Consumenten en Producenten

Beoordeling 5.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 298 woorden
  • 24 januari 2010
  • 2 keer beoordeeld
Cijfer 5.5
2 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Consumenten en Producten Hst. 1 SV

Factoren waar de vraag naar consumptiegoederen en diensten van afhangen:
- Prijs van het goed
- Prijs van andere goederen
- Inkomen van consumenten
- Voorkeuren van consumenten
- Aantal consumenten

Alle factoren exclusief de laatste vormt de individuele vraag (p.p.), inclusief vormt de collectieve vraag (alle consumenten meegeteld).
De verhouding tussen prijs en vraag wordt ceterus paribus vraagfunctie genoemd. Deze kun je in een grafiek zetten, de lijn heet dan de vraaglijn. De prijs is P en de vraag is Qv.
Als de vraag, maar niet de prijs, veranderd naar een product schuift de vraaglijn naar rechts of links. Dit hangt dus af van alle factoren behalve de prijs van het product. Bij prijsverandering verschuift de lijn niet, maar glijdt die naar beneden of boven, terwijl die op dezelfde plek ligt. De prijselasticiteit geeft aan hoe de vraag verandert bij een prijs- stijging/daling van 1%. Zo bereken je de elasticiteitscoefficient: %verandering Qv / %verandering P. Een uitkomst van bijv. -1.5 betekent dan dat bij een prijsstijging van 1% de vraag met -1.5% daalt.


Definities v.d uitkomsten v.d elasticiteitscoefficient: - tussen 0 en -1: inelastisch
- groter dan -1: elastisch
- 0: volkomen inelastisch

Naast prijselasticiteit heb je ook inkomenselasticiteit: Ei = % verandering Qv / % verandering inkomen. En ook kruisprijselasticiteit (als de prijs van product 1 veranderd, waardoor de vraag van product 2 veranderd): Ek = % verandering Qv product 1 / % verandering P product 2.

Consumentisme is het bestrijden van klachten van consumenten op producenten door klachtencommisies. Consumptie van bepaalde goederen kan negatieve/positieve effecten leveren (maatschappelijke kosten), zoals een sigaret in een restaurant (negatief)
Een voorbeeld van een positief extern effect is de mooie gepimpte tuin van je buurman. Je betaalt er niet voor maar geniet er wel van.

Demerit goods: “slechte” producten (alcohol, tabakswaar) waar accijns op wordt gelegd.
Merit goods: “goede” producten (bibliotheek) die extra goedkoop worden gemaakt.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.