§ 12.1 De collectieve sector
De overheid:
- Enge zin: centrale overheid in het rijk of Den Haag;
- Ruime zin: enge + lagere overheden (gemeente, provincie).
De collectieve sector (samenbelang):
- Ruime + sector sociale zekerheid + sector zorg;
- Ook wel de publieke sector. De publieke sector is de verzamelnaam voor alle overheidsorganisaties en semioverheidsorganisaties.
Een klein deel van de sociale zekerheid wordt betaald van belastinggeld, maar het grootste deel uit de opbrengsten van premies volksverzekeringen en werknemersverzekeringen. Dit omdat de verzekeringen als algemeen belang dienen.
De mensen die bij de overheid werken, behartigen niet het algemeen belang.
Met beslissingen houdt de politiek rekening met de ambtenaren die beleidsvoorstellen doen, en met pressiegroepen, zoals vakbonden, organisaties van werkgevers of de milieubeweging.
Particuliere sector (individueel belang):
- Alle ondernemingen en organisaties die voornamelijk als doel hebben winst te maken;
- Wordt ook wel de marktsector genoemd, omdat in deze sector het marktmechanisme een belangrijke rol speelt.
Private sector:
- De private sector omvat alle entiteiten, zoals vzw's, bvba's en nv's die niet volledig in handen zijn van de overheid. De overheid heeft gedeeltelijk gezag over alle ondernemingen omdat deze de economische wetten van de overheid na dienen te leven.
De particuliere sector/private sector bestaat uit de consumenten, ondernemers en werknemers. Zij behartigen vooral het individueel belang
§12.2 Wat doet de overheid?
Er zijn twee belangrijke verschillen tussen de overheid en de particuliere sector:
- Een particuliere onderneming wil dat de productie op z’n minst de kosten daarvan dekt.
De overheid stelt niet als eis dat de overheidsvoorzieningen winstgevend moeten zijn. - In de particuliere sector staat het prijsmechanisme centraal.
Bij de overheid staat juist het budgetmechanisme centraal. Elk jaar wordt vastgesteld wat het budget is van de overheid, en op basis hiervan gaan zij keuzes maken waar ze dit aan gaan uitgeven, of dat ze juist willen bezuinigen.
Prijsmechanisme:
- Is het ordeningsmechanisme van de vrije ruilverkeershuiding. Door het vrije spel van vraag en aanbod worden de productiefactoren ingezet overeenkomstig de wensen van de consumenten. De prijzen die tot stand komen zijn de signalen waarop de individuele vragers en aanbieders hun beslissingen nemen;
- Uitgeven zoveel je wilt.
- Via de omvang van de begrotingen wordt door de overheid deels invloed uitgeoefend op de allocatie van de productiefactoren.
- Overheid bepaalt budget.
(de drie belangrijke)
Allocatie
Het verdelen van de productiefactoren over de aanwendingsrichtingen. Het allocatieprobleem wordt in de particuliere sector voornamelijk opgelost door middel van het prijs- en marktmechanisme en in de publieke sector door middel van het budgetmechanisme.
De overheid wil invloed hebben, opdat het efficiënt gaat, om grotere productiewaarde te bereiken
De overheid probeert bijvoorbeeld consumptie van producten die slecht zijn voor de gezondheid of het milieu, te verminderen door daar hoge belasting op te heffen. Bij goederen waarvan de overheid het gebruik juist wil stimuleren, worden lage belastingen opgelegd of wordt de productie gesubsidieerd.
Herverdeling
Door belastingen, premieheffing en sociale uitkeringen, wordt het besteedbare inkomen beter verdeeld.
De primaire inkomensverdeling is de verdeling voordat rekening is gehouden met betaalde inkomsten en loonbelasting, premies en ontvangsten van sociale uitkeringen. De secundaire inkomensverdeling is de verdeling waarin dit wel allemaal is meegenomen. De inkomensongelijkheid is bij de secundaire verdeling kleiner.
Stabilisering
De overheid streeft naar een stabiele economische ontwikkeling, evenwichtige economische groei en het dempen van de conjunctuurgolven middels een anticyclische begrotingspolitiek.
De overheid probeert de conjunctuur stabiel te houden, zodat, wanneer het even wat slechter gaat, de mensen niet gelijk minder gaan kopen of dat het werkniveau daalt.
Begrippen uit de de paragraaf
- Meritgoederen:
Goederen waarvan de overheid vindt dat de maatschappij ze onderwaardeert, en waarvan de consumptie dus door de overheid door middel van subsidies gestimuleerd moet worden. - Demeritgoederen:
Goederen die volgens de overheid door de maatschappij worden overgewaardeerd en waarvan de consumptie dus moet worden afgeremd door middel van accijnsheffing. - Nivellering/denivellering:
Het respectievelijk kleiner en groter worden van de inkomensverschillen.
Aantekeningen les:
Sociale zekerheid is voor langdurige werklozen
--> vooral oudere werknemers met als middelbare school als hoogst genoten opleiding.
§12.4 Collectieve goederen
Individuele goederen zijn goederen die naar hun aard gesplitst kunnen worden in individuele eenheden. Men kan de gebruiker naar de mate van zijn gebruik laten betalen, zodat de productie van deze goederen ook via het prijs- en marktmechanisme plaats (kan) vindt(/vinden).
Collectieve goederen zijn goederen die naar hun aard niet te splitsen zijn in individueel leverbare eenheden. De gebruiker kan er dan ook geen prijs per eenheid voor betalen en daarom worden ze uit de algemene middelen van de overheid gefinancierd. Men kan ook niet van consumptie worden uitgesloten ( denk aan bijv. de politie). De productie van collectieve goederen vindt daarom plaats via het budgetmechanisme.
Free-rider probleem (meeliftgedrag): gratis vruchten plukken van een door anderen gefinancierde dienst.
Quasi-collectieve goederen zijn individuele goederen die de overheid om maatschappelijke (of praktische) redenen zelf in productie heeft genomen, en waarvan de financiering (voornamelijk) plaatsvindt via de algemene middelen. Voorbeelden zijn het onderwijs en de wegen. De quasi-collectieve goederen worden soms ook wel semi-collectieve goederen of pseudo-collectieve goederen genoemd.
Privatiseren is het afstoten van overheidstaken naar de particuliere sector. Dit betekent meestal dat de overheid haar belang (aandelen) in ondernemingen verkoopt aan particulieren.
§12.5 De uitgaven van de collectieve sector
Sociale zekerheidsuitgaven:
- Overdrachtsuitgaven:
Inkomensoverdrachten van de overheid naar burgers toe. De overheid verwacht hiervoor geen tegenprestatie, zoals de bijstandsuitkeringen en de inkomensondersteunende subsidies. - Overheidsbestedingen:
Het gedeelte van de overheidsuitgaven waar de overheid wel een tegenprestatie voor verlangt, in tegenstelling tot bij de overdrachtsuitgaven. De overheidsbestedingen zijn te verdelen in overheidsinvesteringen en overheidsconsumptie.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden