Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Cultuur van het moderne 13 14

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 1959 woorden
  • 4 april 2009
  • 11 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
11 keer beoordeeld

CULTUUR VAN het moderne
Van RK

Soorten Informatie
1. Reproductief leren Tijdsbeeld: zoals de bespiegeling begint met het hoofdstuk noemen ze het een bewogen tijd. Het is de tijd van de propaganda, wereldoorlogen maar ook van het overboord gooien van vele regels dit aan het maken van kunst vast zaten. Er woord geëxperimenteerd met de twaalf tonen, het gewichtloosheid van het ballet wordt vervangen door zwaartekracht en abstractie in de beeldende kunst komt naar voren. Overigens zie je veel van Sigmund Freud en zijn ideeen terug in kunststromingen.

Beeldende kunst
Door het afzetten tegen het gevestigde komt er een waanzinnige hoeveelheid aan stromingen:

Een van de eerdere en grote stromingen werd het expressionisme. Denk ook aan expressie het uiten van emotie. De kunst moest voor gevoel staan. Het innerlijke moest naar buiten komen in de kunst. Hierin zien we gedachten van freud terug. De kunst kan je herkennen aan kleurgebruik om het gevoel uit te beelden. Regels van het realistische en romantisch schilderen zijn volledig overboord.

In de orde van expressionisme valt ook volkskunst. Bij beide is kandinsky belangrijk. Met volkskunst wordt abstracte kunst bedoelt die al eeuwen wordt gemaakt. Overigens wordt decoratieve kunst uit gesloten.

Dan volgt de bespiegeling met Kubisme. Bekent van Picasso. Hiermee moet je denken aan hoekige en geometrische vormen. Geschilderde personen kan je bijvoorbeeld vaak van verschillende kanten zien gecombineerd in één gezicht.

Futurisme is een stijl gericht op mens die mechanisch wordt. Ook wordt snelheid en dynamiek uitgebeeld. Je ziet verder veel felle kleuren en contrasten.

Kunst van het afzetten dadaïsme maar wel moeilijk omschrijfbaar omdat het in vele vormen komt maar het doel is duidelijk. Afzetten tegen regels van de kunst en richting choqueren. Ook benadrukken ze vaak spontaniteit en toeval. Verder zie je ook dat ze spullen gebruiken die door ander al zijn gebruikt ready made.

In het Surrealisme zien we veel van Freud terug ook Dali is aan het surrealisme verbonden. In het surrealisme worden vaak dromen uitgebeeld. Het vastleggen van het innerlijk op redelijk realistische manier of door het automatisme. Je begint ergens met schilderen en zie je wat je innerlijk naar voren brengt.

Suprematisme een kunststijl van het abstracte. De kunstenaar geloven dat erdoor gevoel iets naar voren moeten komen. Er wordt veel gewerkt met geometrische figuren.

Functionalisme is stijl zonder overbodige decoraties. less is more. De functionele aspecten vormen het uiterlijk van de vorm. Geen gebruik van dure materialen en veel skeletbouw maar wel van licht.

Constructivisme ook gemaakt met geometrische vormen en een samenstelling uit onderdelen. Het is echt een arbeiders ding en veel materialen komen uit industrie.

Bauhaus is constructivisme. Ze gebruiken vooral primaire kleuren. Ze maken functionele voorwerpen, massaproductie, alledaagse voorwerpen. Ook heb je CIAM dit is nieuwe architectuur die gericht is op volkhuisvesting, stadsplanning en gebruik van nieuwe materialen.

Het Nieuwe Bouwen valt natuurlijk onder moderne architectuur. Te herkennen aan zijn functionele bouwstijl met glas, beton en staal.


Dan nog tijdens de tweede wereldoorlog had je het sociaalrealisme. Deze kunst was ter verheerlijking van de ideologieën. De moderne kunst werd als absurd afgeschilderd. De kunst van grote moderne meesters werd in duistland in een speciale afdeling opgehanden met spottend onderschrift. Dit noemde ze Entarte kunst genoemd.

Groene begrippen van beeldende kunst:
Expressionisme: geabstraheerde stijl, gericht op gevoel en het onbewuste
Abstracte kunst: beeldende kunst waarvan het niet een meteen herkenbare vorm heeft. Je ziet niet bijvoorbeeld dat het een konijn is.
Kubisme: stijl met hoeken en geometrische vormen vaak combineren ze verschillende gezichtspunten met elkaar.
Dada: Moeilijk omschrijfbaar omdat het in vele vormen komt maar het doel is duidelijk. Afzetten tegen huidige kunst en richting choqueren. Ook benadrukken ze vaak spontaniteit en toeval.
Surrealisme: Uitbeelden van het innerlijk zoals dromen op een vaak realistisch manier. Ook worden hier spullen gebruikt die al door andere zijn gemaakt.
Automatisme: kunststijl waarbij de schilder ergens begint en zijn innerlijke laat spreken en er daardoor een kunstwerk ontstaat.
Suprematisme: een kunststijl van het abstracte. De kunstenaar geloven dat erdoor gevoel iets naar voren moeten komen. Er wordt veel gewerkt met geometrische figuren.
Constructivisme ook gemaakt met geometrische vormen en een samenstelling uit onderdelen. Het is echt een arbeiders ding en veel materialen komen uit industrie
Functionalisme is stijl zonder overbodige decoraties. less is more. De functionele aspecten vormen het uiterlijk van de vorm. Geen gebruik van dure materialen en veel skeletbouw maar wel van licht.

