Samenvatting biologie H3 Nectar 4 havo ed 4
Paragraaf 1
Bij problemen met voeding spelen drie typen verontreiniging een rol:
- fysische (bijvoorbeeld met stukjes glas of plastic)
- chemische (met hormonen of gifstoffen)
- biologische (met micro-organismen)
Micro-organismen zijn alle organismen die zo klein zijn dat je ze niet met het blote oog kunt zien, zoals bacteriën, schimmels en virussen. Ze zijn heterotroof. Ze zijn afhankelijk van andere organismen voor hun organische stoffen. Die voedingsstoffen halen ze bijvoorbeeld uit een appel in de fruitmand of uit het vlees dat buiten de koelkast staat, voedsel wat eigenlijk voor ons bedoeld is. Daardoor bederft het voedsel.
Voedselinfectie: besmetting via voedsel
Schimmels en sommige bacteriën geven je voedselinfecties. Je kan daar misselijk van worden, en darmklachten van krijgen. Ook kunnen schimmels en bacteriën toxinen (giftige afvalstoffen) afgeven. Daardoor kan je ziek worden en krijg je voedselvergiftiging. Dit kan ook ontstaan door bestrijdingsmiddelen. Je kan aan voedselvergiftiging doodgaan, of gewoon erge (dodelijke) ziektes krijgen.
Bacteriën vermeerderen zich door deling, een proces dat vergelijkbaar is met de celdeling bij eukaryote cellen. Onder gunstige omstandigheden kan deze ongeslachtelijke voortplanting (vermeerdering van een organisme door deling) wel twee of drie keer per uur plaatsvinden. Er ontstaat een kolonie van bacteriën die allemaal identiek zijn. Aan de kleur van de kolonie kan je in eerste instantie zien om welke soort bacterie het gaat.
Alle bacteriën in 1 kolonie hebben ook hetzelfde DNA. Het zijn klonen (identieke nakomelingen ontstaan door ongeslachtelijke voortplanting) van elkaar. Een besmetting met slechts enkele bacteriën leidt op die manier binnen een dag tot enorme aantallen.
Bij voedselgebrek vormen bacteriën grote aantallen sporen (ongeslachtelijk voortplantingscel van schimmels en bacteriën). In een bacteriespore staan de levensprocessen stil. Sporen hebben geen last van droogte of kou en kunnen zeer lang hoge temperaturen en extreem lage temperaturen ‘overleven’. Ook de lucht die je inademt zit vol met bacteriesporen.
Schimmels groeien op en in hun voedsel. Ze verteren het voedsel extracellulair (buiten de cel) en nemen de verteringsproducten vervolgens op. Schimmels bestaan uit lange draden die één cel dik zijn en veel vertakkingen vormen. Dit levert een pluizig geheel op: het schimmelpluis of mycelium. Schimmels bestaan dus uit een vertakt mycelium. De vorm van het mycelium en de sporendragers zijn aanwijzingen om de soort te bepalen, net zoals de kleur. Aan de uiteinden van het mycelium vormen schimmeldraden (gekleurde) sporendragers met sporen voor de ongeslachtelijke voortplanting. De sporen verspreiden zich door de lucht en groeien weer uit tot nieuw mycelium als ze op een geschikte voedingsbodem vallen. Naast ongeslachtelijke voortplanting kennen schimmels en bacteriën ook een geslachtelijke voortplanting. Die zorgt voor variatie in eigenschappen.
Omdat bacteriën te klein zijn om waar te nemen met een lichtmicroscoop, worden ze gekweekt op agarplaten. Dat zijn speciale steriele voedingsbodems. Zo kunnen de bacteriën ongeremd delen tot kolonies. Een nauwkeuriger manier om bacteriën te herkennen is door naar het DNA te kijken.
Samenvatting:
Een voedselinfectie is het gevolg van het eten van met micro-organismen besmet voedsel. Voedselvergiftiging ontstaat door toxinen van deze organismen.
Bacteriën en schimmels verspreiden zich door sporen. Om bacteriën waar te nemen, kweekt een laborant ze op een voedingsbodem. Schimmels kun je waarnemen met een microscoop.
Een andere groep ziekteverwekkers zijn virussen. Een virus bestaat niet uit cellen maar een eiwitmantel met daarin DNA of RNA. Virussen bederven ons voedsel niet, maar vormen wel een grote aanslag op onze gezondheid. Je kan wel voedselinfectie krijgen, waardoor je kan gaan kotsen of diarree kan hebben.
Een virus heeft een gastheercel nodig om zich te kunnen vermenigvuldigen. Ze dringen die cel binnen en ‘dwingen’ de cel nieuwe virussen te produceren, waarna de cel doodgaat en de vrijgekomen virussen andere cellen besmetten. Ook bevatten virussen niet alle levenskenmerken (eigenschappen van leven van cellen en hogere niveaus). We weten daarom niet zeker of ze wel tot de levende natuurlijk gerekend kunnen worden of niet. 77A+B
Omdat micro-organismen overal aanwezig zijn en voedsel via de lucht besmetten, moeten we besmetting zo veel mogelijk te voorkomen. Hygiëne bij het bereiden is daarbij van groot belang. Handen wassen, nieuw mes per groente, nieuwe snijplank.
Samenvatting:
Virussen vertonen niet alle levenskenmerken. Ze vermeerderen zich via een gastheercel. Hygiënische maatregelen voorkomen besmetting van voedsel met micro-organismen.
Paragraaf 2
Je voorkomt voedselbederf door voedsel op een koude plek te bewaren (in te vriezen) en door er geen zuurstof of vocht bij te laten komen (afsluiten op droge plek).
Het conserveren van voedsel is mogelijk door:
- steriliseren
- suiker toevoegen
- drogen
- conserveringsmiddelen
- invriezen
- vacuüm verpakken (Luchtsamenstelling beïnvloeden)
- vriesdrogen
Manieren om de ontwikkeling van schadelijke micro-organismen in voedsel af te remmen en zo de houdbaarheid te verlengen:
- Als je de luchtsamenstelling beïnvloed, zorgt de afwezigheid van zuurstof ervoor dat aanwezige bacteriën zich niet kunnen vermeerderen en verkleurt het vlees niet
- Drogen bij lage temperaturen bewaart de smaak beter
- Door de hoge concentratie suiker en zout drogen bacteriën en schimmels uit en sterven
- Het zuur (van conserveringsmiddelen) verhindert de ontwikkeling van bacteriën (De vermelding met een E-nummer houdt in dat de toevoeging is goedgekeurd voor gebruik binnen de Europese Unie (EU))
- Bederf kan je afremmen door het eten in een vriezer te stoppen van -18 graden, bij hoge temperaturen gaan bacteriën dood (pasteuriseren, verhitten van voedsel bij 70 graden zodat het voedsel nog goed blijft) (steriliseren, verhitten van voedsel bij 120 graden en dood ook de sporen) (UHT-technologie, kort maar krachtig stoom van 140 graden door iets heen blazen om bacteriën en sporen te doden en het zorgt er ook voor dat de schade aan het voedsel beperkt is)
- doorstralen met gammastraling
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden