Thema 6

Beoordeling 4.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 1e klas tto vmbo | 466 woorden
  • 25 juni 2012
  • 5 keer beoordeeld
Cijfer 4.4
5 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

B1. Zintuigen

Zintuigen – organen dat reageren op bepaalde invloeden uit de omgeving.

Zingtuigenstelsel - alle zintuigen bij elkaar.

Warmtezintuigen – reageren wanneer je iets warms voelt.

Koudezintuigen – reageren wanneer je iets kouds voelt.

Drukzintuigen – reageren wanneer er op je huid wordt gedrukt.

Tastzintuigen – reageren op lichte aanrakingen.

Prikkel – een invloed uit de omgeving.

Impulsen – soort berichtjes die worden gestuurd naar je hersens als je iets aanraakt of voelt.

Drempelwaarde – kleinste prikkelsterkte.

Adequate prikkel – het type prikkel waar een zintuig speciaal gevoelig voor is.

Gewenning – Je voelt het prikkel niet meer na een enige tijd (bijv. een muntje op je hand).

B2. Voelen

De opperhuid bestaat uit twee lagen: de hoornlaag en de kiemlaag

De hoornlaag beschermt je lichaam  tegen beschadiging, tegen uitdroging en tegen bacteriën.

De kiemlaag maakt veel hoornstof.

Als de hoornlaag extra dik is noemen we het eelt.

Talgklieren produceren talg.

Talg is vettig en houdt de haren en de hoornlaag soepel.

Lederhuid (warmte, koude, druk en tastzintuigen) werken samen bij het voelen.

Zweetklieren produceren zweet, door verdamping van zweet koelt je lichaam af.

In de onderhuidse bindweefsel zit vet opgeslagen voor reservevoedsel.

Bij een grote wond moet je naar de dokter gaan.

Bij kleine wondjes kun je zelf behandelen.

Als de wond vuil is, moet je eerst het vuil wegspoelen met schoon water.

Je kunt wonden ontsmetten met een ontsmettingsmiddel daarna doe je een pleister of een bandje om.

Als je een brandwond, bijtende of giftige wond hebt, moet je deze wond direct onder lauw, stromend water houden.

B3. Ruiken en proeven.

Een reukzintuig bevindt zich in de neus. De neusholte is van binnen bekleed met neusslijmvlies. In het bovenste deel van het neusslijmvlies liggen zintuigcellen met reukharen. Deze zintuigen worden geprikkeld als er geurende gassen bijkomen.

De smaakzintuigen bevinden zich in het oppervlak van de tong. Over de tong lopen vele fijne groefjes. Aan de zijkanten van die groefjes liggen smaakknopjes. In de smaakknopjes liggen smaakzintuigcellen. De smaakzintuigcellen kunnen slechts vier verschillende smaken onderscheiden: zoet, zout, zuur en bitter.

B4. Horen

Geluiden vanaf 80 decibel kunnen leiden tot gehoorschade.

B6. De werking van de ogen.

Kegeltjes – kleuren zien

Staafjes – alleen contrast (zwart, wit, grijs)

B7. Scherp zien.

Als je naar de verte kijkt zijn je lensbandjes dan recht en het straalvormiglichaam dun.

Als je scherp ziet zijn je lensbandjes een beetje krom en het straalvormiglichaam dik.

Waarom worden je lensbandjes nou een beetje krom als je scherp ziet? Dat komt door je kringspier, dat is ook het rooie gedeelte van het plaatje hierboven. Als hij zich samentrekt worden je lensbandjes dan krom.

Als de vorm van de lens aangepast wordt noemen we dat accommoderen.

Als je heel ver kijkt bijv. ongeveer 5 meter ver zijn je ogen dan in rusttoestand.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.