Hoofdstuk 12 t/m 15

Beoordeling 4.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 495 woorden
  • 18 augustus 2004
  • 25 keer beoordeeld
Cijfer 4.4
25 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Hoofdstuk 12
Kosten van duurzame productiemiddelen
Duurzame productiemiddelen zijn activa die vele jaren door de onderneming kunnen worden gebruikt. Nadelen van bezit van duurzame productiemiddelen zijn: - De interestkosten - De onderhoudskosten; - Het risico van prijsdaling - Het verliezen van eeen deel van de prestaties op grond van veroudering. Tot de aanschafprijs van een duurzaam productiemiddel behoren ook de bijkomende kosten, zoals overdrachtskosten (gebouw) en installatiekosten (machines) Afschrijven is het in de boekhouding tot uitdrukking brengen van de waardevermindering van duurzame productiemiddelen. De grootte van de afschrijving is afhankelijk van: - de waarde van de duurzame productiemiddelen. - De levensduur - De restwaarde - Het gebruik
De Restwaarde van een duurzaam productiemiddel is de opbrengst die de onderneming aan het einde van de levensduur van het productiemiddel verwacht te ontvangen. Bij afschrijving met een percentage van de aanschafprijs is het bedrag dat per periode wordt afgeschreven, te vinden met behulp van de formule: Afschrijving = A – R -------- n

A = aanschafwaard
R= Restwaarde
N= Tijd
De boekwaarde van duurzaam productiemiddelen berekenen we door de aanschafprijs te verminderen met de reeds afgeschreven bedragen. Tot de overige kosten van duurzame productiemiddelen worden gerekend de interestkosten en de complementaire kosten. De jaarlijkse interestkosten kunnen worden berekend worden als een percentage over: - de halve aanschafwaarde - het gemiddeld geïnvesteerd vermogen gedurende de gehele levensduur - het gemiddeld geïnvesteerd vermogen aan het begin van het jaar complementaire kosten zijn alle kosten die samenhangen met het duurzaam productiemiddel op de afschrijving en interestkosten na, zoals onderhoudskosten en reperatiekosten. Hoofdstuk 13
De verkoopprijs in een handelsonderneming
Verkoopprijs exclusief omzetbelasting € … = 100% Omzetbelasting € … =100%(of 6) ----------------------- Verkoopprijs inclusief omzetbelasting € … = 100%(of106) =================================================================== Verkoopprijs exclusief omzetbelasting = 100:119(100:106) X verkoopprijs inc.omzetbelast ===================================================================Berekening van de inkoopprijs incl. omzetbelasting met behulp van een brutowinstpercentage (brutowinstopslag): Inkoopprijs € … Brutowinstopslag = ….% van inkoopprijs € … + -------------------- Verkoopprijs ex. Omzetbelasting € … Omzetbelasting 19(of 6)% van verkoopprijs
Ex. Omzetzetbelasting € … + --------------------- verkoopprijs inclusief omzetbelasting € … Berekening van de verkoopprijs incl. omzetbelasting met behulp van een nettowinstpercentage (nettowinstopslag): Geschatte inkoopprijs € … Opslag voor overheadkosten = …% van geschatteinkp. € … + --------------------- Vaste verrekenprijs € … Opslag voor inkoopk. = …% van VVP € … + ---------------------- Kostprijs € … Nettowinstopslag =…% van kostprijs € … + ---------------------- Verkoopprijs ex. Omzetbelasting € … Omzetbelasting = 19% van verkoopp. Ex omzetb. € … + ---------------------- Verkoopprijs incl. Omzetbelasting € … Berekening van percentages: Brutowinstpercentage: Brutowinst : inkoopprijs x 100 % Percentage voor overheadkosten: overheadkosten : vaste verrekenprijs x 100% Nettowinstpercentage: nettowinst : kostprijs x 100% Hoofdstuk 14 Voor- en nacalculatie bij bruto- en nettowinstopslagmethode
Nettowinst: Voorcalculatorisch(verwacht) voor een periode begint Nacalculatroisch (gerealiseerd): na afloop van een periode
Berekening van de nettowinst volgens brutowinstopslagmethode: Omzet € … Inkoopwaarde van de omzet € … - ------------------- Brutowinst € … Bedrijfskosten € … - ------------------- € … Interestopbrengsten € … + ------------------- Nettowinst € … Berekening van de nacalculatorische nettowinst volgens de nettowinstopslagmethode: Omzet € … Inkoopwaarde van de omzet € … - ------------------- Gerealiseerd verkoopresultaat € … Resultaat op inkopen € … Resultaat op overheadkosten € … Resultaat op inkoopkosten € … -------------- Gerealiseerd budgetresultaat € … + of - --------------- Gerealiseerde nettowinst € Hoofdstuk 15 Break-evenanalyse

Break-even afzet = Constante kosten : (verkoopprijs – variabele kosten – inkoopprijs) Variable kosten zijn afhankelijk van de productie van de afzet. Constante kosten zijn binnen de bestaande capaciteit onafhankelijk van de productie of afzet. Break-evenafzet grafisch: - snijpunt totale opbrengstlijn en totale kostenlijn - snijpunt dekkingsbijdragelijn en constante kosten lijn

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.