Hoofdstuk 5

Beoordeling 7.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas vwo | 937 woorden
  • 19 juni 2013
  • 9 keer beoordeeld
Cijfer 7.6
9 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Grammatica

Nederlands

Duits

Wederkerend voornaamwoord

ik verheug mij

ich freue mich

mich

jij verheugt je

du freust dich

dich

hij verheugt zich

er freut sich

sich

wij verheugen ons

wir freuen uns

uns

jullie verheugen je

ihr freut euch

euch

zij verheugen zich

sie freuen sich

sich

u verheugt zich

Sie freuen sich

sich

Lijdend voorwerp staat net als een woord na durch, ohne, für, entlang, gegen, um, bis in de 4e naamval (Akkusativ). Het persoonlijk voornaamwoord verandert van vorm.

  • ich --> mich;
  • du --> dich;
  • er --> ihn;
  • sie --> sie;
  • es --> es;
  • wir --> uns;
  • ihr --> euch;
  • sie --> sie;
  • Sie --> Sie.

Redemittel

Ik heb hulp nodig. Kunt u helpen?

Ich brauche Hilfe. Können Sie hilfen?

Jazeker.

Aber natürlich.

Alstublieft, haalt u een arts voor mij.

Bitte, rufen Sie ein Arzt für mich.

Ja, en wat moet ik zeggen?

Ja, und was soll ich sagen?

Er is een ongeluk gebeurd.

Es ist ein Unfall passiert.

Is het erg?

Ist es schlimm?

Kunt u ook de politie bellen?

Können Sie die Polizei auch anrufen?

Geen probleem, doe ik. Ga maar even zitten.

Kein Problem, mache ich. Setz dich bitte.

Waar is de brand?

Wo brennt es?

Daarginds is er brand, misschien is het het ziekenhuis.

Dort drüben ist das Feuer, vielleicht ist es das Krankenhaus.

Waar vind ik een geldautomaat?

Wo finde ich einen Geldautomaten?

Bij het kruispunt ga je naar rechts, en dan nog 100 meter rechtdoor.

An der Kreuzung gehst du nach rechts, und dann 100 Meter geradeaus.

Wat is het adres?

Was ist die Adresse?

Lindenstraat 24.

Lindenstraße 24.

Heeft u het telefoonnummer voor mij?

Haben Sie die Telefonnummer für mich?

Ja, het nummer is 0941 24 34 213.

Ja, die Telefonnummer ist 0941 24 34 213

Julia, de telefoon gaat. Neem jij op?

Julia, es klingelt. Gehst du ans Telefon?

Ja, doe ik.

Ja, mache ich.

Waar vind ik het postkantoor?

Wo finde ich die Post?

Daarginds, op de hoek.

Dort drüben, an der Ecke.

Wat kost een postzegel naar Nederland?

Was kostet eine Briefmarke nach Holland?

55 cent.

55 Cent.

Kan ik deze postkaart hier inleveren?

Kann ich diese Postkarte hier afgeben?

Geen probleem.

Kein Problem.

Wanneer komt de brief aan?

Wann kommt der Brief an?

Waarschijnlijk morgen al.

Wahrscheinlich schon morgen.

Wanneer is mijn brief aangekomen?

Wann ist mein Brief angekommen?

Afgelopen week al.

Letzten Woche schon.

Heeft u ook telefoonkaarten voor mijn mobiel?

Haben Sie auch Karten für mein Handy?

Heb ik. Wilt u een kaart van 10, 20 of 30 euro?

Ja, möchten Sie eine Karte mit 10, 20 oder 30 Euro?

Van 30 euro alstublieft. Welk nummer moet ik draaien om naar Nederland te bellen?

Mit 30 Euro, bitte. Welche Nummer muss ich wählen, um nach Holland zu telefonieren?

Het landnummer is 0031.

Die Vorwahl ist 0031.

Waar vind ik een telefoon?

Wo finde ich das Telefon?

Links, daar.

Dort links.

En een telefoongids?

Und ein Telefonbuch?

Alstublieft.

Bitte sehr.

En waar is de kassa?

Und wo ist die Kasse?

De kassa is daarginds.

Die Kasse ist dort drüben.

Kan ik hier informatie krijgen over reizen?

Kann ich mich hier über Reisen informieren?

Jazeker, wat wilt u weten?

Ja, was möchten Sie wissen?

Heb ik een visum nodig voor Marokko?

Brauche ich ein Visum für Marokko?

Nee, een geldig paspoort is voldoende.

Nein, ein gültiger Reisepass genügt.

Kan ik hier ook bellen?

Kann ich hier auch telefonieren?

Natuurlijk, geen probleem.

Natürlich, kein Problem.

Mij paspoort is zoek. Ik heb hem waarschijnlijk afgelopen week al verloren. Kan ik een nieuwe krijgen?

Mein Pass ist weg. Ich habe ihn wahrscheinlich letzte Woche verloren. Kann ich einen neuen bekommen?

Dat kan helaas niet zo snel. Gaat u zitten.

So schnell geht das leider nicht. Bitte, setzen Sie sich.

Dat word toch niet pas volgend jaar, of wel?

Es wird doch nicht nächstes Jahre, oder?

Nee, maar een hele dag zal het wel duren.

Nein, aber einen ganzen Tag wird es schon dauern.

Kunt u mij horen?

Können Sie mich hören?

Ja, ik kan u goed verstaan.

Ja, ich verstehe Sie gut.

Ik zoek mevrouw Scholz. Kan ik haar spreken?

Ich suche Frau Scholz. Kann ich sie sprechen?

Moment, ik ga haar ophalen.

Moment, ich hole sie.

Is de heer Grüber ook aanwezig?

Ist Herr Grüber auch da?

Nee, hij is helaas de hele dag weg.

Nein, leider ist er den ganzen Tag unterwegs.

Is er hier ook internet?

Gibt es hier auch Internet?

Ja, daar staat een computer, ziet u?

Ja, dort steht ein Computer, sehen Sie ihn?

Wat is uw e-mailadres?

Was ist Ihre E-Mail-Adresse?

Ik stuur een mailtje, dan heeft u het.

Ich schicke eine Mail, dann haben Sie sie.

Mijn fiets is kapot. Kunt u het repareren?

Mein Fahrrad ist kaputt. Können Sie es reparieren?

Wat is er aan de hand?

Was ist denn los?

Er is een band kapot. Kunt u hem verwisselen?

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Leraar worden

Alles wat je moet weten over leraar worden

Er is een band kapot. Kunt u hem verwisselen?

Ein Reifen ist kaputt. Können Sie ihn wechselen?

Ik kijk even.

Ich sehe mal nach.

Ik wil graag normale benzine, alstublieft helemaal voltanken.

Ich möchte normales Benzin, bitte voll tanken.

Graag.

Gerne.

Hoeveel is dat?

Wie viel macht das?

55 euro alstublieft.

55 Euro, bitte/

Kunt u 200 euro wisselen?

Können Sie 200 Euro wechselen?

Natuurlijk, geen enkel probleem.

Natürlich, kein Problem.

Kan ik met creditcard betalen?

Kann ich mit Kreditkarte zahlen?

Nee, dat kan helaas niet.

Nein, das geht leider nicht.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.