Samenvatting Hoofdstuk 4
Paragraaf 4.1
Wie produceert dat?
Produceren= het maken van goederen en het leveren van diensten
Consumeren= het kopen om in de behoeften te voorzien
Producten
·Goederen= materieel/ stoffelijk (aan te raken)
·Diensten = immaterieel / onstoffelijk (niet aan te raken)
Productiesectoren
·Formele sector= productie bij bedrijven en overheid
·Informele sector= productie in eigen huis, vrijwilligerswerk en zwartwerk
Productie in
·enge zin= productie in de formele sector
·ruime zin= productie in de formele en informele sector
Productiefactoren/ middelen
·Natuur= grond en grondstoffen
·Arbeid= arbeiders/werknemers
·Kapitaal= kapitaalgoederen (goederenom mee te produceren)
·Ondernemerschap= het vermogen om de productiefactoren op een winstgevende manier te combineren
Productie
·Kapitaalintensief= als er in verhouding meer kapitaal dan arbeid wordt gebruikt
·Arbeidsintensief= als er in verhouding meer arbeid dan kapitaal wordt gebruikt
Productieweg= alle bewerkingen die het product ondergaat van grondstof tot eindproduct
Bedrijfstak / fase= alle bedrijven die soortgelijke productie verrichten
Bedrijfskolom= alle bedrijven die na elkaar aan een product meewerken (productieweg). van oerproducent tot detaillist
·Oerproducent= de producent die de grondstoffen uit de natuur haalt
·Detaillist= de producent die de eindproducten aan de consument verkoopt
Toegevoegde waarde= in iedere bedrijfstak in de bedrijfskolom voegt een bedrijf waarde toe aan het product
Paragraaf 4.2
Milieuschade
·Vervulling van Lucht, water bodem
·Het verbruik van energiebronnen
·Het verbruik van grondstoffen
·Het ontstaan van afval
Welvaart= de mate waarin we in onze behoeften kunnen voorzien
Oorzaken milieuschade
·Stijging welvaart=
meer inkomen > meer consumeren > meer produceren > meer milieuschade
·Groei bevolking=
meer consumenten > meer consumeren > meer produceren > meer milieuschade
Maatschappelijke= kosten van milieuschade voor rekening van de burger of overheid, niet alle kosten zijn in geld uit te drukken zoals geluidshinder en stankoverlast
Bedrijfskosten= kosten die voor rekening van bedrijven zijn
Maatschappelijk= bedrijven houden rekening met de gevolgen van hun productie voor mens verantwoord en milieu. De bedrijven proberen hierdoor milieu schade te voorkomen /ondernemen/ verminderen.
·Milieuvriendelijker produceren
·Recycling of hergebruik van materialen
·Installeren van zuiveringsinstallaties en het nemen van andere milieubeschermende maatregelen
Invloed van de overheid om milieuschade te voorkomen/verminderen
·Subsidies geven = milieuvriendelijke productie, hergebruik en recycling te stimuleren
·Milieubelasting heffen = milieuonvriendelijke productie en consumptie af te remmen
·Regels en wetten= om het milieu te beschermen (dwingend)
·Convenanten= milieuafspraken maken met bedrijven (niet dwingend)
·Voorzieningen treffen= hergebruik en recycling makkelijker maken
·Voorlichting= milieugedrag van mensen veranderen“de vervuiler betaalt”= degene die de vervuiling veroorzaakt moet er voor betalen via belastingen
Paragraaf 4.3
Goederen
·Primaire sector= oerproducenten, halengrondstoffen rechtstreeks uitde natuur
·Secundaire sector= industriële bedrijven en bouw, verwerken grondstoffen tot producten
Diensten
·Tertiaire sector= commerciële dienstverlening, bedrijven die winst tot doel hebben
·Quartaire sector= niet-commerciële dienstverlening, nonprofit organisaties
Vacature= een baan waarvoor iemand wordt gezocht (advertentie)
·Opleiding
·Werkervaring
Bedrijfstak / branche= alle bedrijven die soortgelijke productie verrichten
Organigram = een hiërarchisch overzicht van functies binnen een bedrijf
Arbowet= arbeidsomstandighedenwet, geeft regels voor veilige en gezonde omstandigheden op het werk
Arbeidstijdenwet= geeft regels voor werken rusttijden
Arbeidsinspectie= ziet toe op het naleven van bovenstaande wetten
Paragraaf 4.4
Arbeidsovereenkomst= een afspraak tussen werkgever en werknemer
·Bepaalde tijd= tijdelijk, er is een einddatum afgesproken
·Onbepaalde tijd= vast, er is geen einddatum afgesproken
Werkgever= persoon of organisatie die iemand in dienst heeft tegen betaling
Werknemer= iemand die in dienst van een werkgever werk verricht tegen betaling
Proeftijd= een afgesproken periode (maximaal 2 maanden) waarin zowel de werkgever als de werknemer de arbeidsovereenkomst op ieder moment kunnen ontbinden. Bij een tijdelijke baan van minder dan twee jaar mag de proeftijd maximaal 1 maand zijn
Ontslagbescherming= werkgever kan werknemer niet zomaar ontslaan tenzij
·Ontslagvergunning wordt aangevraagd bij UWV Werkbedrijf
·Arbeidsovereenkomst via kantonrechter ontbonden wordt
·Op staande voet ontslagen wordt
·In de proeftijd zit
·Met wederzijds goedvinden
Arbeidsovereenkomst
·Individueel= een overeenkomst tussen werknemer en werkgever waarin staat dat de werknemer gedurende een aantal uren arbeid verricht in dienst van de werkgever. De werkgever moet, onder andere loon uitbetalen
·Collectief= cao (collectieve arbeidsovereenkomst), een reeks afspraken over de arbeidsvoorwaarden in een bedrijfstak. Een cao wordt afgesloten tussen organisaties van werkgevers aan de ene kant en organisaties van werknemers (vakbonden) aan de andere kant
Algemeen bindend= door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), de cao verklaren geldt dan voor alle bedrijven en werknemers in de hele bedrijfstak
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden