Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Stofwisseling

Beoordeling 5.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vmbo | 587 woorden
  • 16 februari 2009
  • 25 keer beoordeeld
Cijfer 5.4
25 keer beoordeeld

Samenvatting Stofwisseling thema 1

Elk levend wezen(organisme) heeft heel veel stoffen. Deze stoffen zijn in twee groepen te verdelen; de organische en de anorganische stoffen. Organische stoffen zijn gemaakt door levende wezens. Voorbeelden van organische stoffen zijn koolhydraten(glucose, suiker, zetmeel) Organische stoffen zijn energierijkelijk.
Anorganische stoffen zijn stoffen die vrij in de natuur voorkomen, bijvoorbeeld water, zuurstof glas etc. Anorganische stoffen bevatten weinig energie.

Als er stoffen worden omgezet in andere stoffen heet dat een reactie. Sommige stoffen zorgen ervoor dat zo’n reactie word versneld. Deze stoffen heten enzymen. Enzymen zijn speciale eiwitten. Het zijn scheikundige stofjes die processen vernellen of opstarten. Enzymen werken specifiek dat wil zeggen dat één enzym slechts één reactie versnelt.

De snelheid waar een enzym een reactie mee versneld, word enzymactiviteit genoemd. Deze snelheid wordt bepaald door factoren, 2 van deze factoren zijn, temperatuur en zuurgraad (pH). De verband tussen de temperatuur en de enzymactiviteit in een diagram heet een optimumkromme.
Een minimumtemperatuur is de laagste waarde waarbij een enzym actief word.
De optimumtemperatuur is de waarde waarbij de enzym de hoogste activiteit toont.
De maximumtemperatuur is de waarde waarbij het enzym nog net werkzaam is.
Als de lichaamstemperatuur boven de maximumtemperatuur is geweest, is een enzym voorgoed onwerkzaam.
Enzymen werken verder het beste bij een neutrale zuurgraad. Maar sommige werken ook het beste als het een zure graad is. Het is erg verschillend.

Fotosynthese vindt plaats bij alle groene plantdelen die in het licht staan. Voor fotosynthese zijn 2 stoffen nodig: koolstofdioxide en water. Bij fotosynthese ontstaan de stoffen glucose en zuurstof. Er is ook (zon)licht nodig.
Bij fotosynthese word lichtenergie omgezet in glucose. Het moet ook niet te koud zijn, dus in de winter kan het niet.
De reactie van fotosynthese is:
Koolstofdioxide+water+lichtenergie->glucose+zuurstof
Koolstofdioxide word opgenomen uit de lucht via de huidmondjes. Water word uit de bodem opgenomen via de wortelharen.

Assimilatie; het opbouwen van stoffen uit kleinere moleculen.
De glucose die bij fotosynthese word gemaakt word voor een deel gebruikt voor de verbranding van een plant. De rest word omgezet in organische stoffen.
Uit glucose worden ook andere koolhydraten gemaakt,. Zetmeel word tijdelijk opgeslagen in de bladeren van een plant. Zetmeel kun je aantomen met jodium, jodium is dan een indicator. Cellulose komt voor in de celwanden. Uit glucose word samen met nitraat eiwitten gevormd. Nitraat is een voedingszout dat door planten uit de bodem word opgenomen.


De verbranding bij organismen.
Glucose+zuurstof->koolstofdioxide+water+energie
(brandstof) (verbrandingsproducten)(warmte, beweging)
Als je sport, beweegt etc. verbruik je veel energie, glucose dus.
De hoeveelheden energie die je gebruikt noemen we kilojoule(kJ) . Als je rust of niks doet bijvoorbeeld slapen, verbruik je toch nog energie. Dat komt omdat je lichaam van alles moet regelen. Dit noemen we grondstofwisseling. Er is verschil bij mannen en vrouwen.
Bij warmbloedige dieren is de grondstofwisseling meestal hoger dan bij koudbloedige dieren. Bij lage temperaturen hebben warmbloedige dieren veel energie nodig om hun lichaam tot stand te houden. En bij koude temperaturen kunnen koudbloedige dieren hun grondstofwisseling zo laag maken dat deze dieren niet actief kunnen zijn.

Bij een plant in het licht vind fotosynthese en verbranding beide plaats. Bij in het plant in het donker vind alleen verbranding plaats. Bij bacteriën, schimmels en dieren vind verbranding plaats. Planten en dieren nemen zuurstof op uit de lucht en geven koolstofdioxide af aan de lucht. Koolstofdioxide is aan te tonen met kalkwater.

Ik had ook dingen dikgedrukt/schuin en gekleurt,
maar dat geeft hij hier niet aan.
Succes
x Annick

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.