Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 2: Guten Hunger

Beoordeling 0
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas vwo | 1273 woorden
  • 15 december 2014
  • nog niet beoordeeld
Cijfer
nog niet beoordeeld

werkwoorden

 

einkaufen gehen

boodschappen doen

essen

eten

kochen

koken

frühstücken

onbijten

aufs Brot schmieren

op je brood smeren

trinken

drinken

mögen

lusten

kosten

kosten

es gibt

er is, er zijn

ich möchte

ik zou graag willen

ich hätte gerne

ik zou graag hebben

öffnen

openen

zeichnen

tekenen

rechnen

rekenen

regnen

regenen

atmen

ademen

begegnen

ontmoeten

mannelijke woorden

 

der Apfel, die Äpfel

de appel

der Spinat

de spinazie

der Blumenkohl

de bloemkool

der Rosenkohl

de spruitjes

der Kunde,-n

de klant

der Tee

de thee

der Kaffee

de koffie

der Löffel

de lepel

der Schinken

de ham

der Käse

de kaas

der Kuchen

de taart

der Senf

de mosterd

der Wecken

het broodje

der Gemüseladen, läden

de groetenwinkel

der Gemüsehändler

de groenteman

der Supermarkt , märkte

de supermarkt

Vrouwelijke woorden

 

die Birne, n

de peer

die Orange, n

de sinaasappel

die Banane, n

de banaan

die Erdbeere, n

de aardbei

die Bohne, n

de boon

die Karotte, n

de wortel

die Kartoffel, n

de aardappel

die Wurst, die Würste

de worst

die Dose, n

het blikje

die Butter

de boter

die Tasse, n

het kopje

die Milch

de melk

die Gabel, n

de vork

die Flasche, n

de fles

die Torte, n

de taart

die Bäckerei, en

de bakkerij

die Semmel, n

het broodje (Zuid Duitsland, Oostenrijk)

die Konditorei, en

de banketbakkerij met koffiezaak

die Fleischerei, en

de slagerij

die Metzgerei, en

de slagerij (zuid Duitsland, Oostenrijk)

Onzijdige woorden

 

das Obst

het fruit

das Gemüse

de groente

das Fleisch

het vlees

das Frühstück

het ontbijt

das Ei, er

het ei

das Butterbrot, e

de boterham

das Brötchen

het broodje

das Messer

het mes

das Hackfleisch

het gehakt

das Hühnerfilet

de kipfilet

Bijvoeglijke naamwoorden

 

teuer

duur

billig

goedkoop

günstig

voordelig

Overige woorden

 

zum Frühstuck

bij het ontbijt

bitte schön, bitte

alstublieft, alsjeblieft

sonst noch etwas?

anders nog iets?

danke schön

dank je wel

vielen Dank

dank u wel, hartelijk dank

keine Ursache, gern gesehen

geen dank

bitte sehr

graag gedaan

 

Werkwoordspelling

Zo vervoeg je regelmatige werkwoorden:

ik

ich

-e

jij

du

-st

hij, zij, het

er, sie, es

-t

wij

wir

-en

jullie

ihr

-t

zij, u

sie, Sie

-en

vtdw

-ge+stam+t

hele w.w.

-stam+en

 

Je maakt de stam door van het hele w.w. –en af te halen.

Als de stam van een werkwoord eindigt op een d of een t, dan komt er bij de uitgangen die niet met een e beginnen, een e bij.

Dit komt ook voor bij:

öffnen

openen

zeichnen

tekenen

rechnen

rekenen

regnen

regenen

atmen

ademen

begegnen

ontmoeten

 

Als de stam met een sisklank begint, dus op een s, z of b, komt er hierbij alleen een t achter bij du.

Werkwoorden die op ieren eindigen, krijgen bij het voltooid deelwoord geen voorzetsel.

 

Onregelmatige werkwoorden

 

 

 

zijn/sein

hebben/haben

worden, zullen/werden

ik

ich

bin

habe

werde

jij

du

bist

hast

wirst

hij ,zij, het

er, sie, es

ist

hat

wird

wij

wir

sind

haben

werden

jullie

ihr

seid

habt

werdet

zij

sie

sind

haben

werden

u

Sie

sind

haben

werden

vtdw

 

gewesen

gehabt

geworden

Vraagwoorden

 

wie

hoe

wann

wanneer

wer

wie

wo

waar

was

wat

wie viel

hoeveel

welche

welke

warum, weshalb

waarom

wohin

waar naar toe, waarheen

woher

waar vandaan

 

Plauderecke

 

Wil je iets eten?

Möchtest du etwas essen?

Nee dank je, ik heb geen honger.

Nein danke ich habe keinen Hunger.

Ik wil graag een schnitzel met gebakken aardappels en bloemkool.

Ich hätte gern ein Schnitzel mit Bratkartoffeln und Blumenkohl.

Ik wil graag varkensvlees met rijst en asperges.

Ich möchte gerne das Schweinefilet mit Reis und Spargel.

Heb je zin in een ijsje?

Hast du Lust auf ein Eis?

Nee, ik heb zin in chips.

Nein, ich habe Lust auf Chips.

Wat is je favoriete eten?

Was ist dein Lieblingsessen?

mijn lievelingseten is kip met curry en friet.

Mein Lieblingsessen ist Curryhühnchen mit Pommes.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Mein Lieblingsessen ist Curryhühnchen mit Pommes.

Wat voor eten lust jij helemaal niet?

Welches Essen magst du gar nicht?

Spruitjes en zuurkool eet ik niet zo graag.

Rosenkohl und Sauerkraut esse ich nicht so gern.

Muesli zonder melk vindt ik ook niet lekker.

Müsli ohne Milch finde ich auch nicht lecker.

Wat drink je het liefst?

Was trinkst du am liebsten?

´s zomers drink ik het liefste ijsthee, ´s winters drink ik liever chocomelk.

Im Sommer trinke ich am liebsten Eistee, im Winter trinke ich lieber heiβe Schokolade.

Vindt jij jus d´orange lekker?

Magst du Orangensaft.

Nee, jus d´orange vindt ik niet lekker.

Nein, Orangensaft finde ich nicht lecker.

Wat kan ik voor u doen?

Was kann ich für Sie tun?

Twee kilo aardappels, alstublieft.

Zwei Kilo Kartoffeln bitte.

Ik wil graag 500 gram worst.

Ich hätte gern 500 Gramm Wurst.

Wie is er nu aan de beurt?

Wer ist jetzt an der Reihe?

Ik ben aan de beurt.

Ich bin dran.

Een kilo appels en een flesje tomatensap, graag.

Ein Kilo Äpfel und eine Flasche Tomatensaft, bitte.

U wenst?

Sie wünschen? Bitte schön?

Een schnitzel met frietjes en een salade voor mij en een pizza Hawaï voor hen.

Einmal Schnitzel mit und Salat für mich und eine Pizza Hawaii für sie.

Een broodje worst, graag.

Eine Bratwurst im Brötchen, bitte.

De frietjes met mayonaise of ketchup?

Die Pommes mit Mayo oder Ketchup?

De frietjes met mayo, graag.

Die Pommes bitte mit Mayo.

De worst met mosterd of met ketchup?

Die Bratwurst mit Senf oder Ketchup?

De braadworst graag met Ketchup en curry.

Die Bratwurst mit Ketchup und Curry bitte.

Wat wilt u drinken?

Was möchten Sie trinken?

Een jus d´orange voor hem en een mineraalwater voor mij, graag.

Einen O-saft für ihn und eine Sprudel für mich, bitte.

Water graag.

Ein Wasser, bitte.

Ik wil graag wat sap.

ich hätte gern einen Saft.

Niks, ik heb geen dorst.

Nichts, ich habe keinen Durst.

Eet smakelijk.

Guten Appetit.

dank u wel.

danke.

Heeft het gesmaakt?

Hat es geschmeckt?

Maar natuurlijk.

Aber natürlich.

Kan ik betalen?

Kan ich zahlen, bitte?

Ik wil graag betalen.

Ich möchte zahlen.

Een moment, ik kom zo.

Einen Moment, ich komme sofort.

Hoeveel is dat?

Wie viel macht das zusammen?

Dat is negen euro dertig, graag.

Das macht neun Euro dreißig, bitte.

En tien euro zeventig terug, alstublieft.

Und zehn Euro siebzig zurück, bitte schön.

Ik geloof dat u me te weinig geld terug heeft gegeven.

ich glaube, Sie geben mir zu wenig Geld zurück.

Dank u wel, dat is voor u.

Danke, das ist für Sie.

Dank u wel. Fijne avond nog.

Vielen Dank. Schönen Abend noch.

Heel erg bedankt. Dag.

Vielen Dank. Tschüs.

 

Lidwoorden

Der, die en das worden in het meervoud die.

Ein, eine en ein woorden in het meervoud eine.

 

Landeskunde

Döner Kebab betekend varkensvlees en komt uit Turkije.

Op de middelbare school in Duitsland eten ze ´s middags warm en uit de kantine.

Ze eten ´s middags warm en ´s avonds brood.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.