Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Hoofdstuk 10

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 1643 woorden
  • 24 juni 2016
  • 2 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
2 keer beoordeeld

Duits H10

Landeskunde

O-Bussen, ook Trolleybussen genoemd, zijn elektrische openbare vervoersmiddelen. Ze worden gebruikt als stadsbussen, maar O-Bussen halen hun elektriciteit uit een leiding boven de grond, zoals trams. Anders dan Stadsbussen rijden O-Bussen niet op rails. Ze zijn ook spoorgebonden, maar rijden niet op rails!

In Salzburg zijn er sinds 1940 O-Bussen. Met 11 lijnen, 154 stations en ongeveer 100 bussen heeft Salzburg, na Athene, San Francisco, Seattle en Vancouver, de 5e grootste O-Busnetwerk in de westerse wereld! In Salzburg reizen jaarlijks ongeveer 40 miljoen mensen met de O-Bus.

 

De Tauern-tunnel bevindt zich ten oosten van Badgastein in Oostenrijk tussen Salzburg en Villach. De tunnel is 6,5 km lang en werd in 1975 geopend voor het verkeer. Lange tijd was er alleen een tunnelbuis. Er waren altijd lange files vóór de tunnel, soms moest men 4 tot 5 uur wachten! In 1999 was er een ernstig verkeersongeval en vervolgens een tunnelbrand met 12 doden. Pas na deze ramp werd er een 2e tunnel gebouwd. Het werd voltooid in 2011. Daarna nam de ophoping sterk af.

 

Leipzig Hbf

Met een oppervlakte van 83.640 m2 en 24 sporen is het hoofdstation van Leipzig het grootste station van Europa. De beslissing voor de bouw van het staion was gemaakt in 1898. De raad van Leipzig koos een hoofdstation, omdat het dan dicht bij het centrum van de stad zat. Het was namelijk niet mogelijk, het spoor door het centrum aan te leggen. Het station werd geopend op 4 december 1915. Nu, ongeveer een eeuw later, bevindt zich in het station een winkelcentrum met 3 verdiepingen, 142 winkels en restaurants.

 

 

 

 

 

 

 

 

Lernecke

Naamvallen

Om de naamval te bepalen moet een zin worden ontleed. Dat gebeurt in een bepaalde volgorde: eerst het onderwerp (1e naamval), dan het lijdend voorwerp (4e naamval) en daarna het meewerkend voorwerp (3e naamval).

1e naamval

Deze wordt gebruikt als een zinsdeel het onderwerp is.

  • Zoek het gezegde;
  • Vraag: Wie / wat + gezegde?

4e naamval

Deze wordt gebruikt als een zinsdeel het lijdend voorwerp is. Maar ook bij een tijdsbepaling zonder voorzetsel.

  • Zoek het gezegde en het onderwerp;
  • Vraag: wie / wat + gezegde + onderwerp.

3e naamval

Deze wordt gebruikt als een zinsdeel een meewerkend voorwerp is.

  • Zoek het gezegde, het onderwerp en het lijdend voorwerp;
  • Vraag: aan / voor wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp.

Welke vormen horen er bij de naamvallen?

Nadat de naamval is bepaald, moet worden vastgelegd of een woord mannelijk, vrouwelijk, of onzijdig is of in het meervoud staat. Vervolgens kan de juiste vorm worden bepaald.

Der-groep: (dies-, jed-, manch-, welch-, solch-, all-)

 

Mannelijk

Vrouwelijk

Onzijdig

Meervoud

1e

Der

Die

Das

die

3e

Dem

Der

Dem

den

4e

Den

Die

Das

die

Ein-groep: (kein-, mein-, dein-, sein-, ihr-, unser-, euer-, ihr-, Ihr-)

 

Mannelijk

Vrouwelijk

Onzijdig

Meervoud

1e

Ein

Eine

Ein

Keine

3e

Einem

Einer

Einem

Keinen

4e

Einen

Eine

Ein

keine

 

Voorzetsel bij de 3e naamval

Mit

Met

Nach

Na

Bei

Bij

Seit

Sinds

Von

Van

Zu

Naar

Aus

Uit

Außer

Behalve

Entgegen

Tegemoet / tegen

 

Voorzetsel bij de 4e naamval

Ohne

Zonder

Um

Om

Für

Voor

Gegen

Tegen

Durch

Door

Entlang

Langs

Bis

tot

Als het werkwoord sein in de zin staat, dan krijg je geen naamval.

