Hoofdstuk 1, een verkenning van de arbeidsmark
Vergrijzing kan in de toekomst zorgen voor een arbeidstekort in Nederland.
Gevolgen kredietcrisis:
Bestedingen, productie en werkgelegenheid dalen -> minder beschikbare banen.
Mensen verliezen hun baan (terwijl behoefte is aan vakbekwaam personeel).
Vraag naar producten daalt -> vraag naar spullen van toeleveranciers daalt.
Deeltijd-WW: gedeeltelijk werken/bijgeschoold worden.
Arbeid:alle mogelijke arbeidsprestaties die een bijdrage leveren aan het voortbrengen van producten.
Een werkgever die mensen zoekt is een vrager naar arbeid.
Iemand die een baan zoekt is een aanbieder van arbeid.
Beroepsbevolking (aanbod van arbeid): werknemers, werklozen en zelfstandigen.
Totale vraag naar arbeid: de vraag naar arbeid/personeel door alle particuliere bedrijven en de overheid.
Werkgelegenheid:de vervulde vraag naar arbeid.
Krappe arbeidsmarkt: veel vacatures en weinig werklozen (moeilijk aan personeel te komen).
Ruime arbeidsmarkt: weinig vacatures en veel werklozen.
Hoofdstuk 2, het aanbod van arbeid
Potentiële beroepsbevolking: iedereen tussen de 15 en 65 jaar.
Beroepsbevolking: iedereen tussen de 15 en 65 jaar (werkend of werkloos) die zich voor minstens 12 uur aanbied op de arbeidsmarkt.
Niet-beroepsbevolking: mensen die niet werken en er ook niet naar op zoek zijn.
Het aanbod van arbeid wordt bepaald door de volgende ontwikkelingen:
- Groei van de bevolking. Ontstaan van verschil tussen geboorte en overlijden.
- Conjuncturele ontwikkelingen.Aanzuigeffect: lonen stijgen -> hogere productie en vraag naar arbeid neemt toe (meer mensen zoeken baan) ->bb groeit.
Ontmoedigingseffect: slechte economie ->bb daalt
- Maatschappelijke ontwikkelingen. Bijv. het toenemen van het aantal vrouwen dat deel uitmaakt van de beroepsbevolking of het aantal ouderen dat door blijft werken.
Deeltijdfactor: het aantal uren dat iemand in deeltijd werkt, uitdrukken in het aantal ure van een volledige baan.
Arbeidsjaar: 1 arbeidsjaar is 1 voltijdbaan.
p/a-ratio: geeft aan hoeveel personen er per arbeidsjaar werken.
Nadelen deeltijdwerk: talent blijft onbenut, veel extra arbeidskrachten nodig om alle banen te vullen.
Nederland werkt veel met deeltijd omdat er hier meer mogelijkheid voor is, mensen hier verkiezen vrije tijd boven werk, en zorgtaken zijn verdeeld tussen de partners.
Hoofdstuk 3, werkgelegenheid
Overheid heeft grote invloed op de arbeidsvraag in de door haar gesubsidieerde instellingen.
(ic)Werkgelegenheid = (ic)productie : (ic)arbeidsproductiviteit
Bedrijven kunnen vaak kiezen uit verschillende combinaties van machines en werknemers. Deze keuze bepaalt de vraag naar arbeid.
Arbeidsintensieve productie: veel arbeid wordt ingezet bij productie -> hogere loonkosten per product -> hogere kostprijs.
(ic)Loonkosten per product = (ic)loonkosten per werknemer : (ic)arbeidsproductiviteit
Stijging van lonen -> onrendabele productie (verlies makend).
Modernisering: dezelfde productie met minder arbeid uitgevoerd. Dit heet een diepte-investering. De productie wordt kapitaalintensiever en de arbeidsproductiviteit stijgt.
Breedte-investering: verhouding kapitaal en arbeid blijft gelijk.
Door concurrentie zijn bedrijven gedwongen om te innoveren.
Deze factoren bepalen de ontwikkelingen van de werkgelegenheid:
- De ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit. Een stijging hiervan, laat de werkgelegenheid dalen omdat werknemers worden vervangen door machines.
- De prijsgevoeligheid van de vraag. Soms is de vraag erg prijsgevoelig, dus wanneer de prijs daalt zal de vraag erg toenemen.
- De ontwikkeling van de welvaart. Stijging inkomen = stijging welvaart = toenemende vraag.
- De kostenontwikkeling ten opzichte van het buitenland. Soms kunnen producten in het buitenland goedkoper worden geproduceerd.
Creatie van werkgelegenheid: bedrijven creëren banen.
Destructie van werkgelegenheid: bedrijven vernietigen banen.
Dit samen noemen we creatieve destructie, het wordt beïnvloed door concurrentie en externe factoren als technologische ontwikkelingen. Bedrijven hebben namelijk soms ander soort mensen nodig, of mensen verhuizen naar een beter werkplek.
Upgrading van de werkgelegenheid: er is steeds meer vraag naar hoog opgeleide mensen, in plaats van laag opgeleiden.
Een ondernemer zal mensen blijven aannemen, zolang dit positief is voor zijn winst. Hij wil zo min mogelijk geld uitgeven. Stijging van lonen zorgt dus voor een afnemende arbeidsvraag, en een daling van de lonen voor een toenemende.
Hoofdstuk 4, onderhandelen over arbeidsvoorwaarden
Collectieve arbeidsovereenkomst: een overeenkomst over de arbeidsvoorwaarden die per bedrijf of bedrijfstak worden afgesloten tussen vakbonden en werkgeversbonden.
Primaire arbeidsvoorwaarden: loon en normale arbeidstijd.
Secundaire arbeidsvoorwaarden: andere voorwaarden, zoals verlof en scholing.
Werknemers kunnen lid worden van een vakbond, en deze sturen mensen naar de vakcentrales.
Functies vakbonden:
- Komen op voor arbeidsvoorwaarden
- Bieden rechtshulp bij conflicten
- Geven informatie en scholing
- Kortingen op verzekeringen en reizen.
Je hebt naast werknemersbonden ook werkgeversbonden. De afgevaardigden daarvan organiseren zich in een werkgeverscentrale.
CPB voorspelt de economie in komende jaar in het CEP -> werknemersorganisaties en werkgeversorganisaties bereiden het overleg voor -> op Prinsjesdag verschijnt de MEV van het CPB waarin de belangrijke cijfers als de inflatie en werkgelegenheid staan ->wergevers en werknemers ontmoeten elkaar in de Stichting van de Arbeid.
Overeenstemming -> Centraal akkoord -> cao wordt door de minister algemeen bindend verklaard.
Geen overeenstemming (arbeidsconflict) -> er is op bedrijfsniveau veel ruimte tot onderhandelen
Poldermodel: model waarin werkgevers en werknemers overleggen in plaats van conflict.
Sociaal Economische Raad: geeft regering adviezen op sociaal-economisch gebied. Bestaat uit geselecteerde werkgevers, werknemers en onafhankelijke leden door de overheid benoemd.
Loononderhandelingen: sociale partners moeten het eens worden over loonstijgingen.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden