Samenvatting H4: Kopen is kiezen
Paragraaf 4.1: Kopen en betalen
Veel jongeren hebben een betaalrekening (ook rekening-courant genoemd) en/of een spaarrekening bij een bank. Op de beide rekeningen kun je het geld dat je niet uitgeeft laten staan. Maar op een betaalrekening krijg je meestal nauwelijks of geen rentevergoeding en op een spaarrekening wel. Met het geld op een spaarrekening kun je niet betalen en met het geld op een betaalrekening wel.
Als je iemand wilt betalen kun je dat op verschillende manieren doen: contant, met cheques, door middel van een overschrijvingsopdracht, of door middel van een acceptgiro, elektronisch met een pinpas of met een chipper of chipknip. Soms worden creditcards gebruikt om te betalen.
Contant betalen of chartaal betalen doe je met munten en bankbiljetten.
Giraal betalen kun je met een overschrijvingsopdracht of met een acceptgiro. Je geeft op deze manier opdracht aan de bank om van jouw betaalrekening een bedrag af te halen en dit bedrag bij te schrijven op de betaalrekening van degene aan wie jij moet betalen. Giraal betalen kan ook elektronisch, met een pinpas. Hiervoor toets je je pincode in op een apparaat in de winkel. De chipknip is een plastic kaartje met een computerchip. Het is een soort elektronische portemonnee, bedoeld om kleinere bedragen mee te betalen. Als je met een creditcard betaalt, zet de winkelier de gegevens van de creditcard op de rekening en stuurt deze rekening naar de bank.
Paragraaf 4.2: Consumeren en behoeften
Consumeren is het kopen van goederen en diensten door gezinshuishoudingen om in de behoeften van de verbruiker te voorzien.
Investeren is het kopen door bedrijven van goederen en diensten die nodig zijn voor de productie.
Consumeren doen we omdat we willen voorzien in onze behoeften. We kunnen bij het kopen op een ‘gewone’ en een ‘luxe’ manier in je behoeften voorzien. In sommige behoeften moet je voorzien om te kunnen blijven leven. Dat zijn de eerste levensbehoeften. Overige behoeften zijn luxe behoeften.
Het NUBUD onderzoekt vrij nauwkeurig waaraan scholieren hun geld besteden. Zo onderzoeken ze aan welke categorie goederen geld besteed wordt, hoeveel procent van de leerlingen van een bepaalde leeftijdscategorie geld besteden aan die goederen en ook et gemiddelde bedrag dat aan die goederen uitgegeven wordt.
Paragraaf 4.3: Keuren, kiezen, kopen
Als je voordelig iets wilt kopen kun je kijken in consumentengidsen. Deze kun je vinden in bibliotheken of op een van de vele andere mogelijke plekken. Het voordeel van een consumentengids is dat je in een eenvoudig overzicht kunt zien wat het voordeligste is en van een goede kwaliteit.
Paragraaf 4.4: Wat ik koop beslis ik zelf?
Iemand kan zelf kiezen wat voor schoenen hij koopt. Als je het wat breder bekijkt, zou je kunnen zeggen dat de consumenten bepalen welke producten de fabrikanten op de markt brengen. Als consumenten bepaalde producten niet of nauwelijks kopen dan zal de fabrikant gedwongen zijn minder te gaan produceren of met de productie te stoppen. Dus kun je stellen dat de consumenten bepalen wat en hoeveel er geproduceerd wordt. Met een moeilijk woord wordt dit consumentensoevereiniteit genoemd. Consumenten moeten allerlei keuzes maken.
Bij het vak management en organisatie komen keuzes die een fabrikant moet maken bij het op de markt brengen van een nieuw product uitgebreid aan de orde bij het onderdeel marketing. Bij marketing denk je misschien direct aan reclame. Reclame is maar een onderdeel van marketing. Wanneer je een nieuw product op de markt wilt brengen dan begin je met een marktonderzoek. Met dit marktonderzoek probeer je erachter te komen waaraan de consument behoefte heeft. Uiteindelijk bepaal je voor welke groep consumenten jouw product aantrekkelijk kan zijn. Dit is je doelgroep. In de marketing worden de keuzes onderverdeeld in vier categorieën, de 4P’s: product, prijs, plaats en promotie.
Het merk is ook een onderdeel van het product.
Product: Bij product moet je niet alleen denken aan de technische eigenschappen van je product. Bijvoorbeeld hoeveel zenders kan een televisie ontvangen. Je moet ook letten op uiterlijk en kwaliteit van het product.
Prijs: Het vaststellen van de verkoopprijs is een onderdeel van het vak management en organisatie. Je moet rekening houden met allerlei kosten (inkoopprijs, vervoer, etc.). Uiteindelijk gaat het erom dat je winst maakt en toch de klanten tevreden houdt.
Promotie: Hoe informeer en bereik ik de kopers van mijn product, staat hier centraal. Reclame is daarbij een belangrijk middel. In de supermarkt zie je ook vaak vormen van merchandising. Een vorm daarvan is een aparte koelkast voor Coca Cola in de winkel, of aparte rekken met de producten van een bepaalde fabrikant.
Paragraaf 4.5: Reclame op tv
Voor reclame zijn de massamedia van groot belang. Met massamedia worden bedoeld: kranten, radio en tv. Met de tv kun je heel grote groepen mensen bereiken en met sommige programma’s ook specifieke doelgroepen. De omroepen halen het grootste deel van hun inkomsten dan ook uit reclameopbrengsten.
Reclame informeert en verleidt. Het is bedoeld om het koopgedrag van consumenten te beïnvloeden. Er gaan miljarden euro’s in. Je hoeft maar naar een bekende soapserie te kijken en zonder dat je het in de gaten hebt wordt er reclame gemaakt, verborgen reclame.
Niet alle reclame is bedoeld om de verkoop van een product te stimuleren. Zo gaat het bij ideële reclame om het veranderen van gedrag. ‘Je bent een rund als je met vuurwerk stunt!’ is van de Stichting Ideële Reclame (SIRE). Ook de overheid probeert
mensen te informeren of soms gedrag te beïnvloeden via de reclame.
Een belangrijke wet voor reclamemakers is de Wet Misleidende Reclame. Reclame mag volgens deze wet niet misleidend zijn. Daarnaast hebben reclamemakers zichzelf ook regels opgelegd in de Nederlandse Reclame Code. In deze code staan ook regels die speciaal zijn gericht op de bescherming van minderjarigen. Wanneer een consument denkt dat een bepaalde reclame misleidend is kan hij een klacht indienen bij de Reclame Code Commissie. Als deze de consument gelijk geeft kan het aanpassen van de reclame geëist worden, kan er een boete worden uitgedeeld of kan de reclame worden verboden.
Paragraaf 4.6: Gevolgen van consumentengedrag
Bedrijven proberen via de reclame en via vele andere marketingtechnieken de consument zodanig te beïnvloeden dat hun verkopen zo hoog mogelijk worden. Een consument die een bewuste keuze wil maken, zal zich goed moeten informeren.
Om consumenten helpen bij het bepalen van hun productkeuze zijn er keurmerken. Een extra etiket om consumenten snel te informeren over producteigenschappen. Bekende keurmerken zijn het EKO-keurmerk, het KEMA-keurmerk en het Max Havelaar keurmerk.
De Consumentenbond werd opgericht in 1953. De Consumentenbond is een vereniging die de belangen van de consumenten behartigt. De bond doet dit onder meer door onderzoek en voorlichting over kwaliteiten en prijzen van goederen en diensten. De Consumentenbond is financieel en politiek onafhankelijk. Ze had in 2004 ruim 600.000 leden. Zeer bekend is het maandblad van de bond ‘De Consumentengids’.
Naast de Consumentenbond zijn er meer organisaties die bedrijven kritisch volgen en de consumenten voorlichten over mens-, dier-, en milieuonvriendelijke producten. Bijna ieder jaar neemt de koopkracht van consumenten toe. Een steeds groter wordende koopkracht brengt ook nadelen met zich mee. Grondstoffen raken uitgeput, er is sprake van geluidsoverlast en vervuiling van lucht, bodem en (grond)water. De vraag is in hoeverre jij je verantwoordelijk voelt voor toekomstige bewoners van de aarde.
Paragraaf 4.1: Kopen en betalen
Veel jongeren hebben een betaalrekening (ook rekening-courant genoemd) en/of een spaarrekening bij een bank. Op de beide rekeningen kun je het geld dat je niet uitgeeft laten staan. Maar op een betaalrekening krijg je meestal nauwelijks of geen rentevergoeding en op een spaarrekening wel. Met het geld op een spaarrekening kun je niet betalen en met het geld op een betaalrekening wel.
Als je iemand wilt betalen kun je dat op verschillende manieren doen: contant, met cheques, door middel van een overschrijvingsopdracht, of door middel van een acceptgiro, elektronisch met een pinpas of met een chipper of chipknip. Soms worden creditcards gebruikt om te betalen.
Giraal betalen kun je met een overschrijvingsopdracht of met een acceptgiro. Je geeft op deze manier opdracht aan de bank om van jouw betaalrekening een bedrag af te halen en dit bedrag bij te schrijven op de betaalrekening van degene aan wie jij moet betalen. Giraal betalen kan ook elektronisch, met een pinpas. Hiervoor toets je je pincode in op een apparaat in de winkel. De chipknip is een plastic kaartje met een computerchip. Het is een soort elektronische portemonnee, bedoeld om kleinere bedragen mee te betalen. Als je met een creditcard betaalt, zet de winkelier de gegevens van de creditcard op de rekening en stuurt deze rekening naar de bank.
Paragraaf 4.2: Consumeren en behoeften
Consumeren is het kopen van goederen en diensten door gezinshuishoudingen om in de behoeften van de verbruiker te voorzien.
Investeren is het kopen door bedrijven van goederen en diensten die nodig zijn voor de productie.
Consumeren doen we omdat we willen voorzien in onze behoeften. We kunnen bij het kopen op een ‘gewone’ en een ‘luxe’ manier in je behoeften voorzien. In sommige behoeften moet je voorzien om te kunnen blijven leven. Dat zijn de eerste levensbehoeften. Overige behoeften zijn luxe behoeften.
Het NUBUD onderzoekt vrij nauwkeurig waaraan scholieren hun geld besteden. Zo onderzoeken ze aan welke categorie goederen geld besteed wordt, hoeveel procent van de leerlingen van een bepaalde leeftijdscategorie geld besteden aan die goederen en ook et gemiddelde bedrag dat aan die goederen uitgegeven wordt.
Paragraaf 4.3: Keuren, kiezen, kopen
Als je voordelig iets wilt kopen kun je kijken in consumentengidsen. Deze kun je vinden in bibliotheken of op een van de vele andere mogelijke plekken. Het voordeel van een consumentengids is dat je in een eenvoudig overzicht kunt zien wat het voordeligste is en van een goede kwaliteit.
Paragraaf 4.4: Wat ik koop beslis ik zelf?
Iemand kan zelf kiezen wat voor schoenen hij koopt. Als je het wat breder bekijkt, zou je kunnen zeggen dat de consumenten bepalen welke producten de fabrikanten op de markt brengen. Als consumenten bepaalde producten niet of nauwelijks kopen dan zal de fabrikant gedwongen zijn minder te gaan produceren of met de productie te stoppen. Dus kun je stellen dat de consumenten bepalen wat en hoeveel er geproduceerd wordt. Met een moeilijk woord wordt dit consumentensoevereiniteit genoemd. Consumenten moeten allerlei keuzes maken.
Bij het vak management en organisatie komen keuzes die een fabrikant moet maken bij het op de markt brengen van een nieuw product uitgebreid aan de orde bij het onderdeel marketing. Bij marketing denk je misschien direct aan reclame. Reclame is maar een onderdeel van marketing. Wanneer je een nieuw product op de markt wilt brengen dan begin je met een marktonderzoek. Met dit marktonderzoek probeer je erachter te komen waaraan de consument behoefte heeft. Uiteindelijk bepaal je voor welke groep consumenten jouw product aantrekkelijk kan zijn. Dit is je doelgroep. In de marketing worden de keuzes onderverdeeld in vier categorieën, de 4P’s: product, prijs, plaats en promotie.
Product: Bij product moet je niet alleen denken aan de technische eigenschappen van je product. Bijvoorbeeld hoeveel zenders kan een televisie ontvangen. Je moet ook letten op uiterlijk en kwaliteit van het product.
Prijs: Het vaststellen van de verkoopprijs is een onderdeel van het vak management en organisatie. Je moet rekening houden met allerlei kosten (inkoopprijs, vervoer, etc.). Uiteindelijk gaat het erom dat je winst maakt en toch de klanten tevreden houdt.
Promotie: Hoe informeer en bereik ik de kopers van mijn product, staat hier centraal. Reclame is daarbij een belangrijk middel. In de supermarkt zie je ook vaak vormen van merchandising. Een vorm daarvan is een aparte koelkast voor Coca Cola in de winkel, of aparte rekken met de producten van een bepaalde fabrikant.
Paragraaf 4.5: Reclame op tv
Voor reclame zijn de massamedia van groot belang. Met massamedia worden bedoeld: kranten, radio en tv. Met de tv kun je heel grote groepen mensen bereiken en met sommige programma’s ook specifieke doelgroepen. De omroepen halen het grootste deel van hun inkomsten dan ook uit reclameopbrengsten.
Reclame informeert en verleidt. Het is bedoeld om het koopgedrag van consumenten te beïnvloeden. Er gaan miljarden euro’s in. Je hoeft maar naar een bekende soapserie te kijken en zonder dat je het in de gaten hebt wordt er reclame gemaakt, verborgen reclame.
Niet alle reclame is bedoeld om de verkoop van een product te stimuleren. Zo gaat het bij ideële reclame om het veranderen van gedrag. ‘Je bent een rund als je met vuurwerk stunt!’ is van de Stichting Ideële Reclame (SIRE). Ook de overheid probeert
mensen te informeren of soms gedrag te beïnvloeden via de reclame.
Een belangrijke wet voor reclamemakers is de Wet Misleidende Reclame. Reclame mag volgens deze wet niet misleidend zijn. Daarnaast hebben reclamemakers zichzelf ook regels opgelegd in de Nederlandse Reclame Code. In deze code staan ook regels die speciaal zijn gericht op de bescherming van minderjarigen. Wanneer een consument denkt dat een bepaalde reclame misleidend is kan hij een klacht indienen bij de Reclame Code Commissie. Als deze de consument gelijk geeft kan het aanpassen van de reclame geëist worden, kan er een boete worden uitgedeeld of kan de reclame worden verboden.
Paragraaf 4.6: Gevolgen van consumentengedrag
Bedrijven proberen via de reclame en via vele andere marketingtechnieken de consument zodanig te beïnvloeden dat hun verkopen zo hoog mogelijk worden. Een consument die een bewuste keuze wil maken, zal zich goed moeten informeren.
De Consumentenbond werd opgericht in 1953. De Consumentenbond is een vereniging die de belangen van de consumenten behartigt. De bond doet dit onder meer door onderzoek en voorlichting over kwaliteiten en prijzen van goederen en diensten. De Consumentenbond is financieel en politiek onafhankelijk. Ze had in 2004 ruim 600.000 leden. Zeer bekend is het maandblad van de bond ‘De Consumentengids’.
Naast de Consumentenbond zijn er meer organisaties die bedrijven kritisch volgen en de consumenten voorlichten over mens-, dier-, en milieuonvriendelijke producten. Bijna ieder jaar neemt de koopkracht van consumenten toe. Een steeds groter wordende koopkracht brengt ook nadelen met zich mee. Grondstoffen raken uitgeput, er is sprake van geluidsoverlast en vervuiling van lucht, bodem en (grond)water. De vraag is in hoeverre jij je verantwoordelijk voelt voor toekomstige bewoners van de aarde.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
F.
F.
het is het Nibud i.p.v. Nubud. (Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting)
8 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
JEEIJJ lekker top dit man Yolo swag ik ga dit lekker leren Met mn girls
7 jaar geleden
Antwoorden