Economie hoofdstuk 10 Samenwerken
Externe effecten = onbedoelde gevolgen van het streven naar welvaart door de één voor de welvaart van de ander.
Positieve externe effecten vergroten de welvaart van anderen; Negatieve externe effecten verkleinen de welvaart van anderen.
Collectieve goederen zijn goederen die niet splitsbaar zijn in individueel leverbare eenheden. Bijv.
- Defensie = veiligheid van ons land
- Handhaving van openbare orde = politiediensten
- Rechtsstelsel = rechtspraak
- Openbaar bestuur = op landelijk niveau wetgeving, op provinciaal en gemeentelijk niveau voor regelgeving en uitvoering.
- Straatverlichting
Uitsluitbaar = Sommige consumenten kunnen uitgesloten worden van het gebruik van dit goed. Bijvoorbeeld: Iemand heeft een goed gekocht en beslist zelf wie gebruik maakt van het goed.
Rivaliserend = Als het goed gebruikt is kan het niet nogmaals of tegelijkertijd geconsumeerd worden door anderen.
Meeliftgedrag = verschijnsel dat personen wel van bepaalde voorziening profiteren, maar er niet voor betalen.
Hoofdstuk 11 Speltheorie
Gevangenisdilemma:
Johan |
|||
Verlinken |
Niet verlinken |
||
Huub |
Verlinken |
5 jaar 5 jaar |
Vrij 8 jaar |
Niet verlinken |
8 jaar vrij |
1 jaar 1 jaar |
Als Huub verlinkt, verlinkt Johan ook want 5 < 8
Als Huub niet verlinkt, verlinkt Johan wel want vrij < 1 jaar
Dominante strategie = verlinken
Als Johan verlinkt, verlinkt Huub ook want 5 < 8
Als Johan niet verlinkt, verlinkt Huub wel want vrij < 1 jaar
Dominante strategie = verlinken
De dominante strategie in dit gevangenis dilemma is verlinken
Dominante strategie = strategie die een partij het beste resultaat oplevert, onverschillig de keuze van de andere partij.
Nash-evenwicht = het resultaat dat tot stand komt als iedere partij zijn actie zo kiest dat zijn eigen resultaat zo goed mogelijk is, gegeven de acties van andere partijen.
Zelfbinding = wanneer partij vrijwillig een bepaalde strategie voert, waarbij rekening wordt gehouden met belangen van andere partijen.
Hoofdstuk 12
CAO (collectieve arbeidsovereenkomst) = overeenkomst over de voorwaarden waaraan elke arbeidsovereenkomst binnen de betreffende bedrijfstak of onderneming moet voldoen.
Verzonken kosten = kosten die al zijn gemaakt en geen rol meer spelen bij het nemen van beslissing.
Hoofdstuk 13 Informatie
Symmetrische informatie: Alle marktpartijen beschikken over dezelfde informatie.
Asymmetrische informatie: Tenminste één marktpartij beschikt over meer/minder informatie dan tenminste één andere marktpartij.
Enkele voorbeelden:
- Ik wil een tweedehands auto kopen maar weet niet of er binnenkort dure onderdelen vervangen moeten worden. Asymmetrische informatie want dit is voor mij niet na te gaan.
- Ik wil een tweedehands auto kopen maar weet niet of deze goed onderhouden is. Geen asymmetrische informatie want dit is gemakkelijk te controleren in het onderhoudsboekje.
Tip: Het is bij dit soort vragen dus erg belangrijk dat je je antwoord uitlegt!
Een gevolg van asymmetrische informatie kan zijn = Averechtse selectie:
- Bij verzekeringen: Alleen mensen met een meer dan gemiddeld risico verzekeren zich.
- Bij producten: Alleen de kwalitatief slechtere producten worden nog aangeboden
- Algemeen: De slechte risico’s verdrijven de goede risico’s van de markt
Nalatig gedrag/ moreel wangedrag: Na het aangaan van een overeenkomst verandert één van partijen bewust zijn gedrag waardoor de andere partij voor (hoge*) onverwachte kosten komt te staan. De partij die het gedrag verandert ondervindt hier zelf geen nadeel van.
*Hoog is relatief, een fiets is veel goedkoper dan een auto maar in beide gevallen kan er sprake zijn van moreel wangedrag waardoor schade uitgekeerd moet worden.
Hoofdstuk 14 Risico en verzekeren
Verzekering is een afspraak tussen een verzekeraar en een verzekeringsnemer.
- Verzekeringsnemer loopt financieel risico dat hij wil ‘afdekken’: wil zelf niet opdraaien voor schade. Daarvoor betaalt verzekeringsnemer verzekeringspremie.
- Verzekeraar doet uitkering wanneer verzekerde situatie voordoet, bijv. brandverzekering van woning. De ‘verzekerde schade’ wordt vergoed.
De hoogte van een verzekeringspremie is afhankelijk van:
- Het risico = de kans dat de verzekerde gebeurtenis plaatsvindt.
- De kosten en winstopslag voor verzekeraar, deze maakt kosten als administratie en taxatie. De verzekeringspremie moet ook zorgvuldig worden beheerd zo dat uitkeringen kunnen worden gedaan. Sommige verzekeringsmaatschappijen hebben geen winststreven à ‘onderlinge verzekeringen´
- Hoogte van eigen risico: soms wil of moeten verzekerde zelf een deel van risico dragen. De uitkering van verzekeraar wordt lager, dus is verzekeringspremie ook lager.
