtsbedrijf (schoenmaker, smeden)—door techniek grotere ondernemingen(elektriciteit grotere machines)
● Grotere ondernemingen, meer machines ook meer producten en moet het wel kwijt kunnen daarom goede infrastructuur om de producten over het hele land te kunnen verkopen. Spelen transactiekosten een rol bij:
● Transactiekosten: de kosten die worden gemaakt om transacties goed te laten verlopen. Lager uitvallen: email, internet, mobiel telefoon, grote zeeschepen. De baas neemt mensen in vaste dienst want anders huren per dag transactiekosten te hoog. Want: elke dag mensen opnieuw uitzoeken en niet altijd aan verwachtingen voldoen, opnieuw inwerken kost veel moeite om het goed te laten verlopen en veel tijd.
4.3 - Verandering in bedrijfskolom
● Externe arbeidsverdeling producten over het hele land gemaakt worden door verschillende ondernemingen. Verdeling onder bedrijven. Horizontale as: product men maakt. Verticale as: op grond van de functie van het bedrijf. Horizontaal: specialisatie en verticaal: differentiatie. Bedrijfskolom; de weg die een product moet doorlopen van oerproduct naar de consument.
● Bedrijfstak: groep van ondernemingen die zich bezighoudt met de vervaardiging van verschillende variteiten van een productensoort. Elke regel genoemd: geleding of bedrijfstak. Witte gedeelte: markt.
● Detailhandel: de winkel waar je als consument uiteindelijk de spijkerbroek koopt.
4.4 - Veranderingen in de bedrijfskolom
● Differentiatie: als arbeidsverdeling sterker wordt doorgevoerd bedrijfskolom wordt langer want meer bedrijven in de bedrijfskolom meer geledingen.
● Integratie: deze arbeidsverdeling juist minder sterk wordt toegepast, bedrijfskolom geledingen(bedrijfstakken) samengevoegd kolom wordt dus korter.
● Parallellisatie: als fabrikant ook andere producten gaat maken, loopt tegen de grens aan van zijn branche ook wel branchevervaging als er branchevreemde producten worden gemaakt. Bedrijfskolom wordt hierdoor breder!
4.5 - Toegevoegde waarde
● Tussen geledingen zijn er ook markten dat het halffabricaat wordt doorverkocht aan de volgende bedrijfstak.
● Halffabricaat: product dat nog niet geschikt is voor de consument. Hoe verder geproduceerd hoe duurder het product wordt (steeds meer waarde aan het product toegevoegd, stapelt zich op).
● Toegevoegde waarde: geeft weer wat in deze geleding is geproduceerd, desbetreffende geleding waarde aan het product is toegevoegd.
● Consumenten behoren niet tot de bedrijfskolom. Alleen producenten vermeerdering van waarde plaats.
● Bedrijfskolom: van grondstof tot product gemaakt
● Verticaal: weg die het aflegt
● Horizontaal: textiel nijverheid verschillende onderdelen.
4.6 - Indeling van ondernemingen naar product
Je kan bedrijven op 4 manieren indelen:
1. Het product dat word voortgebracht door die bedrijven.
2. Het eigendom en aansprakelijkheid
3. Particulier en/of staatseigendom
4. De omvang
● 1000 jaar geleden was het belangrijkste middel akkerbouw en veeteelt.
● Primaire sector: De sector waarin de bedrijven hun producten vrijwel rechtstreeks van de natuur verkrijgen. Voorbeelden: Akkerbouw, bosbouw, veeteelt, mijnbouw en visserij.
● Secundaire sector: De sector waarin grondstoffen verwerkt worden door halffabricaten dus industrie en nijverheid. Voorbeelden: scheepsbouw, voedingsmiddelen en chemische producten.
● De handelsactiviteiten zijn een deel van de tertiaire sector en de commerciële dienstverlening.
● In 1500 was Amsterdam een belangrijk handelscentrum, zo kwamen er meer beroepen in NL.
● Tertiaire Sector: Dit zijn bedrijven die onstoffelijke goederen leveren. Voorbeelden: banken, notarissen, makelaars en verzekeringsbedrijven.
● Kwartiaire sector: Pas ontwikkeld in NL in 2000 Het is de niet-commerciële dienstverlening. Voorbeelden: Gezondheidszorg, volkshuisvesting, passend onderwijs.
4.7 - Indeling van ondernemingen naar eigendom en aansprakelijkheid.
Ondernemingen kunnen onder andere op de volgende manieren worden ingedeeld:
● Eenmanszaak
De persoon (jij) en het vermogen (je geld) zijn hier niet gescheiden. Jij als oprichter en eigenaar bent volledig aansprakelijk voor alle handelingen van het bedrijf. Er is geen onderscheid tussen het bedrijf en privé. Als je schulden maakt ben je met je hele vermogen aansprakelijk. Als je getrouwd bent in gemeenschap van goederen kunnen schuldeisers ook het gemeenschappelijke vermogen opeisen. Bij een eenmanszaak ben jij de enige eigenaar. Je kan wel gewoon anderen in dienst nemen.
● Vennootschap onder firma (VoF)
Twee of meer personen die de eigenaren zijn en het bedrijf ook besturen. Iedere firmant is hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden. De schulden kunnen op iedere firmant worden verhaald. Ook op zijn privé vermogen. vennootschap onder firma en eenmanszaken lijken op elkaar.
● Commanditaire vennootschap (CV)
Ook wel stille vennoten genoemd, zijn geldschieters die alleen aansprakelijk zijn voor het geld dat ze het bedrijf hebben toevertrouwd. Kan nooit meer verliezen dan hij heeft ingebracht, maar heeft geen recht op terugbetaling als het bedrijf in de problemen komt. De commanditaire vennootschap heeft wel recht op een stukje winst.
● Besloten vennootschap (BV)
Volledige scheiding van eigendom en bestuur. De eigenaren zijn de aandeelhouders, ze zijn niet aansprakelijk voor het bedrijf. Hun privé vermogen staat los van het bedrijf. Het bedrijf wordt geleid door bestuurders, deze hoeven geen eigenaren te zijn. Als bestuurder ben je niet aansprakelijk voor schulden van het bedrijf.
De aandelen staan op naam en kunnen niet zomaar doorverkocht worden.
● Naamloze vennootschap (NV)
Hetzelfde als een BV alleen kunnen de aandelen zonder toestemming van andere aandeelhouders doorverkocht worden. Het eigendom van het bedrijf kan zonder toestemming van andere eigenaren overgedragen worden.
Onderneming = een georganiseerde vorm van samenwerken waarbij men als doel heeft winst te halen.
4.8 - Indeling van ondernemingen naar particulier of staatseigendom
De meeste in Nederland gevestigde ondernemingen zijn van particulieren.
- Het doel van deze ondernemingen: Winst behalen door middel van het maken en verkopen van hun producten of diensten
- Als de productie niet meer winstgevend is moet de onderneming haar activiteiten staken
Onderneming naar staatseigendom (overheidsbedrijf)
- De bediening van het publiek komt op de eerste plaats
- Behalen van financiële resultaten is veelal ondergeschikt
- Met een verliesgevende productie zal niet worden gestaakt als de beschikbare productie het algemeen belang kan worden gediend
- Voorbeelden: KLM, Schiphol, Shell
Privatisering: Overheidsbedrijf word een particulier bedrijf(NS).
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden