Hoofdstuk 3: Welvaart
Materiële welvaart: hoeveelheid goederen en diensten die je tot je beschikking hebt.
Immateriële behoeften: bv frisse lucht.
Welvaart in enge zin: kwantitatief, materiële welvaart.
Welvaart in ruime zin: kwalitatief, ook niet materiële aspecten, zoals kwaliteit van de behoeftebevrediging en het leefmilieu.
Koopkracht: wat je kunt kopen met je inkomen.
IC koopkracht (reëel inkomen): IC nominaal inkomen/ prijs IC (inflatie) x 100
Economische groei: reëel binnenlands product is gestegen, reële stijging= volume stijging
Parallelle economie: activiteiten die de welvaart vergroten, maar geen geldstroom op gang brengen, er wordt niet met geld betaald, maar in natura. Voorbeelden zijn: huishoudelijke arbeid, zorgarbeid, klussen en vrijwilligerswerk.
Overeenkomst parallelle economie en zwarte circuit: ze worden wel allebei niet geregistreerd.
Formele economie: officieel geregistreerde economie
Informele economie: valt buiten de overheidsregels ® parallelle economie behoort, met uitzondering van vrijwilligerswerk, tot de informele economie. Milieugebruiksruimte: waar binnen de economie nog kan groeien zonder de natuur teveel aan te tasten. Het omvat de natuurlijke hulpbronnen. Wordt de grens overschreden: natuurlijk kapitaal ® gedwongen krimp van productie en consumptie
Duurzame ontwikkeling: economische ontwikkeling die zodanig is dat ook in de toekomst welvaart mogelijk blijft. De spanning tussen het streven naar welvaart in enge zin en welvaart in ruime zin leidt tot maatschappelijke conflicten. NMP: nationaal milieuplan, hiervoor allerlei instrumenten bv gebods- en verbodswetgeving, hierbij worden bepaalde vormen van consumptie en productie verboden of geboden. Marktconform: de kosten van vervuiling worden opgenomen in de prijzen van producten. Externe effecten: onbedoelde nevengevolgen van economisch handelen op de omgeving. Deze zijn niet opgenomen in de verkoopprijs. Als dit toch wordt gedaan: intern maken van externe effecten: internaliseren. Verhandelbare emissierechten: overheid stelt een maximum aan de toegestane uitstoot van een vervuilende stof, het zogenaamde emissieplafond. Overheid verkoopt hiervoor vergunningen. Bedrijven kunnen deze onderling doorverkopen, dit alles is marktconform omdat de prijs van de vervuiling invloed heeft op de prijs van het product. Marktconform wordt niet overal toegepast omdat: - Externe effecten zijn moeilijk vast te stellen - Vervuiling is een internationaal probleem, terwijl overheden nog sterk nationaal zijn georganiseerd. - Onduidelijk in hoeverre de toekomst zal lijden onder deze productieomstandigheden. Om de berekening van groen nationaal product te maken wordt het nationaal inkomen gecorrigeerd voor externe effecten. Verlies aan welvaart als gevolg van aantasting milieu is nu aftrekpost: bruikbare indicator voor duurzame welvaart. Milieu blijft buiten officiële statistieken omdat je de externe effecten moeilijk zijn vast te stellen en te voorspellen en in geld uit de drukken.
Economische groei: reëel binnenlands product is gestegen, reële stijging= volume stijging
Informele economie: valt buiten de overheidsregels ® parallelle economie behoort, met uitzondering van vrijwilligerswerk, tot de informele economie. Milieugebruiksruimte: waar binnen de economie nog kan groeien zonder de natuur teveel aan te tasten. Het omvat de natuurlijke hulpbronnen. Wordt de grens overschreden: natuurlijk kapitaal ® gedwongen krimp van productie en consumptie
Duurzame ontwikkeling: economische ontwikkeling die zodanig is dat ook in de toekomst welvaart mogelijk blijft. De spanning tussen het streven naar welvaart in enge zin en welvaart in ruime zin leidt tot maatschappelijke conflicten. NMP: nationaal milieuplan, hiervoor allerlei instrumenten bv gebods- en verbodswetgeving, hierbij worden bepaalde vormen van consumptie en productie verboden of geboden. Marktconform: de kosten van vervuiling worden opgenomen in de prijzen van producten. Externe effecten: onbedoelde nevengevolgen van economisch handelen op de omgeving. Deze zijn niet opgenomen in de verkoopprijs. Als dit toch wordt gedaan: intern maken van externe effecten: internaliseren. Verhandelbare emissierechten: overheid stelt een maximum aan de toegestane uitstoot van een vervuilende stof, het zogenaamde emissieplafond. Overheid verkoopt hiervoor vergunningen. Bedrijven kunnen deze onderling doorverkopen, dit alles is marktconform omdat de prijs van de vervuiling invloed heeft op de prijs van het product. Marktconform wordt niet overal toegepast omdat: - Externe effecten zijn moeilijk vast te stellen - Vervuiling is een internationaal probleem, terwijl overheden nog sterk nationaal zijn georganiseerd. - Onduidelijk in hoeverre de toekomst zal lijden onder deze productieomstandigheden. Om de berekening van groen nationaal product te maken wordt het nationaal inkomen gecorrigeerd voor externe effecten. Verlies aan welvaart als gevolg van aantasting milieu is nu aftrekpost: bruikbare indicator voor duurzame welvaart. Milieu blijft buiten officiële statistieken omdat je de externe effecten moeilijk zijn vast te stellen en te voorspellen en in geld uit de drukken.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden