Hoofdstuk 2 - Geld en Banken. (boek: Effect)

Beoordeling 4.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas vmbo | 322 woorden
  • 15 november 2001
  • 183 keer beoordeeld
Cijfer 4.7
183 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Samenvatting van:
Economie H2:
Geld en Banken

§1 GELD

De metaalwaarde van een stuiver is minder waard dan de waarde van de munt.
Vroeger was de munt van goud, maar omdat iedereen wat van die munt af veilde en omsmolt had dat geen zin. Omdat iedereen vroeger gelovig was, hebben ze in de munt aan de zijkant de tekst: “god zij met u” geslagen.

Chartaal geld = het geld wat je in je portomonee hebt zitten (munten en briefjes)
Giraal geld = het geld wat je op de bank hebt staan


§2 Wat is het geld waard?

De hoeveelheid producten die je kunt kopen noem je jouw koopkracht.
De koopkracht hangt af van je inkomen en van de prijzen van de producten.

Het duurder worden van producten noem je inflatie.
Prijscompensatie = als je loonverhoging krijgt omdat de producten duurder zijn geworden. Bij prijscompensatie blijft de koopkracht van de werknemer gelijk.
Reële loonsverhoging = als je loonsverhoging hoger is dan de inflatie.

Gebonden koopkracht = uitgaven die je moet doen.
Vrije koopkracht = het geld dat je kan bestaden zoals je zelf wilt.

§3 Geld als smeermiddel

Directe ruil = het ruilen van producten tegen producten
Indirecte ruil = het ruilen van geld tegen producten

De drie functies van geld:

- ruil of betaalmiddel: geld wordt gebruikt om producten van te kopen
- rekenmiddel: geld wordt gebruikt om aan te geven hoeveel een product waard is.
- spaarmiddel: geld wordt gebruikt om te sparen zodat het later gebruikt kan worden.

Specialiseren = het toeleggen om het maken van één soort product

Arbeidsverdeling = als het door verschillende mensen gemaakt wordt en je verdeelt het werk.

Het oorzaak en gevolg van inflatie:

Inflatie ® Koopkracht neemt af ® Werknemers eisen prijscompensatie
® Hogere loonkosten werkgevers ® Hogere prijzen voor producten

§ 4 Banken

Bij een bank kun je regelen:

- het verzorgen van betalingen
- het lenen van geld
- het sparen van geld
- het kopen en verkopen van buitenlands geld
- het sluiten van verzekeringen
- het kopen en verkopen van waardepapieren zoals aandelen

DNB = DE NEDERLANDSE BANK
ECB = DE EUROPESE CENTRALE BANK

REACTIES

G.

G.

het is wel goed maar over die banken moetje wel ietje meer erover schrijven okey..:~)

22 jaar geleden

E.

E.

een erg goed werkstuk ik heb er erg veel aan gehad!!!! groetjes Eva

22 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.