Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Thema 5, Voorplanting

Beoordeling 7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas havo | 466 woorden
  • 2 juni 2009
  • 7 keer beoordeeld
Cijfer 7
7 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Basisstof 1:
Geslachtskenmerken zijn kenmerken waaraan je het geslacht kunt herkennen(man of vrouw).

Primaire geslachtskenmerken zijn de kenmerken van het geslacht waaraan je het geboren kind kunt herkennen.
- bij jongens zijn dat: penis en balzak.
- bij meisjes zijn dat: schaamlippen en de vagina.

Secundaire geslachtskenmerken:
Bij jongens: borsthaar, baardgroei, zwaardere stem en gespierde lichaamsbouw.
Bij meisjes: borsten, brede heupen, en ronde lichaamsvormen.

Lichamelijke en geestelijke veranderingen in de puberteit:
Lichamelijke veranderingen:
- groeispurt.
- Secundaire geslachtskenmerken.
- Voortplantingsorganen beginnen te werken.

Geestelijke veranderingen:
- Meer belangstelling voor andere mensen.
- Verliefd worden op iemand.
- Seks begint belangrijk te worden.

Sociale veranderingen:
- zelfstandig opstellen.
- Graag deel uitmaken van een groepje.
- Soms van die gevoelens zoals: eenzaamheid en onzekerheid.

Basisstof 2:
Balzak: een huidplooi waarin zich de teelballen en de bijballen zich bevinden.
teelballen - vormen van zaadcellen.
bijballen - tijdelijk opslaan van zaadcellen.
zaadleiders - vervoeren van zaadcellen.
Zaadblaasjes - toevoegen van vocht waardoor de zaadcellen beter gaan bewegen.

Prostaat - toevoegen van vocht met voedingstoffen voor de zaadcellen.
Urinebuis - vervoeren van urine en sperma.
- sperma bestaat uit zaadcellen en vocht uit de prostaat en zaadblaasjes.
Penis - sperma inbrengen in de vagina
Zwellichamen - zorgen voor erectie.
Eikel - vangen prikkels op die kunnen leiden tot orgasme.
Voorhuid - huid om de eikel.
Bij een zaadlozing komt sperma met schokken eruit. Een zaadlozing kan een lekker gevoel geven(klaarkomen).
Een zaadlozing kan plaatsvinden door:
- zelfbevrediging.
- natte droom.
- Seks.

Basisstof 3:
In de eierstokken vindt de ontwikkeling van eicellen plaats.
Vanaf de puberteit tot de overgang komt er eenmaal per 4 weken een eicel vrij uit de eierstokken.

Eileiders - vervoeren van eicellen.
Baarmoeder - hierin vindt de ontwikkeling van de embryo plaats.
Vagina:

- Komt sperma in bij seks.
- Kind komt door vagina op de wereld.
- Bij menstruatie worden stukjes baarmoederslijmvlies met bloed verwijderd uit de vagina.
Kleine schaamlippen - produceren van slijm waardoor de toegang tot de vagina glad word.
Clitoris – is gevoelig voor prikkels die kunnen leiden tot orgasme.
Maagdenvlies - slijmvliesplooi voor in de vagina, die kan inscheuren bij eerste seks, dit kan een beetje pijn doen.

Basisstof 4:
Menstruatie - het afstoten van een deel van het baarmoederslijmvlies als een eicel niet bevrucht is.
Menstruatiecyclus
- Ovulatie (eisprong) om de 4 weken.
- Menstruatie 14 dagen na ovulatie.

Basisstof 7:
- Bloed van de moeder is gescheiden van bloed van de embryo.
- Zuurstof + voedingstoffen via bloed van de moeder naar bloed van het kind.
- Koolstofdioxide en afvalstoffen. Terug via bloed.

De geboorte begint met weeën.
- Ontsluiting: De baarmoederhals wordt wijder, de vruchtvliezen breken.

- Uitdrijving:Het kind komt naar buiten(meestal met het hoofdje)
- Nageboorte:placenta weg, vruchtvliezen uitdrijven.
Als het kindje met voetjes of kont naar buiten komt word dit stuitligging genoemd.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.