 

Persoonlijk voornaamwoord

 

Ik, mij

Jij, jou

Hij, hem

Zij, haar

Het

Wij, ons

Jullie

Zij, hun, hen

U

1e

ich

du

er

sie

es

wir

ihr

sie

Sie

3e

mir

dir

ihm

ihr

ihm

uns

euch

ihnen

Ihnen

4e

mich

dich

ihn

sie

es

uns

euch

sie

Sie

 

Net als in het Nederlands kun je in het Duits met een persoonlijk voornaamwoord terugverwijzen naar een zelfstandig naamwoord. In het Duits moet je goed kijken naar het geslacht van het zelfstandig naamwoord en de naamval die je in de zin moet gebruiken.

Zelfstandig naamwoord

Je kunt er ‘de’, ‘het’ of ‘een’ voorzetten. In het Duits worden ze met een hoofdletter geschreven. In het Duits zijn er 3 soorten zelfstandige naamwoorden: met der (mannelijk), met die (vrouwelijk of meervoud) en met das (onzijdig).

Mannelijk zijn:                                                                                                              

  • Woorden die biologische mannelijk zijn.

Vrouwelijk zijn:

  • Woorden die biologisch vrouwelijk zijn.
  • Zelfstandige naamwoorden die eindigen op: -ung, -schaft, -heit of -keit.
  • Zaaknamen die eindigen op een –e.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Onzijdig zijn:

  • Alle verkleinwoorden, dus: alle woorden die eindigen op -chen of -lein.
  • De meeste woorden waarvan het lidwoord in het Nederlands ‘het’ is.

 

 

 

Wörterlisten

Nederlands

Duits

afslaan

abbiegen

letten op

achten auf

de weg weten

sich auskennen

zich bevinden

sich befinden

informatie vragen

sich erkundigen

toeteren

hupen

herhalen

wiederholen

oversteken

überqueren

(geen) voorrang hebben

(keine) Vorfahrt haben

met de bus / fiets gaan

mit dem Bus / Fahrrad fahren

met de trein / tram gaan

mit der Bahn / Straßenbahn fahren

bij het station komen

zum Bahnhof kommen

verwijderd

entfernt

gevaarlijk

gefährlich

rechtdoor

geradeaus

dwars

quer

laat

spät

te vroeg

zu früh

naar links / rechts

nach links / rechts

Als ik ziek ben, kom ik niet.

Wenn ich krank bin, komme ich nicht.

Wanneer ga je naar huis?

Wann gehst du nach Hause?

Wat zegt u / zeg je?

Wie bitte?

langs het station

am Bahnhof vorbei

tot het kruispunt

bis zur Kreuzung

tegenover het gemeentehuis

gegenüber dem Rathaus

in de derde versnelling

im dritten Gang

op de rotonde

im Kreisverkehr

over de brug

über die Brücke

om de hoek

um die Ecke

vóór het ziekenhuis

vor dem Krankenhaus

Daar is het druk.

Dort gibt es viel Verkehr.

Ik ga lopend naar het station.

Ich gehe zu Fuß zum Bahnhof.

Het licht staat op rood / oranje / groen.

Die Ampel ist rot / gelb / grün.

het verkeerslicht

die Ampel

de verkeerslichten

die Ampeln

de accu

die Batterie

de rem

die Bremse

de remmen

die Bremsen

de afstand

die Entfernung

de versnelling

der Gang

de versnellingen

die Gänge

de halte (van bus, tram)

die Haltestelle

de claxon, de toeter

die Hupe

de airco

die Klimaanlage

de kofferbak

der Kofferraum

het stuur (auto)

das Lenkrad

het stuur (fiets)

die Lenkstange

de motorkap

die Motorhaube

de olie

das Öl

de band

der Reifen

de banden

die Reifen

de achterbank

der Rücksitz

de bumper

die Stoßstange

de bumpers

die Stoßstangen

het zebrapad

der Zebrastreifen

vertrekken

abfahren

uitstappen

aussteigen

instappen

einsteigen

remmen

bremsen

toegestaan / verboden zijn

erlaubt / verboten sein

bereiken, halen (van de bus, trein)

erreichen

vervangen

ersetzen

stoppen

halten

landen

landen

sturen

lenken

schakelen

schalten

afzetten, blokkeren

sperren

transporteren

transportieren

inhalen

überholen

de auto parkeren

das Auto parken

de trein missen

den Zug verpassen

Waar stopt de bus?

Wo hält der Bus?

want

denn

omdat

weil

de aansluiting

der Anschluss

de automobilist

der Autofahrer

de automobilisten

die Autofahrer

het station

der Bahnhof

de bus

der Bus

de bussen

die Busse

de fiets

das Fahrrad, das Rad

de fietsen

die Fahrräder, die Räder

het voertuig

das Fahrzeug

de voertuigen

die Fahrzeuge

het vliegveld, de luchthaven

der Flughafen

het vliegtuig

das Flugzeug

de vliegtuigen

die Flugzeuge

de voetganger

der Fußgänger

de voetgangers

die Fußgänger

de stoep

der Fußweg

de snelheid

die Geschwindigkeit

de ziekenwagen

der Krankenwagen

de bocht

die Kurve

de bochten

die Kurven

de lijn

die Linie

de lijnen

die Linien

de brommer

das Mofa, das Moped

de brommers

die Mofas, die Mopeds

de motor (motorfiets)

das Motorrad

de vrachtwagen

der LKW

de vrachtwagens

die LKWs

de personenauto

der PKW

de personenauto's

die PKWs

de parkeerplaats

der Parkplatz

de parkeerplaatsen

die Parkplätze

de scooter

der Roller

de scooters

die Roller

de schade

der Schaden

de stap

der Schritt

de stappen

die Schritte

de vluchtstrook

der Strandstreifen

de tram

die Straßenbahn

het traject, het gedeelte van een snelweg

die Strecke

de taxi

das Taxi

de taxi's

die Taxis

de tunnel

der Tunnel

de tunnels

die Tunnel

de metro

die U-Bahn

het ongeluk

der Unfall

de ongelukken

die Unfälle

het verkeersbord

das Verkehrsschild

de werkplaats, de garage

die Werkstatt

Schreibecke

Nederlands

Duits

Hallo vrienden! / Beste vrienden!

Hallo Freunde! / Liebe Freunde!

De reis was werkelijk vreselijk.

Die reise war total ätzend.

Ik hoop, dat het weer zo mooi blijft.

Ich hoffe, dass das Wetter so schön bleibt.

Nog niets in deze vakantie is misgegaan.

Noch nichts in diesem Urlaub ist schief gelaufen.

Eerst hebben we scooters gehuurd en het eiland verkend.

Zuerst haben wir Mofas gemietet und die Insel erkundet.

Ik durfde eerst niet te jetskiën.

Ich traufe mich erst nicht, Jetski zu fahren.

Daarna is mijn vader van de racefiets gevallen.

Danach is mein Vater vom rennrad gestürzt.

Ten tweede wil ik niet verbranden.

Ten tweede wil ik niet verbranden.

Zweitens möchte ich keinen Sonnebrand kriegen.

Het probleem met de motor van de motorboot was snel verholpen.

Das Problem mit dem Motor vom Motorboot war schnell gelöst.

MIjn broer is een getalenteerde kitesurfer.

Mein Bruder is ein talentierter Kitesurfer.

We zijn van plan nog een paar dagen te blijven.

Wir haben vor, noch einige Tage zu bleiben.

Lieve groetjes uit Rügen.

Liebe Grüße (LG) aus Rügen.

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.