Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Hoofdstuk 5, beeldende kunst.

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 650 woorden
  • 3 juli 2011
  • 20 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
20 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
De disciplines:

- Architectuur
- Toegepaste kunst
- Dans
- Theater
- Film

Al deze disciplines door elkaar heten ook wel totaalkunst.

Beeldende middelen: Middelen die de kunstenaar gebruikt om zijn boodschap of beeld duidelijk te maken.
Verschillende beeldaspecten: de kunstenaar wil dat je op meerdere manieren naar een kunstwerk kijkt.
Compositie: Het eindproduct, als al deze verschillende beeldaspecten bij elkaar zijn gebracht.

Hoe kun je iets duidelijk maken? Door gebruik te maken van:


- Techniek
- Het juiste materiaalgebruik
- Lijn
- Vorm
- Textuur

De verschillende functies:

- Anekdotisch: het kunstwerk verbeeldt een verhaal, gebeurtenis, gedachte, plek of situatie.
- Symbolisch: het kunstwerk verwijst naar iets anders dan zichzelf.
- Decoratief-esthetisch: het kunstwerk dient ter decoratie en verfraaiing.
- Expressief: het kunstwerk drukt gevoelens en emoties uit.
- L’art pour L’art: het kunstwerk dient als onderzoek naar kunst zelf, het kunstwerk verwijst naar zichzelf.

De drie aspecten waar je op moet letten om een kunstwerk te doorgronden:

1. De verschijningsvorm en alles wat daarmee te maken heeft.
2. De inhoud, dat gene wat de kunstenaar heeft willen verbeelden. (de betekenis van het werk)

3. De functie/het doel van het werk.

Als deze drie dingen allemaal in een kunstwerk zitten, heb je een heel goed kunstwerk.

Schilder en tekenkunst mogelijkheden:


- Olieverfschilderij.
- Wand- en plafondschilderijen.
- Schilderingen met was
- Schilderingen met eitempera (verf op basis van ei)
- Paneel op doek.

Bij wand- en plafondschilderijen gebruikt men gebruikt van twee verschillende technieken:


- Fresco: wandschildering in natte kalk.
- Al secco: een schildering die op een gedroogde kalklaag op een muur is aangebracht.

Tegenwoordig worden deze soorten verf gebruikt:

- Olieverf: je kunt meerdere lagen verf over elkaar heen verven.
- Acryl: synthetische verf.
- Aquarel: transparante verf op waterbasis.
- Gouache: dekkende verf op waterbasis.


Grafiek: is de verzamelnaam voor alle gedrukte afbeeldingen.
Oplage: grafiek of prenten worden in grote aantallen gedrukt.

De vier grafische technieken:


- Hoogdruk: is de oudste van de vier. Het bestaat vaak uit grote kleurvakken.
- Diepdruk: ets. De voorstelling die je wilt afdrukken ligt dieper dan het geen dat wit moet blijven.
- Vlakdruk: steendruk. Er is geen sprake van een hoger of lager liggende voorstelling die wordt afgedrukt!!!
- Doorlaatdruk: bekendste afdruk is de zeefdruk. De delen die wit moeten blijven worden afgedekt.

Er bestaan drie verschillende manieren om een beeld te maken:


1. Blok en steen: een stuk hout of een ander hard materiaal. Dat doen ze door het beeld uit te hakken.

2. Modelleren: Uit klei, was of een ander zacht materiaal. De verloren was methode wordt ook wel cire-perdure genoemd. Je giet het daarbij een beeld in brons.

3. Assembleren: d.m.v. kranten, behang en muziekpapier een kunstwerk maken. Dit plak je op een schilderij. De naam van het assembleren is ook wel: “papier collés” (coller = plakken)

Dingen waar ook 3D objecten op zitten, zoals blikjes en touw, heten een collage.


De beeldhouwkunst is een vorm van ruimtelijk werk genoemd.

In de jaren zestig/zeventig werd het ruimtelijk werk ook wel environments genoemd, en in de jaren tachtig werd het installaties genoemd.

Fotografiek is tegenwoordig een erkende discipline binnen de kunst.

Twee van de belangrijkste invalshoeken van de fotokunst:

Documentaire of reporagefotografie: de nadruk ligt op het registreren van de werkelijkheid.

Geënsceneerde fotografie: de fotograaf stel datgene dat hij fotografeert bewust samen. Denk aan locatie, personen, attributen etc. Niets wordt aan het toeval overgelaten.

Time based arts: er wordt gebruikt gemaakt van elektronische middelen. Het is beeldende kunst die niet in één oogopslag te zien is.

De laatste tijd is video- en computerkunst alleen maar toegenomen.

Een museum heeft, voor sommige mensen, drie belangrijke taken:

1. Verzamelen van objecten en kunstwerken.
2. Conserveren en beheren van de collecties.
3. Het presenteren van de collectie aan het grote publiek.

Vroeger, tot in eind 19e eeuw, werden de collecties tentoon gesteld op de witte-kubuspresentatie en plint tot plafondpresentatie. Tegenwoordig zie je vooral de block-busters manier.

Galerie: een tentoonstellingsruimte waar iemand kunst toont.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.