Hoofdstuk 2

Consumentenorganisatie:

• Onpartijdige product informatie te geven.
• Informatie te geven over de rechten en plichten van de consument
• Acties te voeren bij fabrikanten of bij de overheid om de belangen van consumenten te beschermen.
• Vb1: Consumentenbond
• Vb2: Anwb
• Vb3: Nibud

Consumer power:

• Door met een grote groep consumenten gezamenlijk op te treden, heb je meer invloed op producenten. Dus die zullen eerder rekening houden met de wensen en behoeften van de consument.

Keurmerk: :

• Meestal is het lastig om zelf te beoordelen of een product de kwaliteit heeft die je mag verwachten. Een keurmerk helpt daarmee. Een keurmerk is een logo op een product waarmee de fabrikant aangeeft dat het product aan bepaalde eisen voldoet. Je hebt keurmerken voor dierenwelzijn, milieu, elektronica etc.
• Er zijn ook keurmerken die kan aangeven dat de partij waarmee je zaken doet betrouwbaar is.
• Vb1: ANVR
• Vb2: KemaKeur
• Vb3: Fairtrade
• Vb4: Bewuste Keuze
• Vb5: Thuiswinkelwaarborg

ACM:

• Soms verzinnen producenten zelf keurmerken. Op de website van ACM kun je controleren of een keurmerk wel onafhankelijk en betrouwbaar is.
• ACM (Autoriteit Consument & Markt) is een overheidsinstelling die erop toeziet dat consumentenbelangen worden beschermd en dat bedrijven eerlijk met elkaar concurreren.
• Zij kunnen ook aan bedrijven ACM boetes opleggen. Als bijvoorbeeld blijkt dat bedrijven met elkaar verboden afspraken hebben gemaakt over de prijzen die de consumenten voor hun product moeten betalen.

Deugdelijk product:

• Dit betekend dat het product bij normaal gebruik een bepaalde tijd meegaat. Hoelang het product mee hoort te gaan hangt er vanaf wat voor soort product het is, wat de verkoper je beloofd en of dat het een A-merk of een goedkoper variant is.
• Als het product niet deugt dan moet de verkopen het laten repareren, vervangen of geld terug geven.

Consumentenrecht:

• Waneer je als consument iets koopt van een bedrijf, dan geld daarbij het consumentenrecht. Dat is de verzameling van wetten en regels die de consument beschermen van aankopen van producten. Het consumentenrecht is ingevoerd omdat je als consument een zwakkere positie hebt. Je hebt meestal minder kennis over het product, minder geld en minder macht dan de producent.
• Als je iets koopt van een particulier dan geldt het consumentenrecht niet.

De Warenwet:

• De Warenwet verbiedt de verkoop. De verkoop van levensmiddelen en andere producten die een gevaar zijn voor je gezondheid of veiligheid. De Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) ziet toe op veilig voedsel, veilige consumentenproducten. Ook letten ze op de gezondheid en welzijn van dieren.

De Wet koop op afstand:

• De Wet koop op afstand geld als je iets via het internet, telefoon of met een bon uit bijvoorbeeld een tijdschrift. Je hebt volgens deze wet een bedenktijd vanaf de dag dat je het product hebt gekregen of een dienst hebt besteld. De bedenktijd heet ook wel zichttermijn in die tijd mag je het product terugsturen als hij niet aan je verwachtingen voldoet. Bij bepaalde goederen of diensten geldt die bedenktijd niet, bijvoorbeeld bij reizen of producten die snel kunnen bederven.

De Colportage wet:

• Beschermt de consument bij ongevraagde verkoop aan de deur, op straat of bij verkoopdemonstraties thuis of tijdens bus- of bootreisjes. Je kunt als consument binnen 14 dagen een aankoop terugdraaien. Je hoeft hiervoor helemaal een reden op te geven. Het aankoopbedrag moet wel minimaal €50 zijn.

Wet productaansprakelijkheid:

• Is de fabrikant aansprakelijk voor de gevolgschade die door een gebrekkig product ontstaat.

De Stichting Geschillencommissies:

• Met je klacht ga je dan naar de leverancier bij wie je het product hebt gekocht. Als je er niet uitkomt met de leverancier, dan kun je de klacht voorleggen aan de De Stichting Geschillencommissie Consumentenzaken (SGC). Deze behandelt klachten tussen consumenten en ondernemers. Er zijn verschillende afdelingen voor groepen producten of diensten, bijvoorbeeld voor kleding, webshops of reizen. Als de Geschillencommissie een uitspraak doet, dan is deze bindend. Dat betekent dat beide partijen zich aan de uitspraak moeten houden.

Woningmarkt:

• De woningmarkt bestaat uit de totale vraag naar woningen en totale aanbod van woningen. De woningmarkt kun je verdelen in huurwoningen en koopwoningen. De meeste huurwoningen zijn eigendom van woningcorporaties. Eén woningcorporatie is een organisatie die betaalbare woningen bouwt, verhuurt en onderhoudt. Huurwoningen met een maandhuur tot ongeveer €700 noem je sociale huurwoningen. Als de huur hoger is, dan heb je te maken met een huurwoning in de vrije sector.

Huurtoeslag:

• Als je inkomen te laag is om de huur te betalen, heb je mogelijk recht op huurtoeslag. Dat is een financiële bijdrage van de overheid waarmee je een deel van de huur kunt betalen. Om huurtoeslag te krijgen moet je aan bepaalde voorwaarden voldoen. Huurtoeslag vraag je aan bij de Belastingdienst.