Hoofdstuk 1

Beoordeling 7.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 275 woorden
  • 28 februari 2004
  • 12 keer beoordeeld
Cijfer 7.1
12 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
ADVERTENTIE
Stap in jouw toekomst

Kom naar de Open Avond van Inholland op woensdagavond 29 maart van 17:00 - 20:00 uur. Proef de sfeer en ontdek onze opleidingen.

Meld je aan!

Economie = Behoeften van mensen: wat mensen willen/wensen. Basisbehoeften = nodig om te overleven. 1. eten
2. drinken
3. onderdak
4. kleding
basisbehoeften = normale behoeften & luxe behoeften. Preference drift = ontevreden mt een product nadat je het een tijd gebruikt hebt. Reference drift = ontevredenheid die ontstaat doordat je je vergelijkt met een ander. Economisch handelen = handelen dat overeenstemt met je behoeften. Goederen en diensten = ze gebruiken dat om hun behoeften te bevredigen. Goederen => je kunt ze vastpakken
Diensten => je kunt ze niet vastpakken
Vrije goederen = goederen die niet geproduceerd zijn bijv. Zonlicht, drinkwater uit beekje, Produceren = het maken van goederen en diensten. Consumptiegoederen = worden door consumenten verbruikt om hun behoeften te voorzien. Kapitaalgoederen/productiegoederen = goederen die worden gebruikt om in hun behoeften te voorzien. Productiefactoren = natuur, arbeid, kapitaal, ondernemerschap. Natuur: lucht, zonlicht, aarde en water, mineralen: olie, gas, kolen, ligging: reliëf, bodemgesteldheid, rivieren, meren, kusten. Arbeid: geestelijke & lichamelijke inspanning van mensen ten dienste van de productie. Kapitaal: vl en va kapitaalgoederen. Vaste kapitaalgoederen: kgoederen die langer dan 1 keer gebruiken meegaan zoals machines. Hulpstof = bijv. Brandstof die niet in het eindproduct tte vinden zijn. Grondstoffen: zijn wel te vinden in eindproduct zoals meel in brood. Vlottende kapitaalgoederen: zijn verbruikt tijdens productieproces zoals grondstoffen, hulpstoffen en energie. Vermogen: som geld
Ondernemerschap: de productie factoren te combineren en dan winst maken door de producten te produceren. Schaarste = verschil tussen de behoeften en de middelen om die behoefte te bevredigen. Schaarsgoed = een goed dat geproduceerd moet worden, er moeten productiefactoren voor worden opgeoferd. Alternatief aanwendbare middelen = voor verschillende doelen bruikbaar. Priotiteiten stellen = behoeften op volgorde van belangrijkheid zetten => economisch handelen. Economie bestuurd keuzegedrag, hoe men omgaat met schaarse middelen om behoeften te kunnen bevredigen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.