Economie samenvatting
(zie ook bijlage voor duidelijkere samenvatting met markering)
Consumenten en Producenten
Hoofdstuk 1
Bedrijven streven naar een zo groot mogelijk marktaandeel, we kunnen dit op 2 manieren berekenen:
Marktaandeel = afzet : totale afzet x 100%
Marktaandeel = omzet: totale omzet x 100%
Consumenten hebben behoeftes, en op basis daar van hebben ze voorkeuren oftewel preferenties. Voor bedrijven is het belangrijker om de behoeftes van klanten om te zetten, in voorkeuren voor hun merk.
Om hier voor te zorgen kunnen bedrijven op 2 manieren reclame maken.
Individuele reclame: Bedrijf maakt reclame voor eigen merk
Collectieve reclame: Bedrijven maken samen reclame voor een bepaalt product
Factoren die de vraag beïnvloeden zijn:
- de behoeften en de voorkeuren
- het inkomen
- de prijs van het product
- de prijzen van andere producten
- het aantal vragers
Bedrijven willen weten welke factoren van invloed zijn op de vraag, daarom doen ze marktonderzoeken.
De lijn in een verband-grafiek noemen we de (prijs)vraag lijn. Dit geeft het verband weer tussen de prijs (P) en de gevraagde hoeveelheid (Qv). De vraaglijn is in het algemeen dalend omdat als de prijs daalt de gevraagde hoeveelheid zal stijgen.
Redenen voor het verschuiven van de vraaglijn:
- het aantal vragers verandert
- de prijzen van andere goederen veranderen
- het inkomen van de consumenten verandert
- de behoeften en voorkeuren veranderen
Het verband tussen oorzaak-gevolg noemen we elasticiteit
Elasticiteit = verandering gevolg : verandering oorzaak
Prijselasticiteit van de vraag = procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid (Qv)
-------------------------------------------------------------------------
Procentuele verandering van de prijs (P)
Verandering percentage = (nieuw-oud) : oud x 100
JE HEBT TE MAKEN MET EEN ELASTISCHE PRIJS ALS HET ABSOLUTE GETAL MEER DAN 1% IS!
Prijselastische vraag = de vraag reageert meer dan evenredig op een toename van de prijs (luxe goederen)
Prijsinelastische vraag = de vraag reageert niet/nauwelijks op een toename van de prijs (basis goederen)
Vraagfunctie/vraagvergelijking = een vergelijking die het verband tussen prijs en gevraagde hoeveelheid
beschrijft.
Extern effect: bijkomende effecten van productie en consumptie die niet in de prijs tot uitdrukking komen.
Negatief: De veroorzaker van het negatief hoeft degene die overlast heeft niets te betalen
Hoofdstuk 2
Een positief verband betekend dat prijs en aanbod reageren in dezelfde richting
Reden voor verschuiving van de aanbodlijn
- De productiekosten van het product veranderen
- Natuurlijk omstandigheden
- Door verandering van het aantal aanbieders
Een bedrijf brengt pas een product op de markt als hij weet dat er genoeg vraag is, en de productiekosten in de hand te houden zijn.
In een break-evenanalyse worden de verwachten opbrengsten en kosten tegenover elkaar gezet. De break-evenafzet laat zien bij welke hoeveelheid goederen de kosten precies gedekt zijn. De bijbehorende omzet noemen we de break-evenomzet. Er wordt dan van uitgegaan dat alle geproduceerde producten verkocht worden, en voor dezelfde prijs verkocht worden.
Constante kosten: Kosten die niet afhangen van de productie omvang zoals afschrijvingskosten en ontwikkelingskosten.
Variabele kosten: Kosten die afhangen van het aantal geproduceerde producten zoals grondstoffen
Verband tussen totaal en gemiddeld is altijd : Gemiddeld = totaal : aantaal / Totaal = gemiddeld x aantal
(zie schema blz 37 consumenten en producenten)
De meeste bedrijven streven naar winst, dit noemen we ondernemingen. Dit doen ze zodat ze winst kunnen uitkeren aan eigenaren/aandeelhouders en om investeringen te financieren.
De winst berekenen je als volgt:
Verkooprijs
Afzet
-------------- x
Omzet
Bedrijfskosten (totale constante kosten + (gemiddelde variabele kosten x afzet)
-------------- -
Totale winst
Productiecapaciteit = de maximale hoeveelheid die een bedrijf in een bepaalde periode kan produceren
Hoofdstuk 3
De machtpositie van een bedrijf is afhankelijk van de concurrentie. Hoe meer concurrentie, hoe zwakker de machtspositie van een bedrijf.
Meer concurrentie tussen bedrijven Lagere kosten voor consumenten
(word gestimuleerd door de overheid, door aanmoediging nieuwe bedrijven)
Bij concurrentie moeten we kijken naar verschillende behoeftes. Concurrentie kan regionaal zijn of landelijk.
Een abstracte markt bevat het geheel van vraag en aanbod en is niet gebonden aan een plaats bijv: “de markt van de spiegels”
De functies van een markt:
- De prijs komt er tot stand
- Vragers en aanbieders ontmoeten elkaar, er worden zaken gedaan
- Een markt “ruimt”, er is een bepaalde vraag en een bepaald aanbod. Als dit niet met elkaar gelijk is zal er iets gebeuren met de prijs.
De macht op de markt wordt bepaald door het aantal aanbieders en het soort product. Bij een heterogeen product maakt het voor de consument veel uit van welke producent het product afkomstig is. Bij homogene producten maakt het de consument niets uit van welke producent het product afkomstig is.
De vier marktvormen
Volkomen concurrentie / volledige mededinging
- vel vragers
- vel aanbieders
- en homogeen goed
Monopolistische concurrentie
- veel vragers
- veel aanbieders
- een heterogeen product wordt verhandeld
Oligopolie
- veel vragers
- enkele aanbieders
- zowel homogeen als heterogeen
Monopolie
- veel vragers
- 1 aanbieder
Doorzichtige markt: De belangrijkste gegevens over de markt zijn helder en duidelijk, volkomen concurrentie en monopolie
Ondoorzichtige markt: Prijzen en kwaliteit met elkaar vergelijken kost veel werk
Het is wel duidelijk, bedrijven concurreren met elkaar. Dit doen ze door de marketingmix toe te passen, dat zijn een aantal instrumenten om te concurreren met bedrijven en zo consumenten voor zich te winnen.
Marketingmix
- Prijsbeleid bijv. kortingen etc
- Productiebeleid bijv. service verlenen
- Promotiebeleid bijv. reclame maken
- Plaatsbeleid bijv. manier van verkopen internet/winkel
Een bedrijf heeft niet alleen met concurrenten te maken maar ook met klanten. Klanten zijn tegenwoordig verenigd bij allerlei bonden zoals een algemene bond (de consumentenbond) en een specifieke bond (ANWB)
Hoofdstuk 4
Prijsvorming bij volkomen concurrentie
Als de hoeveelheid gevraagde goederen groter is dan het aantal aangeboden goederen spreken we van een vraagoverschot prijsstijging
Evenwichtsprijs: de gevraagde en aangeboden hoeveelheid zijn precies gelijk aan elkaar
Bij een te hoge prijs is de aangeboden hoeveelheid groter dan de vraag. Bij een te lage prijs is de vraag groter dan de aangeboden hoeveelheid. Producenten kunnen de prijs verhogen als er veel vraag is. Uiteindelijk zal dit leiden tot de vorming van een evenwichtsprijs en dit proces noemen we marktmechanisme.
De evenwichtsprijs bereken doe je door QV en QA gelijk te stellen ( QV = QA)
De evenwichtshoeveelheid bereken je door QV en QA afzonderlijk uit te rekenen
Het evenwicht kunnen we bepalen door een grafiek te tekenen (grafisch)
Veel vraag stijging van de prijzen
Weinig vraag dalen van de prijzen
Prijsvorming bij onvolkomen concurrentie
Een monopolist is een alleenheerser op de markt, toch moet hij rekening houden met de vraagfunctie. Maar ook met substitutiegoed, dat zijn goederen die ter vervanging kunnen dienen.
Bij een oligopolie beheersen de grote aanbieders de markt. Er moet rekening worden gehouden met concurrenten daardoor kunnen ze hun prijzen moeilijk verhogen omdat ze niet snel worden gevolgd door hun concurrenten in tegenstelling tot bij een prijsverlaging (prijzenoorlog). Wel kunnen oligopolisten onderling afspreken minder te concurreren dit noem je een kartel.
Soms sluiten producenten een overeenkomst om de prijzen (vooral van grondstoffen) te stabiliseren. In de overeenkomst staat dan dat een bepaald bureau bij een overschot de voorraden op zal kopen zodat de prijs niet zal dalen, dit noem je een buffervoorraad. Die voorraad wordt dan weer gebruikt wanneer er een tekort is.
Bij een monopolie en bij een kartel ligt de macht op de markt in de handen van een of enkele aanbieders. De macht van de afnemers is dan beperkt waardoor het kan zijn dat ze hoge prijzen moeten betalen. Toch leidt productie op grote schaal soms tot lagere prijzen (schaalvoordelen).
Voor producenten is kartelvorming op korte termijn winstgevend, maar op lange termijn worden bedrijven vaak lui.
Hoofdstuk 5
De overheid houdt zich bezig met het tot stand komen van prijzen om verschillende reden. De ene keer voor bescherming van de producent, dan van de consument of om het verbruik van ongezonde goederen tegen te gaan.
De overheid kan ingrijpen door prijsvorming doormiddel van het verhogen van de belasting en accijnzen of het uitkeren van subsidies. Maar ook door voorlichting, het stellen van kwaliteitseisen en het verbieden van producten heeft de overheid invloed op de consument. Met heffingen en accijnzen wil de overheid het gedrag van de consument veranderen. Met subsidies wil de overheid stimuleren
Bemoeigoederen: goederen waarvan de overheid het gebruik wil beïnvloeden zoals auto’s en sigaretten
Demiret-goederen: het gebruik wordt afgeremd door de overheid
Merit-goederen: het gebruik word gestimuleerd
De overheid ontvangt directe belastingen op inkomen,winst en vermogen en indirecte belastingen zoals BTW en accijns.
6% op de eerste levensbehoeften – 19% op luxe goederen – 0% geneesmiddelen
De overheid stelt minimum-maximum prijzen in omdat bij de volkomen concurrentie anders de prijzen niet meer werkbaar zijn. De prijs is dan voor consumenten te hoog, of voor producenten te laag. Het enige probleem is dat bij een maximum prijs de vraag groter wordt dan het aanbod. De overheid zal dan zelf met een alternatief moeten komen. Het instellen van een maximum prijs beschermt de consument.
De minimum prijs beschermt de producent. Vaak ontstaan hierdoor overschotten, de overheid kan die dan opkomen als buffervoorraad.
De warenwet: staat waaraan levensmiddelen en andere producten voor consumenten moeten voldoen.
Mededingbeleid: het stimuleren van concurrentie, en het tegengaan van misbruik van de machtspositie door bedrijven
Convenant: Een afspraak tussen bedrijven en de overheid waarin bedrijven een belofte doen zodat de overheid niet officieel zal ingrijpen door wetten op te stellen.
REACTIES
1 seconde geleden