Samenvattingen hoofdstuk 1 (boek)
- 1.1
Voorbeelden van primaire behoeften zijn voeding, kleding en onderdak. Je overige wensen noem je secundaire behoeften. Omdat je niet in al je behoeften kunt voorzie, moet je prioriteiten stellen. Om in je behoeften te voorzien heb je goederen nodig, zoals tijd en geld. Bija alles wat je nodig hebt is schaars, want er is niet vanzelf voldoende van om alle behoeften te vervullen. Als iets schaarser wordt, dan gaat de prijs ervan omhoog. Als je veel middelen hebt waarmee je in veel behoeften kunt voorzien, is je welvaart groot. - 1.2
Bedrijven proberen met commerciële beïnvloeding de consument zover te krijgen dat die bij hen iets kopen. Daarbij gebruiken ze de zes p’s: productbeleid, prijsbeleid, plaats beleid, promotiebeleid, personeelsbeleid en presentatiebeleid. Samen vormen die de marketingmix. De merken die te koop zijn, kun je verdelen in a-,b- en huis merken. Om hun producten onder de aandacht te brengen, geven bedrijven veel geld uit aan commerciële reclame. Dat kan merkreclame zijn, maar ook informatieve reclame. Daarbij richten bedrijven zich vaak op een bepaalde doelgroep zoals jongeren. Reclame die niets probeert te verkopen, maar alleen het gedrag van mensen probeert te beïnvloeden heet ideële reclame - 1.3
Geldproblemen kun je voorkomen door te budgetteren: je stemt dan je uitgave af op je inkomsten. Het Nibud adviseert daarom een begroting te maken. Daarbij reken je bedragen om naar eenzelfde periode.
Bijvoorbeeld: weekbedrag = maandbedrag x 12 : 52
En omgekeerd: maandbedrag = weekbedrag x 52 : 12
Je inkomen kan bestaan uit inkomen uit arbeid, zoals loon of winst. Je kunt ook rente of huur verdienen; dat zijn inkomsten uit bezit. Een uitkering is een overdrachtsinkomen. Naast de huishoudelijke uitgaven betaal je elke maand of kwartaal vaste lasten, zoals voor huur en energie. Voor je incidentele uitgaven is het verstandig of geld te reserveren. - 1.4
Je koopkracht wordt bepaald door de hoogte van je inkomen en de hoogte van de behoefte. Dit soort gegevens wordt in ons land verzameld en bijgehouden door het cbs . daarmee kan deze instantie de inflatie berekenen. Er is inflatie als in het algemeen de prijzen stijgen. Het tegenovergestelde van inflatie heet deflatie; dan dalen de prijzen. De indexcijfers zijn handig als je ontwikkeling van bepaalde cijfers met elkaar wilt vergelijken. Als je met indexcijfers werkt, krijgt het basisjaar altijd het indexcijfer 1003.
Voorbeelden van primaire behoeften zijn voeding, kleding en onderdak. Je overige wensen noem je secundaire behoeften. Omdat je niet in al je behoeften kunt voorzie, moet je prioriteiten stellen. Om in je behoeften te voorzien heb je goederen nodig, zoals tijd en geld. Bija alles wat je nodig hebt is schaars, want er is niet vanzelf voldoende van om alle behoeften te vervullen. Als iets schaarser wordt, dan gaat de prijs ervan omhoog. Als je veel middelen hebt waarmee je in veel behoeften kunt voorzien, is je welvaart groot. - 1.2
Bedrijven proberen met commerciële beïnvloeding de consument zover te krijgen dat die bij hen iets kopen. Daarbij gebruiken ze de zes p’s: productbeleid, prijsbeleid, plaats beleid, promotiebeleid, personeelsbeleid en presentatiebeleid. Samen vormen die de marketingmix. De merken die te koop zijn, kun je verdelen in a-,b- en huis merken. Om hun producten onder de aandacht te brengen, geven bedrijven veel geld uit aan commerciële reclame. Dat kan merkreclame zijn, maar ook informatieve reclame. Daarbij richten bedrijven zich vaak op een bepaalde doelgroep zoals jongeren. Reclame die niets probeert te verkopen, maar alleen het gedrag van mensen probeert te beïnvloeden heet ideële reclame - 1.3
Bijvoorbeeld: weekbedrag = maandbedrag x 12 : 52
En omgekeerd: maandbedrag = weekbedrag x 52 : 12
Je inkomen kan bestaan uit inkomen uit arbeid, zoals loon of winst. Je kunt ook rente of huur verdienen; dat zijn inkomsten uit bezit. Een uitkering is een overdrachtsinkomen. Naast de huishoudelijke uitgaven betaal je elke maand of kwartaal vaste lasten, zoals voor huur en energie. Voor je incidentele uitgaven is het verstandig of geld te reserveren. - 1.4
Je koopkracht wordt bepaald door de hoogte van je inkomen en de hoogte van de behoefte. Dit soort gegevens wordt in ons land verzameld en bijgehouden door het cbs . daarmee kan deze instantie de inflatie berekenen. Er is inflatie als in het algemeen de prijzen stijgen. Het tegenovergestelde van inflatie heet deflatie; dan dalen de prijzen. De indexcijfers zijn handig als je ontwikkeling van bepaalde cijfers met elkaar wilt vergelijken. Als je met indexcijfers werkt, krijgt het basisjaar altijd het indexcijfer 1003.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
H.
H.
Rare tekst
6 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
Ik vond het wel leerzaam
6 jaar geleden
Antwoorden