Thema 1 | Stofwisseling
1 Verzuurde spieren
Verzuring ontstaat als spiercellen te weinig zuurstof krijgen. Bij inspanning wordt de spiercellenenergie (uit glucose) omgezet in bewegingsenergie.
glucose + zuurstof water + koolstofdioxide
C6H12O6 + O2 H2O + CO2
Via de bloedsomloop wordt CO2 afgevoerd en O2 aangevoerd. Bij inspanning is er veel O2 nodig in de spiercellen maar soms is dat er niet genoeg. Dan begint de verzuring. Als de spieren toch meer energie blijven vragen ontstaat er melkzuur.
glucose melkzuur
C6H12O6 C3H6O3
Dit zuur hoopt zich op in de spiercellen en veroorzaakt pijn, en de spieren kunnen blokkeren.
• Anaerobe: zuurstofloze omzetting
• Aerobe: zuurstof omzetting
Anaerobe omzetting levert veel minder energie op dan een aerobe omzetting.
Het melkzuur kan in de lever weer worden omgezet in glucose maar dat kan alleen als er genoeg O2 is. Dit is de reden nat sporters veel nahijgen.
2 Wat is stofwisseling
Energie is nodig voor:
• Bewegen
• Warm houden
• Groei
• Herstel
Cellen nemen voedingsstoffen, water en zuurstof op en geven afvalstoffen af. In de cellen ontstaat door chemische reacties nieuwe stoffen
Stofwisselingsprocessen: alle omzettingen van stoffen en energie in een lichaam
Stofwisseling: totaal van alle chemische processen in de cellen van organismen.
Anorganische en organische stoffen
Organische stoffen: bevatten altijd één of meer atomen van de elementen C, H en O.
Anorganische stoffen: kunnen veel verschillende atomen bevatten
Assimilatie en dissimilatie
Enzymen: stoffen die chemische reacties in cellen mogelijk maken
Assimilatie: opbouw van organische moleculen uit kleinere moleculen worden gebruikt voor:
- Groei
- Vervanging
- Herstel
- Vormen van reservestoffen
Bij assimilatie wordt altijd energie gebruikt. Die energie wordt opgeslagen in de moleculen van de gevormde organische stoffen.
Chemische energie: energie in moleculen
Een voorbeeld van assimilatie is fotosynthese waar lichtenergie wordt omgezet in chemische energie dat glucose moleculen wordt.
Voortgezette assimilatie: bijv. glucose wordt verder verwerkt tot grotere moleculen met verschillende functies zoals: zetmeel, vetten en eiwitten.
Dissimilatie: verbranding, omzetten van energierijke grote moleculen tot kleine moleculen. De energie die daarbij vrijkomt wordt gebruikt voor andere doeleinden.
Energieomzetting
Bij dissimilatie wordt chemische energie omgezet in andere energie vormen:
• Bewegingsenergie
• Warmte
• Elektrische energie
• Lichtenergie
• Chemische energie wordt opgeslagen voor de vorming van andere stoffen.
ATP en ADP
ATP: bestaat uit 3 fosfaatgroepen doe energiek zijn 2e en 3e
Als de 3e fosfaat wordt afgesplitst ontstaat: ADP
ADP: er komt chemische energie vrij, dit kan worden benut voor levensprocessen.
Het ADP-molecuul en de fosfaatgroepen zijn dan weer beschikbaar om energie uit dissimilatie tijdelijk vast te leggen.
3 Dissimilatie
Aerobe dissimilatie van glucose
Aerobe dissimilatie van glucose vindt voor het grootste deel plaats in de mitochondriën. De O2 die nodig is kan door de cellen worden opgenomen.
glucose + zuurstof koolstofdioxide + water + energie
C6H12O6 + 6O2 6CO2 + 6H2O + energie
De chemische energie die tijdens de fotosynthese in een glucosemolecuul is opgeslagen, komt beschikbaar.
Anaerobe dissimilatie glucose
De meeste soorten organismen kunnen ook glucose dissimileren zonder O2. Niet bij alle organismen ontstaat er dan melkzuur, er kan ook alcohol (ethanol) ontstaan.
Dit noem je alcoholgisting dit gebeurt bijv. in gistcellen.
De reactievergelijking is:
Glucose + ethanol koolstofdioxide + energie
C6H12O6 + 2C2H60 2CO2 + energie
Bier, wijn en brood worden onder andere gemaakt door alcoholgisting, er ontstaat ook alcohol maar dat verdampt door de hoge temperatuur.
Het brood rijst door de CO2 dat bij de gisting ontstaat.
In een O2 arme omgeving breken melkzuurbacteriën glucose af tot melkzuur.
Dit noem je melkzuurgisting
Kaas, yoghurt en zuurkool worden onder andere gemaakt door melkzuurgisting.
De reactievergelijking is:
Glucose melkzuur + energie
C6H12O6 2C3H6O3 + energie
Dissimilatie van vetten en eiwitten
Ook koolhydraten, vetten en eiwitten worden gedissimileerd.
Bij aerobe dissimilatie van vetten komt per gram meer energie vrij dan bij dat van eiwitten of koolhydraten.
Eiwitten worden bij de dissimilatie eerder gesplitst in aminozuren. Als deze verder dissimileert ontstaat ammoniak dat wordt omgezet in ureum (bij dieren urinezuur). Ammoniak, ureum en urinezuur zijn schadelijk en worden uitgescheiden via de urine.
4 Dissimilatie
Glucose wordt gebruikt bij dissimilatie en gemaakt bij fotosynthese. De fotosynthese vindt plaats in de bladeren van de platen.
Via huidmondjes en luchtholten worden O2 en CO2 door diffusie uitgewisseld. Tussen de bladcellen en langs de blad stromende lucht.
De huidmondjes liggen vooral aan de onderkant en zijn omgeven door twee sluitcellen: kunnen de huidmondjes openen en/of sluiten.
‘s nachts staan vrijwel alle huidmondjes gesloten want fotosynthese kan alleen plaats vinden in de delen die in het licht staan.
De producten van fotosynthese moeten terechtkomen in andere plantdelen bijv. de wortels.
Transport van stoffen tussen cellen kan door:
- Diffusie
- Osmose
- Actief transport (voor kleine en snelle transporten)
Voor grote afstanden wordt gebruikt gemaakt van stroming via de vaten
Vaten lopen van wortels naar bladeren en bloemen via de strengen. In de bladeren liggen bijv. de vaten in de nerven.
Vaatbundels: bestaat uit houtvaten en bastvaten
Houtvaten: transporteert water + mineralen van de wortels naar de bladeren
= anorganische sapstroom
Bastvaten: transporteert water + assimilatieproducten van de bladeren naar andere delen
= organische sapstroom
Transport door houtvaten
Voor de productie van eiwitten in de bladeren gebruikt de plantencel nitraationen.
De wortels nemen water met opgeloste stoffen op uit de bodem, het transport hiervan vindt plaats in de houtvaten. Voornamelijk het gevolg van:
• Verdamping van water uit bladeren
• Capillaire werking Uit de celwanden van de bladcellen verdampt water naar de intercellulaire ruimten tussen de cellen. Dit kan een grote opwaartse kracht opleveren.
In de nerven van de bladeren vertakken de houtvaten zich, ze eindigen tussen de bladcellen. Als de huidmondjes van de bladeren open staan, zal waterdamp uit de bladeren naar de lucht verdwijnen.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden