Het hart

SAMENVATTING HET HART

Hoe vervoert je bloed stoffen?

Je bloed vervoert stoffen door middel van bloedcellen:

• Witte bloedcellen : bestrijden ziekteverwekkers die je lichaam zijn binnengedrongen
• Rode bloedcellen :   vervoeren zuurstof

                                      hebben een rode kleur door hemoglobine -> hemoglobine bevat ijzer.

Als rode bloedcellen door de longen stromen, hecht zuurstof zich aan ijzerdeeltjes van hemoglobine. In de organen laat zuurstof weer los -> zuurstof kan dan in de cellen worden opgenomen

Bloedplasma :

• Vervoeren afvalstoffen, zoals water en koolstofdioxide
• Vervoeren voedingsstoffen -> voedingsstoffen gaan in je dunne darm door de darmwand en lossen op in het bloedplasma.

Waardoor stroomt je bloed?

Je hart is een spier, die van binnenuit hol is. Het hart bestaat uit vier met bloed gevulde ruimten:

• Twee boezems : de linkerboezem en de rechterboezem
• Twee kamers : de linkerkamer en de rechterkamer
• de linkerkant en de rechterkant van het hart zijn van elkaar gescheiden door de harttussenwand

• rood: zuurstofrijk bloed, naar de spieren/organen
• blauw : zuurstofarm bloed, naar de longen

Het bloed stroomt als volgt door je hart:

Via de longader en holle ader stroomt het bloed de boezems in.

De longader komt van de longen en de holle ader komt van de andere organen van je lichaam.

Het bloed stroomt dan naar de kamers.

Via de longslagader en aorta stroomt het bloed de kamers uit.

De longslagader vervoert het bloed naar de longen. De aorta vervoert het bloed naar de rest van het lichaam.

Samengevat: holle ader – rechterboezem – rechterkamer- longslagader – longen – longader – linkerboezem – linkerkamer – aorta – spieren/organen

• Hartkleppen :

Zitten tussen de boezems en de kamers

Zorgen ervoor dat het bloed maar een kant op kan stromen: van de boezems naar de kamers.

• Slagaderkleppen :

Aan het begin van de longslagader en aorta zitten slagaderkleppen. Ook deze                    

kleppen zorgen ervoor dat het bloed maar een kant op kan stromen: van de kamers naar de  Longslagader en aorta.

• Hartslag

Dit zijn de pompbewegingen van het hart.

1. Boezems trekken samen
2. Kamers trekken samen
3. Hartpauze

Hoe wordt je hartslag geregeld?

Het samentrekken van de spiervezels in het hart wordt veroorzaakt door impulsen.

1. De impulsen ontstaan in de sinusknoop -> een groep speciale cellen in de wand van de rechterboezem.
2. Van hieruit gaan de impulsen over de wanden van de beiden boezems -> de boezems trekken hierdoor samen en persen het bloed in de kamers.
3. De AV-knoop vangt de impulsen op en laat ze vertraagd passeren -> door vertraging is er voldoende tijd om de boezems goed leeg te persen.
4. De impulsen gaan door de harttussenwand tussen de beide kamers -> naar de hartpunt.
5. Via de kamerwanden gaan de impulsen naar boven -> kamers trekken hierdoor van beneden naar boven samen, zodat al het bloed vanuit de kamers in de slagaders geperst wordt.

Je spant je in -> sinusknoop geeft meer impulsen af -> tijd tussen twee hartslagen neemt af -> aantal hartslagen per minuut (hartslagfrequentie) neemt dan toe -> hierdoor stroomt het bloed sneller door je bloedvaten

Het ontstaan en de geleiding van impulsen kun je aan de buitenkant van je lichaam meten.

Elektroden worden op je borst, enkels en polsen geplaatst en sluit ze aan op een computer.

Op het scherm zie je dan een elektrocardiogram of ecg.

Het elektrocardiogram of ecg van een hartslag :

P : Samentrekken boezems

QRS : Samentrekken kamers

T : hartpauze

Reanimatie

• Tegen een hartstilstand
• Om bloed rond te laten pompen
• Mond op mond -> zuurstof het bloed in -> verbranding -> energie

• Dotteren : dunne draad door bloedvaten naar vernauwing – ballonnetje om top van draad wordt op gepompt – duwt vernauwing open
• Bypassoperatie : er wordt een stukje van een bloedvat gehaald – wordt om de vernauwing heen gebouwd – via omweg naar cellen