Zenuwen verbinden alle delen van het lichaam met het czs. Een prikkel is een invloed uit het milieu op het organisme. O.i.v prikkels ontstaan in zintuigcellen impulsen.
Zintuigcellen: receptoren
Zenuwcellen: conductoren
Spieren/klieren: effectoren
Zenuwcel is opgebouwd uit celichaam en uitlopers. In het cellichaam bevinden zich de kern en het grootste deel van het cytoplasma met mitocondriën, ribosomen en endoplasmatisch reticulum. Impulsen worden voortgeleid door uitlopers.
Uitloper die impulsen van czs af geleid heet axon (neuriet) Uitloper die impulsen naar czs toe geleid heet dendriet
Bepaalde zenuwcellen worden omgeven door myelineschede. Dat bestaat uit cellen van Schwann. Dat is een kleine insnoering.
3 typen zenuwcellen: sensorische zenuwcellen - geleiden impulsen van receptoren naar czs. motorische zenuwcellen - geleiden impulsen van czs naar receptoren schakelcellen - geleiden impulsen in het czs.
Uitlopers van sensorische en motorische zenuwcelloen ligen bij elkaar in zenuwen. De myelineschede isoleerd de uitlopers van elkaar. Deze laag zorgt voor bescherming. Er zijn 3 typen zenuwen:
Gevoelszenuw: alleen uitlopers van sensorische zenuwcellen
Bewegingszenuw alleen uitlopers van motorische zenuwcellen
Gemengde zenuw uitlopers van motorische en sensorische zenuwcellen.
Impulssterkte is de grootte van e veranderin die optreedt in de elektrische lading van het celmembraan. Een transporteiwit pompt negatieve lading vaar binnen en positieve lading naar buiten. Bij verschillende prikkelsterkte verschilt de impulsfrequentie . Sprongsgewijze impulsgeleiding gaat veel sneller.
Zenuwen kan je op 3 manieren prikkelen: aanraken (mechanisch)
Toevoegen van chemische stof
Elektrisch
Wanneer je een zenuw kunstmatig prikkeld gaat de impuls 2 richtingen op. Maar Een synaps laat impulsen maar in 1 richting door
Ruggenmerg Ruggenmerg is goed beschermd. In de schors. (buitenst gedeelte) ligt de witte stof. In het merg (vlindervormig) ligt de grijze stof.
In een plaatje: hoe meer witte stof, hoe hoger het gedeelte ligt, want hoe hoger je in het lijf komt, hoe meer uitlopers, dus meer witte stof. Bij de hersenen ligt de grijze stof buiten, en de witte binnen. Bij ruggenmerg is dit andersom.
Ruggenmergzenuwen zijn gemengde zenuwen. Vlak bij het ruggenmerg splitsen e ruggenmergzenuwen zich. De uitlopers van sensorische zenuwcellen liggen bij elkaar in gevoelszenuwen. Die komen aan de rugzijde binnen. De verdikkingen in de zenuwen heten spinaal ganglion of ruggenmergzenuwknopen. Het is een opeenhoping van zenuwcellichamen buiten het czs. In de spinale ganglia liggen de cellichamen van de sensorische zenuwcellen. Ze zijn door de uitlopers verbonden met de grijze stof van het ruggenmerg. In het ruggenmerg liggen:
Cellichamen van motorische zenuwcellen liggen aan de buikzijde
Cellichamen van schakelcellen liggen in het midden en de rugzijde
Cellichamen van sensorische zenuwcellen liggen aan de rugzijde.
Ruggenmerg is beschermd door 3 ruggenmergsvliezen. In het midden van het merg is een holte. Het centraal kanaal. Kanaal is gevuld met vocht en staat rechtsreeks in verbinding met de hersenholten.
Hersenen Hersenen bestaan uit de grote hersenen, kleine hersenen de hersenstam12 paar hersenzenuwen verbinden de hersenen met de receptoren en effectoren in hoofd en hals. Grote en kleine hersenen bestaan uit 2 helften. Vooral de grote hersenen zijn sterk geplooid.
In de schors (buitenste gedeelte) ligt de grijze stof. In het merg ligt de witte stof. De hersenstam ligt in het verlengde van het ruggenmerg.in de hersenen liggen liggen de cellichamen van de schakelcellen in groepen bij elkaar: de hersencentra. De meeste sensorische centra liggen bij elkaar in de hersenschors achter de centrale groeve. De meeste motorische centra liggen bij elkaar in de hersenschors voor de centrale groeve. De kleine hersenen coördineren alle bewegingen van je lichaam. De hersenen zijn omgeven door 3 hersenvliezen. In de hersenen zijn holte gevuld met hersenvocht. Deze staan in verbinding met het centrale kanaal van het ruggenmerg.
Reflexen De weg die reflexen afleggen noemen we reflexbogen.
Functie van het zenuwstelsel
Animale zenuwstelsel - regelt vooral bewuste reacties en reflexen
Autonome zenuwstelsel - regelt vooral werking van inwendige organen.
Autonome zenuwstelsel wordt onderverdeeld in orthosympatisch deel en een parasympatisch deel.
Orthosympatisch deel - beïnvloed organen zo, dat het arbeid kan verrichten
Het bevorderd dissimilatie (alle processen waarbij energie word vrijgemaakt)
Impulsen vanuit het ruggenmerg via de grensstrengen naar organen geleid. Grensstrengen zijn 2 reeksen van ganglia links en rechts van de wervelkolom. Hiervanuit lopen zenuwen naar organen.
Parasympatisch deel - beïnvloed organen zo, dat het lichaam in toestand van rust en herstel kan komen. Het bevorderd assimilatie (worden organische stoffen gemaakt waaruit het lichaam bestaat.) zorgt voor snellere darmbeweging, verwijding van de bloedvaten naar het verteringsstelsel enz. Impulsen worden vooral via linker en rechter zwervende zenuw geleid. . deze ontspringen in de hersenstam. Vertakkingen lopen naar de organen.
De voorzieningen van een orgaan met zenuwen wordt innervatie genoemd. Als een orgaan word geinnerveerd door 2 zenuwen van het autonome zenuwstelsel noemen we dat dubbele innervatie. Beide zijn steeds actief.
Spieren en beweging Glad spierweefsel - niet te beïnvloeden door wil. Niet snel vermoeid. Celkern. Samentrekking traag
Dwarsgestreept spierweefsel - te beïnvloeden door wil. Snel vermoeid. Samentrekking gaat snel.
Skeletspier is omgeven door spierschede. Einde van spierschede gaat weefsel over in pezen. Skeletspier bestaat uit een aantal spierbundels. Spierbundel bestaat uit een aantal spiervezels. Een vertakking eindigt in een motorisch eindplaatje. In de spiervezels zijn met een microscoop spierfibrillen zichtbaar.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
B.
B.
goeeeeeed XD
12 jaar geleden
Antwoorden