Het Nieuwe Bouwen valt natuurlijk onder moderne architectuur. Te herkennen aan zijn functionele bouwstijl met glas, beton en staal.
Bauhaus is constructivisme. Ze gebruiken vooral primaire kleuren. Ze maken functionele voorwerpen, massaproductie, alledaagse voorwerpen
CIAM is nieuwe architectuur die gericht is op volkhuisvesting, stadsplanning en gebruik van nieuwe materialen
Entarte kunst: Tijdens sociaalreaalisme wo II was de moderne kunst van grote meesters benoem met Entarte kunst.

Muziekstromingen:
Expressionisme in de muziek heeft te maken met de regels van de harmonieleer aan je laars te lappen. Schönberg deed dit voor het eerst. Je kreeg toen atonale muziek die voor ons vals in de oren klinkt. Daarna bedacht hij het twaalftonen systeem. Hij gebruikte twaalf verschillende tonen en hij moest eerst alle tonen een keer gebruikt hebben voordat hij ze opnieuw mocht gebruiken. Dan had je nog kadinsky die probeerde muziek in kleuren uit te beelden wat dus echt het expressionisme is.

Ragtime is te herkennen aan zijn strakke bas en akkoorden. De melodie valt niet samen met accenten in de begeleiding. Gespeeld door zwarte pianisten. Belangrijke quote: Hit the note twice. Kadinsky houdt zich hier ook mee bezig.

Jazz is een fusie van witte en zwarte muziek. Het is in die tijd ruige, swingende muziek. Het heeft swing wat inhoudt vrije melodie op strakke begeleiding.

Blues is voor en door zwarten en zijn teksten over dagelijks leven als slaaf. Het is altijd treurige, zware muziek.

New-Orleans jazz is muziek die natuurlijk uit new-orleans kwamen. Uit een omgeving die een smeltkroes van culturen was. Het werd altijd in bands gespeeld en klinkt soms nog wat houterig. Verder was er collectieve improvisatie van de blazers in die bands. Deze stijl werd gespeeld door zwarte wanneer witte dit speelde noemde ze het Dixieland.

Bartók is volksmuziek van oost europa vermengt met de westers verwervingen aan kennis. Hij was verder gek van de fonograaf, een voorloper van de grammafoon.


Groene begrippen:
Harmonieleer: houdt in dat de opeenvolging van akkoorden en hun samenhang hebben en dit komt voor in de klassieke muziek.
Atonaal: muziek die zich niet aan de harmonieleer houdt.
Twaalftonen systeem: je moet eerst de twaalf verschillende tonen van schönberg spelen voordat je ze opnieuw mag gebruiken. Licht heel onnatuurlijk in het gehoor, heel technisch.
Jazz:
Ragtime: is te herkennen aan zijn strakke bas en akkoorden. De melodie valt niet samen met accenten in de begeleiding. Gespeeld door zwarte pianisten.
Cakewalk: op dansmuziek en het is een parodie waarbij ze Europese dans nadeden en er aan het eind een cake te winnen viel.
Blues: is voor en door zwarten en zijn teksten over dagelijks leven als slaaf. Het is altijd treurige, zware muziek.
Dixieland: Door blanke het nadoen van de new-orleans jazz.
Fonograaf: voorloper van grammafoon.
Cantate: Een cantate is een muzikale compositie voor één maar ook meerdere stemmen, begeleid door instrumenten, meestal bestaat een cantate uit meerdere delen.

Dansstromingen
Les ballers Russes heeft een grote waardering voor de niet-westerse cultuur. Zij komen in het moderne terecht doordat er een voor de danser Nijsnky een ballet wordt ontworpen dat zijn dierlijke manier van springen wat zo hoog tot recht komt. Eerst met impressionistische muziek maar later met Stravinsky. Daarna krijg van hun les sacre du printemps een oerdans waarin gestampt wordt.

Daarna krijg je graham die een alsnog modern werk le sacre schrijft waarin de bewegingen wel vloeiend zijn. Het verhaal is abstract en het beeld het innerlijk uit waarin we dus weer aan Freud moeten denken.


Picasso gaat voor les ballets russes kostuums ontwerpen. Iets heel moderns dat na fysieke topprestaties verschuift naar het maken van bewegingen in bizarre kostuums en het vormen van één geheel.

In zweden krijg je ook hele moderne futuristische voorstelling wanneer ze nadoen dat ze rolschaatsen. En fysiek hoeven de danser niet geweldig te zijn. Ook is de achtergrond rustig en zijn de kostuums uitbundig en kunstzinnig.

Triadisch ballet is de dansvorm van het constructisme. Het zet zich ook af tegen naturalistisch theater. De dans werd gedanst in kostuums van geometrische figuren. Hierdoor konden de dansers zich alleen nog maar op een bepaalde manier bewegen. Als laatst was het podium over het algemeen een abstracte vierkante ruimte.

Oskar Schlemmer
Groene begrippen:
Ostinato’s : Een ostinato is een basmelodie in een compositie, die de hele tijd een en dezelfde melodie herhaalt. Ostinato technieken stammen van oorsprong uit de volksmuziek.
Grahamdans: Modern ballet waarin zwaartekracht de rol speelt. Het aanspannen en ontspannen. De bewegingen zijn vloeiend en het verhaal is abstract.

2. Toepassingsgericht leren: Beeldend:
Dada vind ik heel modern omdat het vooral geen regels heeft. Ze gingen zich zo erg afzetten dat het de kunst moeilijk te definiëren maakt. Ook waren ze tegen alle ideologien maar was het niet hun doel om een nieuwe te verzinnen. Ook doorbraken ze het gebruik om alleen maar dingen die zelf hebt gemaakt te gebruiken. Gewoon je naamzetten op dat urinoir.
Muziek:
New-orleans jazz: ik vind deze stijl zo verschikkelijk van cultuur van het moderne omdat het komt uit een omgeving kwam met een smeltkroes. Voor het eerst in de westerse kunstgeschiedenis komen we zwarte tegen. Daarbij raakten ook blanken geïnteresseerd in de muziek. Daarbij is de muziek door zijn houterige swing echt een wereld van verschil met klassiek.

Dans:
Ik vind de zweedse rolschaatsdans een goed voorbeeld. Hierin zijn de kostuums belangrijker dan het decor en doen ze na of mechaniseren. Ze laten zien hoe de nieuwe materialen werken.

overeenkomsten/verschillen aangeven tussen de kunsten
Terwijl het in de beeldende kunst explodeert aan verschillende stromingen is het in de dans vooral les ballet russes. Ook gaat het eigenlijk één ontwikkeling door. Van gewichtloos naar kracht naar zwaartekracht terug naar vloeiend zwaartekracht naar gebruik van bijzonder kostuums en wat blijft en als laats word de kracht van de dansers steeds minder belangrijk. In geen van disciplines zijn de zwarte zo belangrijk als in de muziek. De belangrijkste ontwikkelingen waren de jazz en bluesachtige muzieksoorten. Een belangrijke overeenkomst in alle disciplines is dat we een periode kreeg die nog meer van de andere periodes verschilde van elkaar. Dit komt door vermenging van culturen als door nieuwe materialen en andere beschikbare middelen.

3. Betekenisgericht - Leg verbanden: stel jezelf waarom-vragen gericht op 1 of meerdere specifieke werken, waarbij je uitgaat van de verschillende invalshoeken van 1 periode uit het examenprogramma (zie Edunic).
- Leg de invloed van de tijd op het kunstwerk uit

Vwo: begrijp je ook waaruit deze stroming of de kunststijl uit voortkomt? Van uit welke traditie en welke voorgaande periode (of waar zet men zich misschien juist tegen af?)

3. Betekenisgericht leren = hoofdzaken goed begrijpen, verbanden kunnen leggen tussen deze hoofdzaken:
De moeilijkste manier van leren voor veel leerlingen, is de betekenisgerichte manier van leren. Daarbij gaat het om verbanden te vinden tussen bijvoorbeeld twee verschillende soorten kunstwerken (een muziekcompositie en een schilderij uit dezelfde tijd) of om de invloed van een bepaalde tijd te kunnen herkennen in een kunstwerk;
- Probeer de invloed van de tijd op het kunstwerk te begrijpen – op welke manier verhouden zij zich tot elkaar... (kerk/hof/burgerij/romantiek-realisme/modern/massa)?

- Leg verbanden binnen het examenonderwerp per invalshoek en ook de verschillende invalshoeken. Doe dit door jezelf waarom-vragen te stellen gericht op 1 of meerdere specifieke werken, waarbij je uitgaat van de verschillende invalshoeken uit het examenprogramma (zie Edunic).
- Vwo: begrijp je waaruit deze stroming of de kunststijl uit voortkomt? Van uit welke traditie en welke voorgaande periode (of waar zet men zich misschien juist tegen af?)

REACTIES

D.

D.

Enorm wat spelfouten en grammaticale fouten, inhoudelijk wel goed. Ik heb er best wat aan gehad.

8 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.