Begroting= een schatting van alle verwachte inkomsten en uitgaven
Budgetteren= zorgen voor evenwicht tussen de inkomsten en uitgaven
Besteedbaar inkomen= het inkomen waarover je vrij kunt beschikken
Vaste lasten= regelmatig terugkerende uitgaven
Huishoudelijke uitgaven= de dagelijkse boodschappen en uitgaven voor persoonlijke verzorging
Reserveringsuitgaven= niet-regelmatige en/of onverwachte uitgaven
Begrotingstekort= verwachte uitgaven zijn hoger dan de verwachte ontvangsten
Begrotingsoverschot= verwachte inkomsten zijn hoger dan de verwachte uitgaven
Enkelvoudige rente of interest= als de rente steeds wordt berekend over het oorspronkelijk gestorte bedrag
Samengestelde rente of interest= als je langer dan een jaar op een spaarrekening staat, krijg je rente over het oorspronkelijk gestorte bedrag en over de ontvangen rente
Vaste rente= je weet precies hoeveel procent rente je ontvangt
Variabele rente= de bank kan het rentepercentage veranderen
Opnamekosten of boeterente= dit moet je betalen als je je geld eerder opneemt dan afgesproken
Dagelijks opvraagbare spaarrekening= je kunt op elk moment je geld opnemen, je betaalt geen opnamekosten. De rentevergoeding is in vergelijking met andere spaarvormen wel laag
Depositogarantiestelsel= De Nederlandse Bank (DNB) garandeert per persoon per bank uitbetaling van €100.000 als een bank niet meer aan haar betalingsplichten kan voldoen. Dit geld wordt bijeengebracht door overige banken.
Beleggen= de opbrengst is onzeker en het ingelegde geld kan in waarde veranderen
Aandeelhouder= je hebt aandelen bij een bedrijf. Bij winst krijg je een winstuitkering(dividend) en bij faillissement ben je je ingebrachte vermogen kwijt
Eigen vermogen= Aandelenkapitaal plus reserves van een onderneming.
Risicodragende belegging= bij winst krijgen aandeelhouders een winstuitkering en bij faillissement zijn ze hun ingebrachte vermogen kwijt.
Dividend= de winstuitkering aan aandeelhouders
Dividendbelasting= moet je over je ontvangen dividend betalen
Aandelenkoers/beurswaarde= de prijs van een aandeel
Nominale waarde= de waarde waartegen het aandeel oorspronkelijk werd uitgegeven en waarover het dividendpercentage wordt berekend
Koerswinst= het winst maken bij verkoop van je aandeel, doordat er veel vraag naar is stijgen ze in koers
Speculanten= mensen die aandelen tegen een lage koers proberen te kopen en later tegen een hogere koers proberen te verkopen
Amsterdam Exchange Index (AEX)= geeft een gewogen gemiddelde weer van de koersen van de 25 belangrijkste aandelen van Nederlandse nv’s
Amsterdam Midkap Index (AMX)= de koersindex van de middelgrote Nederlandse nv’s
Dow Jones (VS), Nikkei (Japan), DAX (Duitsland) = een beursindice. Graadmeters van de financieel economische ontwikkeling in deze landen
Obligatielening= een hoge, langlopende lening verdeeld in kleinere obligaties
Nominale waarde= een oorspronkelijk schuldbedrag
Vast interest- of rentepercentage= een obligatiehouder krijgt dit wat wordt berekend over de nominale waarde
Couponrente= rente dat wordt berekend over de nominale waarde
Obligatiekoers= de prijs van obligaties
Asymmetrische informatie= de marktdeelnemers zijn niet gelijkelijk geïnformeerd
Moreel wangedrag= Verzekerden gaan zich roekelozer gedragen, omdat de verzekering het financiële risico dekt
Wet financieel toezicht= is een groot aantal regels en voorschriften voor de financiële markten en het toezicht daarop samengebracht
Autoriteit Financiële Markten (AFM)= houdt gedragstoezicht op de financiële markten. Zij controleert of consumenten duidelijke en eerlijke informatie krijgen over sparen, verzekeren, beleggen en lenen van financieel dienstverleners.
Effectieve rente= het werkelijke rentepercentage inclusief de kosten, dat je per jaar betaald over het geleende bedrag
BKR= helpt voorkomen dat je meer leent dan je kunt aflossen
Consumptieve kredieten= leningen zonder onderpand aan consumenten
Onderpand= een zekerheid in de vorm van geld, goederen of rechten
Hypothecaire leningen= leningen met als onderpand een onroerende zaak zoals een woonhuis, grond. Ze hebben een lange looptijd, vaak 30 jaar.
Persoonlijke lening= je betaalt iedere maand een vast bedrag voor rente en aflossing samen, hoeveel je mag lenen hangt af van je inkomen
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden