Hoofdstuk 5, Beeldende kunst

Beeldende kunst Beeldende kunst heeft geen gebruiksfunctie. Wat zie ik? Hoe komt dat? Hoe is de kunstenaar te werk gegaan? Wat heeft hij willen verbeelden? De huid: vorm, textuur en lijn
Oppervlak: lichtval, ritme, en dieptewerking. Middeleeuwen
Het leven was gericht op leven na de dood. Je leerde het van leermeesters en ging werken in gildeverband. Renaissance
Het leven was gericht op leven op aarde. Men ging het werk signeren en in Italie kwam een teken-schilder academie: academia del Disegno
Compositie: de wijze waarop de kunstenaar volgens de verchillende beeldaspecten tot een geheel maakt. Anekdotisch: het kunstwerk verbeeldt een verhaal, gebeurtenis, gedachtegang, plek of situatie. Decoratief- esthetisch: het kunstwerk dient ter decoratie en verfraaiing. Symbolisch: het kunstwerk verwijst naar iets anders dan zichzelf

Expressief: het kunstwerk drukt gevoelens en emoties uit. L’art pout l’art: (kunst om de kunst) het kunstwerk dient als onderzoek naar kunst zelf, het kunstwerk verwijst naar zichzelf. Historische context
Kunstenaars proberen de toeschouwers tussen beeld en woord te laten twijfelen. Waardering
1- verschijningsvorm
2- inhoud
3- functie
As form, inhoud en functie samenvallen heb je te maken met een sterk kunstwerk. Verschillende disciplines
1- schilder en tekenkunst
fresco: ondertekening-kalk- tekening
al secco: kalk-tekening
Voordelen olieverf: gemakkelijker hanteerbaar, glanst meer en je kunt verschillende transparante delen over elkaar aanbrengen, hierdoor krijg je mooie kleurverlopen en de kleur krijgt meer diepte. 2- grafiek
verzamelnaam voor alle gedrukte afbeeldingen
afdruknummer/ oplage - hoogdruk: de oudste methode. De voorstelling di eje wilt afdrukken ligt hoger in bijvoorbeeld het hout. Bv. Hout- en linosnede, houtgravure en stempelen. - Diepdruk; De voorstelling die je wilt afdrukken ligt meer verdiept t.o.v. de rest. Vb: droge naald, gravure, erts. - Valkdruk: lithografie= steendruk: Lage oplage en wordt op een vlak opp gedrukt. - Doorlaatdruk:Werkt een kunstenaar met sjablonen. Bv zeefdruk. Er is een grote oplage mogelijk. Beeldhouwkunst - hakken - modelleren: beeld opbouwen uit bv klei cire perdue= de verloren wasmethode - assembleren: kranten, muziekpapier en behang is kusntwerkt geplakt/gelast. Papiers collés= schilderij waarop behang, krantenpapier en muziekpapier zijn geplakt. Collage= eenplat werk waar driedimensionale objecten op zijn geplakt. Environments en ionstallaties
Kunstwerken die je moet betreden, ondergaan en ervaren. Fotografie

1- documentaire of reportage: registreren van de werkelijkheid
2- geescensceneerde: niets wordt aan het toeval overgelaten
Musea
1- verzamelen van objecten en informatie
2- conserveren en beheren van collecties
3- het presenteren van de collectie aan het grote publiek
Witte- kubuspresentatie: elke kunstwerk heeft zijn eigen gebied om zich heen. Plint-tot-plafond: helemaal vol
Block-busters: Bv al het werk van 1 kunstenaar bij elkaar. Galerie en museum
In een galerie is het doel verkopen, in een museum niet. Opdrachtgevers
Vroeger: vorsten, rijke burgers, kooplieden en kerk. Tegenwoordig; overheid, musea. Beschrijving van een schilderij; 1- vorm en beeldaspecten
2- inhoud
3- functie
4- beoordeling