Solidariteit = De bereidheid van mensen met een laag risico om zich te verzekeren samen met mensen met een hoog risico (waardoor hun premie eigenlijk te hoog is).
Verscheidenheid = De kans dat alle verzekerden tegelijkertijd hetzelfde overkomt (denk aan voorbeeld waterschade). Hoe groter de verscheidenheid hoe lager de kans dat alle verzekerden tegelijkertijd hetzelfde overkomt.
Verzekeringsdraagvlak = Het aantal mensen dat een bepaalde verzekering heeft afgesloten.
Samenvatting hoofdstuk 15+16
Vennoten = eigenaren van een openbarevennootschap
Rechtspersoon = een juridische constructie waarbij een “organisatie” eigen rechten en plichten kan hebben (wordt voor de wet gezien als een persoon van vlees en bloed)
Hoofdelijke aansprakelijkheid = Iedere eigenaar is aansprakelijk voor 100% van de schulden met zowel zijn zakelijke als privé vermogen.
Hoofdelijk aansprakelijk, geen scheiding Niet aansprakelijk met privé vermogen, wel scheiding
Openbare vennootschap = Vervanger van de VOF, is nooit ingevoerd dus de VOF bestaat nog gewoon.
Maatschappelijk (aandelen) kapitaal = Het maximale aantal aandelen die een onderneming mag uitgeven (alleen BV en NV)
Nominale waarde (aandeel) = De in de statuten van een onderneming (BV of NV) vastgelegde waarde van een aandeel)
Geplaatst aandelen kapitaal = Totale nominale waarde van de uitgegeven aandelen (nominale waarde * aantal uitgegeven aandelen)
Uitgiftekoers = De prijs van een aandeel bij uitgifte door de onderneming.
Agio (alleen bij aandelen) = Het deel van de uitgiftekoers boven de nominale waarde (nom. Waarde 100; koers 120; agio = 20)
Onderdelen van het EV:
Geplaatst aandelen kapitaal
Agio
Ingehouden winsten
Overige reserves (bijv. herwaarderingsreserve)
Bepalen koers aandeel/obligatie = factoren die vraag en aanbod bepalen (rente, winstverwachting e.d.) -> vraag en aanbod -> koers
Factoren die vraag en aanbod beïnvloeden voor een obligatie = verhouding tussen couponrente en marktrente
Factoren die vraag en aanbod beïnvloeden voor een aandeel = overnames, winstverwachting, rente, positieve of negatieve media-aandacht
Rendement obligaties stijgt als koers daalt.
Rendement obligaties daalt als koers stijgt.
LET OP: we gaan er van uit dat je een obligatie koopt na de koersverandering en het rendement vergelijkt met het rendement voor de koersverandering.
Eenmanszaak |
Openbare vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid |
Openbare vennootschap met rechtspersoonlijkheid |
BV |
NV |
|
Rechtspersoon |
Nee |
Nee |
Ja |
Ja |
Ja |
Specifiek rechtsvorm |
Vooral geschikt voor startende ondernemingen met weinig riosico en weinig vermogen |
Idem maar met meer eigenaren |
Vooral geschikt voor startende ondernemingen met een wat hoger risico |
Geschikt voor ondernemingen die meer risico lopen en meer vermogen nodig hebben dan de eenmanszaak |
Geschikt voor ondernemingen die meer vermogen nodig hebben dan de BV |
Financiering |
Moeilijk omdat de schulden slechts verhaald kunnen worden op één persoon |
Iets makkelijker dan eenmanszaak omdat de schuld nu verhaald kan worden op meerdere personen (vennoten) |
Idem |
EV bijeengebracht door uitgifte aandelen, als de financiele situatie goed is wordt de financiering makkelijker |
Idem |
Winst uitkering |
Ja |
Ja |
Ja |
Ja |
Ja |
Voortbestaan |
Afhankelijk van de eigenaar, verkoop is mogelijk |
Afhankelijk van de vennoten, verkoop is mogelijk |
Idem |
Geen probleem, aandelen zijn te verkopen aan een beperkte groep anderen |
Geen probleem, aandelen zijn vrij te verkopen aan iedere geinteresseerde |
Aansprakelijkheid |
Hoofdelijk (zakelijk + Prive) |
Hoofdelijk (ieder 100% v.d. schuld, zakelijk en prive) |
Hoofdelijk (zakelijk-> 100% prive) |
Geen (aandelen worden minder waard) |
Idem |
Eigendom |
één persoon, eigenaar |
Vennoten gezamenlijk |
Vennoten gezamenlijk |
Aandeelhouders gezamenlijk, namen bekend |
Idem maar namen niet bekend |
Dagelijkse leiding |
Meestal eigenaar |
Meestal vennoten |
Idem |
Eigenaren of benoemd bestuur |
Vaak benoemd vestuur maar kan ook door eigenaren gedaan worden |
Besluitvorming en zeggenschap |
Eigenaar |
Vennoten gezamenlijk |
Vennoten gezamenlijk |
Algemene Vergadering van Aandeelhouders |
AVA |
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden