Hoofdstuk 2 en 3

Beoordeling 7.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 1016 woorden
  • 22 september 2004
  • 8 keer beoordeeld
Cijfer 7.1
8 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Economie - Hoofdstuk 2+3 8. -Centraal Bureau voor Statistiek gebruikt bij berekenen van werkloosheid computerbestanden van werklozen. Daarin staan mensen die een baan zoeken. Dit Bemiddelingsbestand Zonder Baan (BZB) wordt altijd gecorrigeerd omdat er fouten in zitten – bestandsvervuiling (tijdelijk werk dat niet gemeld wordt,werkloze die niet doorgeeft dat hij een baan heeft enz.) CBS corrigeert de cijfers dmv steekproeven. -CBS presenteert de abeidsmarktcijfers –waaronder werkloosheid- op 2 manieren: 1. in personen >aant. Personen die zich aanbieden en gevraagd worden op de arbeidsmarkt
2. in arbeids- of mensjaren >CBS telt aant. Volledige banen -P/A-ratio (personen/arbeidsjaren-ratio) = aant. personen:aant. arbeidsjaren. Is de ratio hoog, werken er veel mensen parttime, is hij laag veel mensen fulltime. 9. –Verborgen werkloosheid = niet geregistreerde werkloosheid. Mensen registreren zich niet om verschillende redenen: 1. ze zijn ontmoedigd om nog een baan te vinden (discourage effect) 2. mensen zijn arbeidsongeschikt geraakt, kunnen hun oude baan niet doen, maar zouden wel ander werk willen

3. iemand wil minder dan 12 uur werken
4. als je geen uitkering kunt krijgen omdat je partner te veel verdient, heeft het weinig zin je in te schrijven bij een arbeidsbureau
5. leerlingen/studenten blijven langer op school omdat zij denken toch geen baan te kunnen vinden
11.-conjunctuurwerkloosheid = werkloosheid die veroorzaakt wordt door vermindering van de bestedingen (factoren aan de vraagkant van de economie) conjunctureel gevoelige sector = sector die afhandelijk is van de economische grooi (ook: bestedingen) inkomen daalt>minder orders bij bedrijven>lagere productie>minder werknemers nodig>conjuncturele werkloosheid
18. opslossingen: 1. belastingtarieven verlagen >grotere koopkracht
2. overheidsuitgaven vergroten >er moeten meer goederen worden geproduceerd, dus moeten er meer mensen worden aangenomen. Nadeel is dat er een grote overheidsschuld ontstaat. 3. Europese Centrale Bank (ECB) kan de rente in eurolanden verlagen waardoor we goedkoper geld kunnen lenen en we meer besteden
Hogere overheidsuitgaven+lagere rente+lagere belastingen>grotere vraag naar goederen en diensten>meer orders bij bedrijven>hogere productie>meer werknemers nodig>daling conjuncturele werkloosheid
12. –structuurwerkloosheid wordt veroorzaakt door factoren aan de aanbodkant van de economie. Structuurwerkloosheid is bijna altijd van lange duur. Structuurwerkloosheid kan onderverdeeld worden in : (zie 13, 14, 15, 16) 13. –kwantitatieve structuurwerkloosheid = wanneer er te weinig arbeidsplaatsen zijn om voor werk voor de gehele beroepsbevolking te zorgen. Er zijn 2 invalshoeken: je kan zeggen dat de arbeidsvraag te klein is, of dat het arbeidsaanbod te groot is. - Oorzaken, beredeneerd vanuit de arbeidsvraag: 1. concurrentie met lagelonenlanden >die kunnen goedkoper produceren waardoor hier bedrijven sluiten en mensen werkloos worden
2. arbeidsbesparende technieken >door nieuwe technieken kunnen steeds minder mensen dezelfde productie leveren. arbeidsproductiviteit = hoeveel een arbeider per tijdsperiode kan produceren. Diepte-investeringen of arbeidsbesparende investeringen = investeringen die leiden tot toename van arbeidsproductiviteit

3. fusies of integraties van ondernemingen >daardoor komt een reorganisatie, in elkaar schuiven van diensten kan leiden tot ontslagen. 4. Overheidsmaatregelen >met haar beleid kan overheid werkloosheid veroorzaken -oorzaken, beredeneerd vanuit arbeidsaanbod: 1. stijgende participatiegraad van vrouwen >steeds meer vrouwen bieden zich aan op arbeidsmarkt
2. toename aant. schoolverlaters >ieder jaar bieden zich meer schoolverlaters aan op de arbeidsmarkt
3. werkzoekenden uit buitenland
19. oplossingen: of arbeidsvraag stimuleren, of arbeidsaanbod afremmen. -Arbeidsvraag stimuleren: 1. stimuleren investeringen door overheid door met subsidies te bevorderen dat bedrijven zich uitbreiden of door de infrastructuur te verbeteren en de Ned. Economie aantrekkelijk te maken voor buitenlandse bedrijven (betekent nieuwe banen) 2. stimuleren innovaties >nieuwe producten, productieprocessen op de markt brengen, leidt tot nieuwe banen
3. verlagen loonkosten >als arbeid goedkoper wordt zullen bedrijven minder geneigd zijn mensen te vervangen door kapitaal. Daarnaast dragen lage loonkosten bij aan concurrentiepositie van Ned. -Arbeidsaanbod afremmen: 1. extra belasten van tweeverdieners >het wordt onaantrekkelijk om in een huishouden met meer mensen te werken; tweeverdieners moeten meer belasting betalen waardoor relatief minder geld overblijft
2. verlengen van leerplicht >je komt later op arbeidsmarkt, dus wordt de arbeidsaanbod kleiner. Deze maatregel is zeer kostbaar en je draagt op school niet mee aan de economie (=gederfd inkomen) 3. verlagen pensioengerechtigde leeftijd >je kan vervroegd uittreden (VUT) maar dit is erg duur
4. toepassen arbeidstijdverkorting >arbeidsaanbod beperk je niet, maar je verdeelt het werk anders over de mensen, dus meer personen, zelfde aantal uren. Dit kan niet altijd en ook kan ATV aangegrepen worden door werkgevers om te bezuinigen
5. aanpassen van de definitie van werkloosheid >we verlagen werkloosheid, maar doen niets aan de oorzaken
14. –kwalitatieve structuurwerkloosheid = werkloosheid door discrepantie van vraag en aanbod
discrepantie = niet op elkaar aansluiten (van scholing ofwel kwaliteit van vraag en aanbod) kwalitatieve structuurwerkloosheid kan ook ontstaan door een te geringe mobiliteit van arbeiders (ze willen niet verhuizen) 20. oplossingen: 1. door systeem van loting de instroom van studenten bij ‘verkeerde’ studies verkleinen
2. verhuispremies en reiskostenvergoedingen aanbieden om mobiliteit te bevorderen of prijzen van openbaar vervoer voor forenzen aanpassen. 15. –frictiewerkloosheid (zoekwerkloosheid) = werkloosheid door verandering van baan

frictie = wrijving (van tijdstip waarop de ene baan eindigt en de andere begint) deze vorm van werkloosheid is meestal van korte duur, maar behoort tot structuurwerkloosheid omdat het altijd blijft bestaan (er zijn altijd werkzoekenden, die nog geen baan hebben gevonden) 21. oplossingen: moeilijk op te lossen, het kost tijd om een nieuwe baan te vinden. Mogelijke oplossing is verbetering van communicatie tussen werkgevers en potentiële werknemers (internet, e-mail) 16. –seizoenwerkloosheid = werkloosheid door seizoensinvloeden (vb: er zijn geen mosselen in april en mei, schilders werken bij mooi weer dus in de zomer, in de landbouw heb je oogsttijd) 20. oplossingen: 1. verandering (verlaging) van de prijs in het dalseizoen wordt het aantrekkelijker voor de consument in die periode te consumeren
2. diversificatie = meerdere producten aanbieden (’s zomers recreatie, ’s winters vergaderruimte) 3. seizoensverlenging (kassen bijv.) 17. –overspannen arbeidsmarkt = wanneer arbeidsvraag arbeidsaanbod overtreft (als bedrijven geen geschikt personeel kunnen vinden) 23. oplossingen: 1. overwerken –oplossing op korte termijn
2. omscholen van mensen
3. aantrekken van mensen uit het buitenland
4. zorgen voor minder vraag naar goederen en diensten door verhoging van belastingen en verlaging overheidsbestedingen
24. –arbeidsmarktbeleid door overheid - arbeidsvoorzieningsbeleid = arbeidsmarktbeleid dat zich richt op de aanbodkant van de arbeidsmarkt. Doel is dat mensen die zich aanbieden op de arbeidsmarkt binnen redelijke termijn een baan vinden. Veel aandacht dus voor bemiddeling van werkzoekenden, vooral via arbeidsbureau’s. Vooral trajectbemiddeling
trajectbemiddeling = arbeidsbureau organiseert traject van scholing, werkervaring, sollicitatietraining enz. om een kans op een baan te vergroten. Op het arbeidsvoorzieningsbeleid vallen zowel maatregelen die het voor werkzoekenden aantrekkelijk maken om een baan te accepteren (tegemoetkoming verhuiskosten) als voor de werkgever om een werkzoekende aan te

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.