Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Hoofdstuk 6

Beoordeling 7.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 869 woorden
  • 11 mei 2003
  • 22 keer beoordeeld
Cijfer 7.1
22 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
6.1:het begin is er Ovarium= Eierstok
aantal zaadcellen dringt door follikelcellen om eicel -> komen bij eischil = laag eiwitten die de eicel omgeeft. -> Zaadcel hecht zich aan eischil -> zaadcel heeft enzymen die -> eicel breekt plaatselijk af -> zaadcel naar binnen. -> membranen eicel en zaadcel smelten samen. -> kern zaadcel dringt in cytopl.v/d eicel. -> na 30 uur: 1e deling. -> na 3 dagen:embryo 16 cellen (in eileider) -> klievingsdelingen -> cellen groeien niet. Trilharen binnenkant eileiders vervoeren embryo in 5 dagen naar baarmoeder. (+/- 100 cellen) * 1/2 dagen nadat embryo in baarmoeder is nestelt het zich in het baarmoederslijmvlies in. Trofoblast: buitenste omhulsel van cellen om het embryo, maakt hormoon HCG. Kiemschijf: laag cellen binnen trofoblast waarui het embryo ontstaat. Villi: uitstulpingen trofoblast, nemen voedingsstoffen en zuurstof op uit bloedvaten van baarmoederwand en geven CO2 en andere afvalstoffen terug. Hechtsteel: transport van deze stoffen. -> Verbinding tussen de trofoblast en de kiemschijf. ** in kiemschijf -> ontstaan 2 holten met vocht. Amion: vruchtvlies
Chorion: vruchtvlies ontwikkelen zich uit 1 holte van kiemschijf en een deel trofoblast. Andere holte is dooierzak -> waarin de eerste bloedcellen worden gevormd. Uit de groep cellen tussen beide holten vormt zich het embryo. Na +/- 3 weken -> bloedvatenstelsel gevormd. Deel hiervan groeit naar buiten door de hechtsteel en wordt onderdeel van de navelstreng. -> Deze bestaat uit 2 slagaders (vervoer CO2 en andere afvalstoffen) en 1 ader (vervoer voedingsstoffen en zuurstof). Na 8 weken zijn alle organen in aanleg aanwezig. Embryo +/- 3 cm lang: foetus. Vruchtwater beschermt foetus tegen schokken, buitenwand hiervan: vruchtvliezen. Placenta= ontstaat op plaats waar navelstreng met baarmoeder is verbonden. -> Bevat bloedvaten van de moeder + foetus. Hier vindt de uitwisseling van stoffen plaats tussen beide bloedsomlopen.
6.2: Zaadcel/eicel. Gameten= voortplantingscellen -> bestaan uit 23 chromosomen -> haploid. Door bevruchting ontstaat een diploïd -> 46 chromosomen. ** Vlak voor de deling begint verdubbelt het DNA zich, net als bij mitose.** Meiose= speciaal type celdeling dat voortplantingscellen vormt. Meiose 1 -> chromosomen van elk paar chromosomen uit elkaar. Er zijn nu 2 cellen ontstaan met elk een haploid chromosomenaantal. Elk chromosoom bestaat nog wel uit 2 chromatiden= normaal portie DNA. Meiose 2 -> chromatiden van elk chromosoom gaan uit elkaar. Er zijn nu 4 voortplantingsorganen gevormd -> elk 23 chromosomen. In eierstok -> eicellen + follikelcellen -> vormen: follikels
Oöcyten -> ontstaan eicellen uit. Oöcyt voltooit profase 1 al in een foetusstadium. Eind profase 1 -> DNA verdubbeld + chromosomen gespiraliseerd. In elke menstruatiecyclus wordt in 1 van de follikels meiose 1 voltooid m.b.v. hormonen. Aantal follikels -> vocht opnemen -> zwellen op. Meesten sterven af -> 1 ontwikkelt -> levert eicel op. Meiose 1-> levert 2 haploide cellen= toekomstige eicel + poollichaampje dat afsterft. Toekomstig eicel begint aan meiose 2, blijft steken in de metafase. eicel komt vrij uit het ovarium (de eierstok) -> =eisprong
Pas bij bevruchting wordt de meiose 2 afgemaakt. Er ontstaan weer 2 cellen: toekomstige eicel en poollichaampje dat afsterft. Uiteindelijk is er dus slechts 1 haploide cel ontstaan. Als er 2 eicellen tegelijk uit follikel komen -> twee-eiige tweeling. Kan ook ontstaan door een gelijktijdige rijping van twee follikels. Meiose begint bij mannen -> in puberteit -> gebeurt in de testes. Wanden van zaadbuisjes bestaan uit oerkiemcellen -> delen steeds mitotisch. Elke deling levert een spermaocyt +kiemcel op. Na meiose 1+2 blijven de 4 haploide cellen ff met elkaar verbonden (cytopl.bruggen). Vervolgens -> cellen differentiëren tot zaadcellen. * Bij de differentiatie stoten cellen bepaalde delen af en krijgen ze een staart. ****Vorming zaadcel duurt +/- 24 dagen.**** Epididymis= bijbal -> zaadcellen rijpen hier verder en worden er opgeslagen. Wand hiervan heeft spiercellen -> stuwen zaadcellen naar zaadleider. Sperma= bestaat voor 10% uit zaadcellen en voor 90% uit zaadvocht. Eicellen ontstaan door meiose in een eierstok en zaadcellen in een zaadbal. 6.3: Een oproep aan de organen. Hormoonstelsel: werkt via de hypofyse -> geeft hormonen FSH en LH aan bloed af -> Deze hormonen werken in op cellen in bepaalde geslachtsorganen. -> maken gameten of gaan zelf hormonen afgeven. Zenuwstelsel: werkt via hypothalamus geeft via zenuwbanen hormonen aan hypofyse
Hormonen: signaalstoffen die door het lichaam circuleren. FSH= follikel stimulerende hormoon LH= luteïniserend hormoon. Follikel -> Oestrogeen: -zorgt voor de opbouwfase van het baarmoederslijmvlies. -remt FSH -stimuleert LH -> hierdoor wordt FSH minder, LH meer -> daardoor ovulatie = nu is bevruchting mogelijk. LH= stimuleert het gele lichaam -> waardoor gele lichaam progesteron gaat maken. Progesteron = -zorgt voor de opstapelingsfase v/d baarmoederslijmvlies. -remt FSH -remt LH -> gele lichaam verschrompelt -> houdt op met progesteron maken. -> hierdoor geen opstapelingsfase meer. -> menstruatie. Wel bevruchting: (dag 14) -> in de eileider -> klievingsdelingen -> naar de baarmoeder. Dag 21= innesteling -> embryo maakt hormoon HCG dat lijkt op LH dus -> gele lichaam blijft progesteron maken -> geen menstruatie
Zodra de trofoblast is ingenesteld, -> maken hormoon HCG. -> via placenta in baarmoederbloed. Effecten van HCG bij moeder:- lichaam blijft in stand -vorming van FSH en LH blijven geremd -> Daardoor komen tijdens de zwangerschap geen nieuwe follikels tot rijping. signalen van weeën -> Prostaglandine: hormonen die de moeder maakt -> die o.a. de samentrekking van het spierweefsel van de baarmoederwand veroorzaken. ***Oxytocine: hormoon die hypofyse maakt als geboorte gaat plaatsvinden, stimuleert samentrekking spieren baarmoederwand -> = weeën ***Prolactine: hormoon dat moeder vormt rond de geboorte van haar kind, dit hormoon bevordert de melkvorming.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.