Hoofdstuk 1 en 2

Beoordeling 5.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas vwo | 723 woorden
  • 5 november 2006
  • 32 keer beoordeeld
Cijfer 5.5
32 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Hoofdstuk 1 §1 Economie: gaat over de wensen van mensen over de manier waarop die verveeld kunnen worden. Behoeften: dat zijn de wensen die de mensen hebben √ De meeste mensen kunnen die behoeftes niet vervullen, ze hebben daar de middelen niet voor
Schaarste: de spanning die er ontstaat tussen de beperkte middelen en de onbegrensde behoeftes van mensen, schaarste dwingt je om keuzes te maken. Bv.Je kunt van je zakgeld dit of dat kopen. Meer van dit is minder van dat. Je moet een keuze maken. Onderwater is lucht bijv. schaars goed. √ Hoe beter je er in slaagt die wensen en behoeften te vervullen, dan is je welvaart groter. √ Als mensen hun behoeften willen voorzien, doen ze dat doormiddel van goederen en diensten √ Als mensen veel stressen en vervuilen worden ze ongelukkiger en neemt hun welzijn dus af: De mate waarin de mens zich gelukkig voelt ! economie gaat niet alleen over geld ook over tijd! § 2 grafiek tekenen: teken met potlood en liniaal

tijdsverloop op de horizontale as
zet getallen/bedragen zoveel mogelijk op verticale as ! schaalverdeling ! duidelijke titel ! legenda Hoofdstuk 2 §1 Consumeren: goederen en diensten kopen
Zelfvoorziening: zelf producten maken
Vrije goederen: goederen die niet schaars zijn zoals licht, lucht en zonneschijn
Je middelen zijn beperkt dus je moet keuzes maken en prioriteiten stellen: Je doet en koopt als eerste wat je het belangrijkste vind
Primaire behoeften: eten, kleding, onderdak e.d. Secundaire behoeften: luxe zoals t.v., computer, douche e.d. 1. primaire behoeften
2. de behoefte aan veiligheid
3. de sociale behoeften
4. +5. persoonlijke behoeften √ Als je over een schaars goed wil beschikken moet je er iets voor opofferen, je moet er een prijs voor betalen, Je moet het kopen. § 2 inkomen levert koopkracht op

koopkracht: is de hoeveelheid goederen en diensten je met je geld kunt kopen
inflatie: als de prijzen voor goederen en diensten stijgen, kun je voor hetzelfde geld minder kopen. √ Het gene dat jongeren kopen is vooral afhankelijk van 3 factoren • persoonlijke factoren (leeftijd, geslacht) • sociaal-maatschappelijke factoren (mode, status) • financiële factoren (inkomen) nationaal inkomen: het totale inkomen dat in een land in een jaar verdiend wordt √ In veel landen verdienen een paar mensen heel veel geld en de rest heel weinig, daardoor lijkt het alsof het land best rijk is terwijl het grootste deel in armoede leeft. √ In Nederland probeert de regering een rechtvaardige verdeling te maken door middel van uitkeringen en subsidies § 3 De verkoper wil door middel van reclame jouw belangstelling wekken voor zijn producten
Reclame kan nuttig zijn, maar het kan ook misleidende reclame of ideële reclame zijn. Misleidende reclame: reclame met onjuiste of onvolledige informatie
Ideële reclame: bij deze reclame gaat het niet om verkopen van producten, maar om het gedrag van iemand te veranderen
Vaak richt reclame zich op een bepaalde doelgroep. Jongeren zijn een belangrijke doelgroep, omdat: • jongeren gemakkelijk te beïnvloeden zijn • jongeren veel geld te besteden hebben • jongeren thuis veel invloed hebben op het koopgedrag van hun ouders
Marketing: rekening houden met de wensen van de klanten
Marketing instrumenten zijn bijvoorbeeld: • prijs • plaats • product • promotie • personeel • presentatie √ De P’s vormen samen de marketing mix van de verkoper
Wet Misleidende Reclame > wet voor reclame makers
Reclame Code Commissie > kun je je klacht indienen als je vindt dat een reclame misleidend is. § 4 Om als consument een goede keuze te kunnen maken is er de consumentenbond. Deze geeft de consumentengids uit, met daar in o.a. vergelijkende warenonderzoeken. Vergelijkende warenonderzoeken: Hierin worden gelijksoortige producten van verschillende merken onderzocht en met elkaar vergeleken. Er zijn nog meer consumenten organisaties: • Vereniging Eigen Huis => de woonconsument • ANWB => kampioen • Alternatieve Konsumenten Bond => Kritisch Consumeren
Warenwet: Hierin staat dat alle producten aan bepaalde voorwaarden moeten voldoen. Colportagewet: Hierin staat dat goederen kopen aan de deur niet zomaar mag consumenten moeten zich kunnen bedenken als ze iets hebben gekocht.
§ 5 Hoe meer mensen een grotere koopkracht krijgen hoe vuiler het milieu wordt > milieuvervuiling • Grondstoffen raken uitgeput • Geluidshinder • Lucht, bodem en grondwater worden vervuild
Wat doet de overheid daar tegen? • Eisen stellen ten aanzien van de consumptie en productie • Belasting op energieverbruik (ecotax) • Boetes bij milieuvervuiling • Subsidies voor bedrijven die milieuvriendelijk produceren • Voorlichting te geven
Wat kun je zelf doen? • Producten kopen met een keurmerk • Afval scheiden > recycling
Keurmerken: • Milieukeur, minst belastende producten voor milieu • EKO-merk, geteeld zonder chemische meststoffen en bestrijdingsmiddelen • KOMO-keur, kunststof dat voor 80% bestaat uit hergebruikt kunststof • Goedgekeurd, Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.