Economie Hoofdstuk 15: Overheid en sociale zekerheid
Collectieve sector: Overheid en sociale verzekeringsinstellingen
Overheid: - Het rijk - Provincie - Gemeente
Taak van de overheid: De samenleving op allerlei gebieden door middel van wetten te
besturen en er op toe zien dat de regels worden nageleefd. Parlement: Eerste en Tweede Kamer
Sociale verzekeringsinstellingen: Ontvangen premies op grond van de
werknemersverzekeringen en volksverzekeringen. Deze
instellingen keren ook de uitkeringen uit.
Ambtenaren: Werknemers in dienst van de overheid.
Sectoren gefinancierd door de overheid: onderwijs, gezondheidszorg en welzijn.
Particuliere sector: Gezinnen en particuliere ondernemingen, uit op eigen belang. Doel is
winst maken. Collectivisatie: Overnemen van taken van de particuliere sector door de collectieve sector. Redenen: Voorkomen van misbruik, veel activiteiten te duur voor particulieren, bescherming
van de zwakkeren. Privatisering: Overhevelen van taken van de collectieve sector naar de particuliere sector. Redenen: Kostenbesparing voor de collectieve sector, particulieren werken doelmatiger en
dus goedkoper, particulieren werken sneller in op wensen van de consument. Regulering: Bemoeienis van de overheid bij de particuliere sector neemt toe (verboden) Deregulering: Overheidsregels worden versimpeld. Verschillende wetten: - De Wet productaansprakelijkheid (bij kapot gaan) - De Warenwet (kwaliteit en samenstelling, door Keuringsdienst) - De Prijzenwet (duidelijk aangegeven) Concurrentievoorschriften: Geen afspraken maken. Gecontroleerd door Nederlandse
Mededingingsautoriteit (NMA) BTW: Belasting Toegevoegde Waarde. (19%, 6% en 0%). Accijnzen: Belastingen op goederen die de overheid schadelijk acht. (Tabak, wijn, bier, alcohol en benzine). NIET DE BTW VERGETEN! Loonheffing: Loonbelasting en premies volksverzekeringen. Ook premies voor werknemersverzekeringen. Moterrijtuigenbelasting: Dit is een voorbeeld van houderschapsbelasting. Hoogte is
afhankelijk van het gewicht van je auto, de provincie waar je woont
en de brandstof waarop de auto rijdt. Gemeentelijke belastingen: Bv. Afvalstoffenheffing, rioolrechten en hondenbelasting. OZB: Onroerende zaakbelasting. Wordt geheft over de waarde van de woning incl. grond. Troonrede: De plannen voor het komende jaar. Miljoenennota: Hoe de overheid aan het geld zal komen dat ze uit wil geven. Rijksbegroting: Overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven. Belangrijkste inkomensbronnen overheid: Omzetbelasting, loonbelasting en
vennootschapsbelasting. BTW brengt het meeste op. De gemeenten geven o.a. geld uit aan: bestuur, ambtenaren, gemeentewerken, wegenaanleg, straatverlichting, openbare scholen, subsidies, cultuur en recreatie. Inkomsten gemeenten: Gemeentelijke belastingen, uitkeringen uit het gemeentefonds, inkomsten uit gemeentelijke bedrijven, retributies (afgiftes). Sociale zekerheid: Verdelen in bestaanszekerheid en herverdeling van inkomen. Maatregelen overheid bezuinigingen: Strengere eisen voor uitkering, verkorting duur uitkering, fraudebestrijding, strengere eisen herkeuring, verlaging v/d uitkering. Uitkeringen via algemene wetten: AOW (Algemene Ouderdomswet), ANW (Algemene Nabestaandenwet), AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektenkosten), AKW (Algemene Kinderbijslagwet) en ABW(Algemene Bijstandswet). Uitkeringen bij werkeloosheid en arbeidsongeschiktheid: WW (Werkloosheidswet), WAO (Wet op arbeidsongeschiktheid), WAZ (Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekeringen Zelfstandigen), Wajong (Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering jonggehandicapten) en ZFW (Ziekenfondswet).
Overheid: - Het rijk - Provincie - Gemeente
Taak van de overheid: De samenleving op allerlei gebieden door middel van wetten te
besturen en er op toe zien dat de regels worden nageleefd. Parlement: Eerste en Tweede Kamer
Sociale verzekeringsinstellingen: Ontvangen premies op grond van de
werknemersverzekeringen en volksverzekeringen. Deze
winst maken. Collectivisatie: Overnemen van taken van de particuliere sector door de collectieve sector. Redenen: Voorkomen van misbruik, veel activiteiten te duur voor particulieren, bescherming
van de zwakkeren. Privatisering: Overhevelen van taken van de collectieve sector naar de particuliere sector. Redenen: Kostenbesparing voor de collectieve sector, particulieren werken doelmatiger en
dus goedkoper, particulieren werken sneller in op wensen van de consument. Regulering: Bemoeienis van de overheid bij de particuliere sector neemt toe (verboden) Deregulering: Overheidsregels worden versimpeld. Verschillende wetten: - De Wet productaansprakelijkheid (bij kapot gaan) - De Warenwet (kwaliteit en samenstelling, door Keuringsdienst) - De Prijzenwet (duidelijk aangegeven) Concurrentievoorschriften: Geen afspraken maken. Gecontroleerd door Nederlandse
Mededingingsautoriteit (NMA) BTW: Belasting Toegevoegde Waarde. (19%, 6% en 0%). Accijnzen: Belastingen op goederen die de overheid schadelijk acht. (Tabak, wijn, bier, alcohol en benzine). NIET DE BTW VERGETEN! Loonheffing: Loonbelasting en premies volksverzekeringen. Ook premies voor werknemersverzekeringen. Moterrijtuigenbelasting: Dit is een voorbeeld van houderschapsbelasting. Hoogte is
afhankelijk van het gewicht van je auto, de provincie waar je woont
en de brandstof waarop de auto rijdt. Gemeentelijke belastingen: Bv. Afvalstoffenheffing, rioolrechten en hondenbelasting. OZB: Onroerende zaakbelasting. Wordt geheft over de waarde van de woning incl. grond. Troonrede: De plannen voor het komende jaar. Miljoenennota: Hoe de overheid aan het geld zal komen dat ze uit wil geven. Rijksbegroting: Overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven. Belangrijkste inkomensbronnen overheid: Omzetbelasting, loonbelasting en
vennootschapsbelasting. BTW brengt het meeste op. De gemeenten geven o.a. geld uit aan: bestuur, ambtenaren, gemeentewerken, wegenaanleg, straatverlichting, openbare scholen, subsidies, cultuur en recreatie. Inkomsten gemeenten: Gemeentelijke belastingen, uitkeringen uit het gemeentefonds, inkomsten uit gemeentelijke bedrijven, retributies (afgiftes). Sociale zekerheid: Verdelen in bestaanszekerheid en herverdeling van inkomen. Maatregelen overheid bezuinigingen: Strengere eisen voor uitkering, verkorting duur uitkering, fraudebestrijding, strengere eisen herkeuring, verlaging v/d uitkering. Uitkeringen via algemene wetten: AOW (Algemene Ouderdomswet), ANW (Algemene Nabestaandenwet), AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektenkosten), AKW (Algemene Kinderbijslagwet) en ABW(Algemene Bijstandswet). Uitkeringen bij werkeloosheid en arbeidsongeschiktheid: WW (Werkloosheidswet), WAO (Wet op arbeidsongeschiktheid), WAZ (Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekeringen Zelfstandigen), Wajong (Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering jonggehandicapten) en ZFW (Ziekenfondswet).
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
J.
J.
Yo,
Ik wil graag iedereen helpen met deze link hier: http://www.percent.nl/Onlineleren/onlinelerenfiles/oefentoetsencdrom/toetsenGT.html
Dit is een link die je naar alle maak je eigen samenvattingen brengt en je de antwoorden geeft ;)
Veel plezier :D
12 jaar geleden
Antwoorden