Das Präsens (tegenwoordige tijd)
Heel werkwoord – en + de uitgang:
Regel Feesttenten :
ich + e
du + st
er, es, sie, man + t
wir + en
ihr + t
sie, Sie + en
Uitzonderingen op de regel:
Stam eindigt op sisklank, (s, ss, x, z, ß)
bij du is de uitgang + t i.p.v. + st
Stam eindigt op –d of –t
Uitzonderingen op feesttenten:
du + est
er, es, sie, man + et
Ihr + et
Deze regel geldt ook voor de werkwoorden: öffnen, atmen, regnen, zeichnen en rechnen
Das Präteritum (verleden tijd)
Heel werkwoord – en + de uitgang:
Regel Feesttenten (met een extra t en/of e)
ich + te
du + test
er, es, sie, man + te
wir + ten
ihr + tet
sie, Sie + ten
Uitzonderingen op de regel:
Stam eindigt op –d of –t
Bij deze uitzondering wordt bij elke uitgang in de verleden tijd een “e” tussen gezet als bindvocaal. Dit geldt bij alle persoonlijke voornaamwoorden.
Das Partizip (het voltooid deelwoord)
Normaal: ge + stam + t
Uitzonderingen op de regel:
Werkwoord eindigt op –ieren
Regel is dan: stam + t
Stam werkwoord eindigt op –d of –t
Regel is dan: ge + stam + e + t
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
M.
M.
Wow super slecht
4 jaar geleden
Antwoorden