Paragraaf 1 Wie produceert dat?
Maken van goederen en leveren van diensten = produceren
Werken in formele sector = produceren in enge zin
Werken in informele sector = produceren in ruime zin
Productiefactoren= alles wat je nodig hebt om te produceren
- Kapitaal: gereedschap, machines
- Arbeid: mensen bij produceren
- Natuur: grond waar bedrijf op kan vestigen
- Ondernemerschap: winst maken
meer machines dan arbeid is kapitaalintensief
meer arbeid dan machines is arbeidsintensief
procentuele verandering = (nieuw – oud) : oud X 100
alle bedrijven die achter elkaar aan werken aan een eind product = bedrijfskolom
waarde dat word toegevoegd = toegevoegde waarde
paragraaf 2 wat kost het milieu
maatschappelijke kosten = kosten van milieuvervuiling die de samenleving moet betalen.
bedrijven kiezen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen = rekening houden met gevolgen voor mens en milieu
- Milieuvriendelijk
- Recyclen of hergebruik
- Milieubeschermende maatregelen
Overheid kan milieuschade verminderen door:
- Subsidie geven: geld geven voor stimuleren
- Milieubelasting: betalen voor gebruik van milieuonvriendelijk
- Regels en wetten
- Voorzieningen: vb. glasbak, papierbak.
- Voorlichting geven: milieugedrag veranderen
- Convenanten sluiten: vrijwillige overeenkomst tussen overheid en bedrijven
Verwijderingsbijdrage: betaal je ook voor het weghalen van grote elektrische apparaten vb. koelkast
Paragraaf 3 waar werk jij?
Vier productiefactoren:
- Primaire sector: leveren direct uit de natuur
- Secundaire sector: industriële bedrijven
- Tertiaire sector: commerciële dienstverlening
- Quartaire sector: niet-commerciële dienstverlening
Vacature: baan waarvoor iemand word gezocht
Tijdelijk werk via uitzendbureau: flexibel werk
Bedrijfstak= brance: gelijksoortige bedrijven CAO is per bedrijfstak
Organigram= hoe de onderneming is georganiseerd
directeur à leidinggevende à werknemer
Arbowet geeft regels voor veilige en gezonde omstandigheden. Voorkomt ziektes
Arbeidstijdenwet geeft regels aan werk- en rusttijden
Arbeidsinspectie moet bovenste 2 dingen checken
Paragraaf 4 is alles goed geregeld?
Contract voor bepaalde tijd= contract van begintijd tot eindtijd
Contract voor onbepaalde tijd= vast contract
In proeftijd mag de werkgever en de werknemer ieder moment er mee stoppen. Onbepaalde tijd = max. proeftijd 2 maanden
Bepaalde tijd = max. 1 maand
Werkgever mag iemand ontslaan bij:
- Ontslagvergunning van UWV
- Arbeidsovereenkomst via kantonrechter heeft
- Staande voet met dringende reden
- In proeftijd
- Met wederzijds goedvinden
Arbeidsovereenkomst: overeenkomst tussen werkgever en werknemer waar loon werktijd instaat
CAO = collectieve arbeidsovereenkomst. Daar moeten alle individuele arbeidsovereenkomst aan voldoen.
Als een vakbond een cao maakt kan de sociale zaken en werkgelegenheid ze algemeen verbindend verklaren
Primaire arbeidsvoorwaarden: hoofdzaken van het werken. Zoals loon, werktijden en vakantiedagen
Secundaire arbeidsvoorwaarden: bijzaken van het werken. Zoals onkostenvergoeding, verlofregeling en leaseauto
Redenen om te werken = arbeidsmotieven
- Capaciteiten ontplooien
- Ambitie
- Sociale contacten
- Nuttig voor maatschappij
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden