Eco H5
Paragraaf 1; Gezinnen ruilen over de tijd
Ruilen over de tijd
· Prijs = rente
· Financiële situatie
· Sparen = niet consumeren
· Enkelvoudig & Samengestelde rente
· Intertemporele ruil
Stroomgrootheid; Inkomen Uitgaven
Uitgaven Loon
Periode
Permanent consumptie niveau 15 20 50 65
levensjaar
Voorraadgrootheid;Vermogen
Bezit
Schuld
Bepaald moment
Stroom + Stroom –
Voorraad
Levensfases |
|||
Levensfase |
Leeftijdsindicatie |
Stroomgr. |
Voorraadgr. |
Opgroeiend kind + jongere |
0-17 |
Loon, zakgeld, uitgaven, sparen |
Scooter, pc, mobiel, spaargeld, bank |
Studerend jongere |
17-22 |
Loon, studiebijdrage/beurs |
Pc, boeken, meubels, auto, studieschuld |
Werkend adolescent / gezin + kinderen |
22-30 |
Loon, consumptie, aflossen, sparen |
Huis, pensioenfonds, auto, hypotheek |
Werkend volwassene met/zonder kids |
30-65 |
Loon, uitgaven, aflossen, woningschuld |
Huis, auto, beleggingsfonds |
Gepensioneerde |
65+ |
Pensioenuitkering, AOW, uitgaven, sparen |
Huis, meubels, auto, spaargeld, bank |
Paragraaf 2; Sparen of lenen?
Sparen = uitstellen van consumptie
Lenen = naar voren halen van consumptie
Prijs = rente
Risico’s
· Waarde aankoop sneller dan je aflost = schuld dan waarde van aankoop
· Inflatie = koopkracht van spaargeld afgenomen; prijs product neemt toe
Uitgaven voor huis of studie door gezinnen + kapitaalgoederen door bedrijven = investeringen
Menselijk kapitaal; Kennis
Vaardigheden
D.m.v. opleiding, training, ervaring
Verdiencapaciteit; Na studie hoger inkomen per tijdseenheid
Rente
· Nominaal
Voor spaargeld bij bank
· Reëel
Met inflatie
(1 + Nominaal) : (1+ Inflatie) x 100% -100 = Reële rente
Financiering eigen huis
- hypothecair
- huis als onderpand
- bank heeft recht op verkopen van onderpand
- rentelaste; rente over hypothecaire lening
- hypotheekrente aftrekken van belastbaar inkomen
Overige kosten; overdrachtsbelasting
kosten voor hypotheek afsluiting Huis kopen
makelaars kosten
onderhoudskosten
Paragraaf 3; Bedrijven ruilen over de tijd
Balans
· Overzicht moment
· Bezittingen + schuld + e.v.
· Voorraadgrootheden Financiële gegevens onderneming
· Links; waarvoor gebruikt
· Rechts; waarvandaan
E.v. = zelf gefinancierd
Vreemd vermogen = terugbetalen
Rente = prijs voor lenen v.v.
Activa; vast = meer dan jaar
Auto, inventaris, machines
Vlottend = korter dan jaar
Voorraad, crediteuren
Afschrijving = kosten GEEN uitgaven; bij aanschaf andersom
Aanschafwaarde – restwaarde : levensjaren = Afschrijvingskosten
Resultatenrekening
· Overzicht periode
· Winst + verlies
· Stroomgrootheden
· Opbrengsten + kosten
· Inzicht in opbouw resultaten
VB
Omzet/Opbrengst
Inkoopwaarde v.d. verkopen –
BW
Bedrijskosten; Personeel
Huur
Rente
Afschrijving
Overig +
_
Nettowinst of verlies
Overig = bijv; website, schoonmaak, adviseurs, energie, telefoon
Resultaat : Totale vermogen x 100% = Rendement
Wel uitgaven, geen kosten; *uitgaven andere periode
* aflossen schuld
* verhogen van voorraad
Bij verkoop wel kosten
Wel kosten, geen uitgaven; *waardevermindering vaste activa
Afschrijvingen
Overheidsfinanciën
· Rijksbegroting; begin/verwacht
· Inkomsten + uitgaven
· Jaarverslag
Staatsschuld = schulden v.d. centrale overheid/het rijk
Overheidsschuld = s.s. + schuld lagere overheid & wettelijke sociale verz. inst.
Uitgaven inkomsten = begrotingstekort
Uitgaven inkomsten = begrotingsoverschot
*Kan afnemen door aflossingen
Aflossing begrotingstekort = financieringsoverschot
Aflossing begrotingstekort = financieringstekort
Schuld
· Private; bedrijf + gezin
· Publiek; overheid
Inkomsten door belastingen
Bezuinigingen = minder uitgeven aan posten
Pensioen
· AOW
· Omslagstelsel
Solidariteit jong oud/ werkend niet werkend
· Kapitaaldekkingsstelsel
Premie voor opbouw pensioen
· Waardevast; prijsstijging
· Welvaartsvast; gem. loonstijging
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden